No. 33.
Zaterdag 24 April 1886. 9® Jaargang.
Bij dit No. behoort een Bijvoegsel.
FEESTDAGEN.
FEUILLETON.
6) BEHOUDEN.
Dit blad yerec-hijnt iederen Woensdag en
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIES vóór Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
I Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
J Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
Men kan gerust zeggendat het houden van fees
ten eene behoefte iswaar de geschiedenis leertdat
reeds in de oudste tijden, onder alle volken, onder
allerlei vormen, feesten werden gevierd. Er moge een
groot verschil zijn in de inrichting daarvan nu en
in vroegere eeuwenin vele opzichten dragen zij nog
hetzelfde karakter en behouden zij hunne waarde.
Velen zullen dat niet toestemmen omdat zij feesten
met den ernst des levens onvereenigbaar achten en
zouden willen dwingen tot eene onnatuurlijke ont
houding ook van hetgeen tot meerdere levenswaar-
deering brengen kan.
Feestdagen ik denk uitsluitend aan algemeene
zijn herinneringsiageo die nog eens voor den geest
brengenwat vroegere tijden goeds en belangrijks
hebben opgeleverd en de herinnering levendig hou
den van zooveel, wat land en volk steeds dankbaar
gedenkendikwijls ook als leerzaam voor de toekomst
vermelden moet. Nevens de aanleidingen tot feest
vieren die voor elk volk in het bijzonder bestaan
zijn er zoovelen die aller eigendom zijn. De wereld-
Naar het Engelschvan Hugh Conwat.
Zelfs toen ik 't .diepst gezonken was, moet ik dit
gevaar hebben ingezienwant na zes sombere maan
den in mijn kluis te hebben doorgebracht, behaalde
ik de overwinning op mij zeiven door verandering
van omgeving te willen zoeken. Wel zag ik er te
gen op mijne stille woning te verlatenmaar nam
toch eiken dag weer 't zelfde besluit.
Toch bleven de dagen even eentonig voorbijgaan,
en steeds bleef ik waar ik was. Natuurlijk bad ik
boeken, soms las ik dagen achtereen, dan weer wierp
ik ze eensklaps weg, mij afvragende waartoe ik stu
deerde. Om meer kennis te vergaren? Bah! al mijn
geleerdheid, al wat gedurende een geheel menschen-
leven kon uitgevorsclit worden, kon ik er voorgeven
om Philippa één oogenblik aan mijn hart te kunnen
drukkenzoo ik van baar lippen mocht vernemen
dat zij mij liefhad Was bet mij onmogelijk geweest
mijne ongelukkige liefde te overwinnen, toen ik in
't gewoel der wereld drukke bezigheden bad, boe kon
ik dan verwachten dat dit mij gelukken zou eenzaam
levende als ik nu deed?
Ziedaar mijne zelfzuchtige beschouwingen ten einde!
Nn weet gij waarom ik wilde dat gij bij 't vuur
zoudt komen zitten en als 't ware in mijn gemoed
lezen om mijn zielstoestand te begrijpen. Of gij met
mij medegevoelt of niet, hangt geheel af van uw
eigen persoonlijkheid; zijt gij iemand, dien de liefde
voor eeue vrouw en voor slechts éénegeheel ver
vullen kan, dan alleen kant gij mij begrijpen.
Dien avond toen ik mij bet eerst aan u voor
stelde scheen het minder waarschijnlijk dan ooit dat
mijne wonden geuezeu zondenbaar te vergeton
scheen mij minder dan ooit mogelijk. Terwijl ik als
van ouds met mijne gedacliton in 't verleden verdiept
geschiedenis wijst op feiten en gebeurtenissendie
door alle eeuwen hunnen invloed deden gevoelen.
Het voortduren daarvan zou juist oorzaak kunnen
zijn, dat de feiten zelve minder werden gedacht. En
men heeft daarom te recht door alle tijden begrepen
dat bet een plicht der erkentelijkheid was er gedurig
weder henen te wijzen en die herinnering te hullen
in het feestelijk kleed, dat den indruk daarvan ver-
sterkeu kan.
Feestdagen zijn vereenigingsdagen en hebben ook
als zoodanig eene bepaalde waarde. Er is veel wat
de menschen van elkander verwijdert jammer ge
noeg den band verbreekt, die de zonen van bet
zelfde buis vereenigen moest. Partijschappen van
allerlei aard vervreemden de menschen van elkander
kweeken haat en vijandschap en verdooven het ge
voel voor weldaden en zegeningen; waarin allen dee-
len. De feestdagen van algemeene heteekenis brengen
de anders verwijderden bijeenvoor een oogenblik
althans zwijgt de stemdie verdeeldheid predikt voor
de gemeenschappelijke erkentenis van een gemeen
goed. Het is waartreurig genoegdat in onzen tijd
verschil van inzicht en opvatting ook in dit opzicht
het doel der feestdagen doet missen en een floers
over de feestvreugde werptmaar juist daarom wil
len wij ze behoudenals het beste middel om te over-
was, scheen mij elke gebeurtenis ab eerst gisteren
voorgevallenstond elk tooneel mij zoo levendig voor
den geest alsof ik 't pas aanschouwd bad. Uren
achtereen zat ik zoo in de glimmende kolen te tnren
en zag slechts Philippe's beminde trekken. Hoe was
het baar gegaan? Waar was zij op dit oogeublik?
Opnieuw nam ik het besluit mijne eenzaamheid vaar
wel te zeggen. Ik wilde mij weer in de wereld be
wegen en haar opzoekenniet uit eigenbelang. Ik
wilde slechts uit baar eigen mond vernemen dat zij
gelukkig was. Was zij ongelukkig dan zou het haar
tot troost zijn een oprecht vriend te bezitten. Ja,
morgen zou ik dit ellendig leven vaarwel zeggen. Ik
bloosde toen ik bedacht wat ik was en wat ik be
hoorde te zijn. Niemand heeft het recht zijn levens
geluk zoo te verwoesten of zijne talenten zoo te be
graven ter wille van eene vrouw.
Er was nog een andere beweegreden die er mij
toedreef mijne levenswijze te veranderen. Ik schaam
mij daar niet eerder over gesproken te hebben. Dien
zelfden morgen had ik een' brief van moeder ont
vangen, ik had haar sedert zes jaren niet gezien.
Juist toen ik den mannelijken leeftijd bereikte, huwde
zij voor de tweede maal. Mijn stiefvader was een
Amerikaan en ouder tranen verliet mijne moeder mij
om haar echtgenoot naar zijn vaderland te volgen.
Eenige maanden geleden overleed hij. Ik wilde naar
haar toe gaan, maar zij verlangde dit niet. Zij had
geen kindereu uit haar tweede huwelijk en nu hare
zaken geregeld waren, wilde zij naar Engeland te
rug keeren. Haar brief meldde mij dat zij binnen
drie dagen te Londen zou zijn en verzocht mij haar
daar te ontmoeten.
Hoewel onze wegen de laatste jaren uiteen had
den geloopen was zij mij zeer dierbaar. Ik kou het
denkbeeld niet verdragen dat zij mijbaar eenig
kind, zoo rampzalig terug zou vinden en ter wille
mijner moeder hernieuwde ik het besluit om de een
zaamheid vaarwel te zeggen. Wordt' vervolgd.)