No. 25.
Zaterdag 27 Maart 1886. 9e Jaargang.
T W EE li A 51 E E E E V
Dit blad verschijnt lederen "Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0 50, franco per poet f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nornmers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naarplaatsmimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der-
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
Gij hebt ze zeker ook gezien, die twee vreemdge-
vormde viervoeters, die in den zoogenaamden optocht
van den Circus Pinder zoo deftig medestaptenals
waren zij trotsch op die dubbele bulten, die tot hunne
schoonheid juist niet bijdragen.
Wat die dieren daar eigenlijk bij deden? Kunsten
werdennaar wij vernemen door hen niet verricht
als lastdragers kwamen zij hier ook niet voor; tot
bewondering van natuurschoon lokten zij niet uit en
de eenige voldoening, die zij van hunne gedwongen
wandeling door de stad konden hebbenwas het
hooren van het algemeene oordeel: „watte leelijke
beesten
Mooi vond ik ze ook niet; maar 't is altijd de vraag
wat wij door mooi moeten verstaan. Hunne vorming
staat wel zeker in verband met hunne bestemming,
oin zware lasten te kunnen dragen en als transport
middelen dienst te doenwaar men geene andere ge
bruiken kan. Misschien waren ze wel mooi ook in
hun soort; iets wat wij, die zooverre van hun va
derland leven moeilijk kunnen beoordeelen. In ieder
geval leverden zij een contrast met da opgeproukte
menscken en dierendie met hen door onze straten
werden geleid en gaven ze den beschouwer van al
het poppenspel stof tot denken.
Rustig gingen ze daarhenenblijkbaar onverschil
lig voor het oordeeldat men over hen veldezeker
kalmeren rustiger, dan hunne geleiders en het gezelschap
van dezen; kalmer en rustiger, dan de joelende menigte
die zich bij de bonte vertooning verdrong.
Benijdenswaardig is zeker hun lot niet, waar zij
iu eene koudere luchtstreekdan waarin zij gewoon
zijn te leven en bij gemis van bet voedsel, dat door
ben gewoonlijk wordt gebruikt, dienst moeten doen
om de aandacht te trekken en hunnen tijdelijken
meester voordeel aantebrengen. Doch dat zal hen
niet hebben gekweldnoch hun rustigen slaap heb
ben gestoord. En hoeveel gelukkiger, indien men bij
de dieren ook van gelnk spreken kan, waren zij, dan
de menschendie evenzeer als winstgevende werk
tuigen door den oudernemer van den circus gebruikt
worden.
Ik denk, dat er toch in dien optocht wel waren,
die de kameelen benijdden en die liet er wel voor
over zonden hebbenook een bult op den rug te
dragen, als ze zoo onbezorgd door het leven konden
treden.
Het publiek vond die schiterend aaugekleede heeren
eu dames heel mooi. Al dat blinkende zilver eu goud,
dat fluweel en die vederbossen, 'twas om geen einde
aan de „hé's!" te maken. Maar of er zooveel genot
en tevredenheid woonde onder die mooie pakken
als onder de leelijke bulten van de kameelen
Indien we bet eens wisten, wat er ouder dien blin
kenden tooi gevoeldgedragen geleden wordt. In-
die u we eens wisten, hoevelen zieh getroosten allerlei
vertoouingeu te maken, om een ellendig en altijd on
rustig leven voortteslepeu
Ze zijn er aan gewoon, zegt men, even als de
kameelen gewend worden aan het leven in vreemde
gewesten. Maar zou niet daarin juist hunne grootste
ellende gelegen zijn. 't Is mogelijkdat een zekere
lust hen tot zulk eene levensbestemming roeptmaar
'tis zeker, dat ze doorgaans maar kort op die baan
zijnals ze reeds de vreeselijke schaduwzijden daarvan
gaan beseffea en gevoelen. De nood dringt dan om
voltehoudeneene harde noodzakelijkheid gebiedt
toenemende lasten te dragenen indien men bet ge
voel verstompen, aan de ellende zieh gewennen, ja,
misschien in zulk een leven genot 'vinden kandat
is niet het minste bewijs, dat de kameelen gelukki
ger zijndie van dat alles niets gevoelenniets
weten.
Het hindert hen niet, dat ze door de straten wor
den rondgevoerd, door de menigte aangegaapt en
als lokvinken voor een groot aantal bezoekers moe
ten dienen. Wat voor den menseh vernederend is,
verlaagt hen niet. Ongelukkigdat zoovele menschen
niet hegrijpendat zij eene treurige figuur maken
waar ze als de poppen moeten dienendie het geld
wel uit den zak der nieuwsgierigenmaar niet in
hun eigen zak kloppen.
Want dat zwervende en onrustige leven brengt
nog niet eens aanwat voor een noodig levenson
derhoud laat staan voor eene latere toekomst wordt
gevorderd En wat het nog oplevert, hoe zuur
wordt dat verdiend. De eigenaar zorgt weldat voor
de kameelen een goed voede r en een warme stal te
reehtertijd wordt verschaft, maar de mooi uitgedoste
heeren en dames, zonden die ook alles vinden wat
voor hen even onmisbaar is?
Ik heb allen eerbied voor de lcnust en verbaas mij
ook over de vlugheid der kunstenaars, maar zoowel
de eersten als de laatsten moeten getuigenis geven
dat de kunst iets edels is, dat in waarde daalt als
het tot kwakzalverij de toevlucht gaat nemen. Som
mige natuurproducten zooals de kameelen mogen in
ons oog leelijk zijn, maar is dan de kunst mooials
ze zich in bansworsterij hult.
Toch kan men het haar niet altijd kwalijk nemen,
omdat de groote menigte veel meer aan het bonte
en blinkende hecht dan aan hetgeen wezenlijk iets
beteekent. De bout geschilderde wagens in den op
tocht, waarop mensehen te kijk zaten, werden met
bewondering aangestaard en nagekekenwaar aan ka
meelen en zelfs aan olifanten uauwlijks eenige aan
dacht geschonken werd. De ondernemer wist het wel
hoe hij de schare trekken moest, en al ware het nog
schriller van kleuren en zonderlinger van vorm ge
weest, de verbaasde mond zon zich slechts nog wij
der geopend hebben. Ook de kameelen moesten slechts
dienst doen om een grooteu ophef te makenen het
geheel moest hoog opgevijzeld, door het volk te la
ten zeggen„verbeeld je er zijn zelfs kameelen bij
Onze lezers moeten niet denken, dat wij een en
ander in het midden brengenalsof wij vijandig wa
ren aan het genoegen, dat velen in de kunsten der
gedresseerde dieren en paardrijders hebben. In het
zien naar zulke optochten, als wij hier bijwoonden,
zal zeker wel zooveel kwaads niet gelegeu zijn. 'tls
met die pret, als met zoovele anderen, men kan er
misbruik van maken eu alle misbruik is te veroor-
deelen.
Men kan zich door soortgelijke vertooningen laten
opwinden en iu al te opgewekten toestand brengen