Ho. 19. Zaterdag 6 Maart 1886. Een neusdie buiten zijn vak gaat. 9' Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijk&ehc kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke noxnmers zijn a 1 cent verkrijgbaar. A.DVERTENT1EN voor Dinsdag- Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel Groote Lettere en Afbeeld, naarplaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Aclvertentiëii, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents. Bij dit No. behoort een Bijvoegsel, bevattende het Zeventiende Jaarverslag van de Coöperatieve Voorschotvereeniging en Spaarbank te Goes, van 5 Februari 1885 tot 5 Februari 1886. De natuur maakt soms wonderlijke spelingen en kan een mensch wel eens raar toetakelentot groot vermaak van bet publiek wat eigenlijk heel lee- lijk is maar tot verdriet van het misdeelde exem plaar wat weder heel natuurlijk is. Maar het is of natuur een zekeren eerbied heeft voor den neus. Want al zijn er ook verbazend groote en ijselijk kleine, akelig spitse, of wippendeof veel kleurige men hoort er niet vandat dit lichaams deel zich verplaatst. Meusohen met één oog in het voorhoofd of met zeven vingers aan één hand ko men uog wel eeu3 voor, maar men hoort nooit van iemand, die bijv. ziju neus op zijn rug heeft, 't Zou dan ook maar moeilijk gaan om op den neus te kij- FEUILLETON. SCHULDIG OF ONSCHULDIG. Naar het Duitsch door A w a a. 2. Terwijl dit mij bliksemsnel door het hoofd schoot, greep ik de sigaaren terwijl ik dit deedliet ik den blik over den moordenaar dwalen. Deze blik gaf mij zekerheid. Ik zag, dat de wangen van den man ronder waren dan gewoonlijk, dat de vale gelaats kleur zich iu een zacht rood veranderd haddat de oogleden over de oogen gezonken waren, terwijl een haastig en daardoor slecht werken een ongewone op gewektheid te beuDeu gaf en eindelijk dat een grijze, dunne en daardoor nauwelijks zichtbare rookwolk uit de neusgaten stroomde. Dit alles had mij die enkele blik doen zien. Ik twijfelde er geen oogenblik aan, dat ik hieruit nut zou kunnen halen. Daarvoor moest ik doen, alsof ik niets gezien had. Ik nam daarom ook onbe schroomd de sigaar van tafel en verliet zonder lan ger oponthoud de cel. Men begrijptdat ik den volgenden morgende sigaar opzettelijk op de tafel van den moordenaar neerlegde en toen veel langer dan de eerste maal wachtte, vóór ik terugkeerde. Mijn vermoeden werd bewaarheid. Do man had weder de sigaar in den mond gehad, en daarin den rook behouden, die hij nn, langzamerhand uitblies. Hij was, evenals ik, een hartstochtelijk rooker en greep met onweerstaan bare begeerigheid het secondenlauge genot aanzon der zicli door de gevolgen welke de ontdekking er van met zich zouden brengen, te laten afschrikken. Na weinige dagen, kou ik het niet meer doen voor komen. alsof het telkens neerleggen der sigaar toe val was. Hij hield het er ook niet meer voorzooals ik uit den vriendalijken glimlach, waarmede hij mijn nade ring afwachtte en dan op de sigaar neerzag- met ze ken eene bezigheiddie nog al pleizierig schijnt te zijnomdat ze dikwijls voorkomtal is het dan ook maar bij hen, die niet verder kijken, dan hun neus lang is. Intnsschen schijnt het weldat dit verheven lich aamsdeel niet altijd tevreden is met zijne natuurlij ke functies en zich op menig gezicht verveelt, wat wij als de oorzaak beschouwendat velen den neus in een anders zaken stekenwaar die zoo welkom is. als een amis in de broodkast. Ze ziju er, wien het als eene tweede natuur ge worden is, om altijd bij anderen te gluren, met an deren zich te bemoeienen merkwaardig is dan de stevigheid van den nens, die voor geen duw of stomp bang is en zich kalm weder hier of daar ver toont, als hij soms onzacht elders is afgewezen. Het is zeker zeer belangstellend als men u en uwe za ken zoo van nabij bekijkt, als iemand, die met zijn nens op het boek ligt; maar men is doorgaans on beleefd genoeg, om er niet van gediend te zijn en die neuzeu-instekers lastig te vinden. Er worden wel eens lieve en vriendelijke bezoeken gebracht en deel- kerkeid kon opmaken. Maar hij deed spoedig nog meer. Toen ik mij een dag of acht later, na een bezoek verwijderde, zeide bij zonder op te ziennau welijks lioorbaar„Ik dank u.Op deze weinige woorden volgden spoedig meer. Ik vroeg, bij ant woordde, eerst kort later samenhangend. Het bleef daar niet bij. De moordenaar liet mij een blik wer pen in zijn binnenste. Wat ik van hem gehoord heb, wil ik u meedeelen en hem zelf laten verkaleu. „Mijn jeugd," zoo verhaalde de moordenaar, „was een reeks van genietingen. Ik was de zoon van rijke oudersaan mijne opvoe- diug werd veel besteed. Ik heb veel geleerd en zoo lang ik vrij was, heb ik van het geleerde veel nut gehad. Van mijne jeugd af, genoot ik een buiten gewoon goede gezoudkeid. Reeds vroeg kreeg ik mijn zelfstandigheid en daarmede het beheer over groote geldsommen. Ofschoon ik geen beroep uitoefende of zaak dreef, was ik toch in staat mijzelfs in zeer nitgebreiden kring nuttig te makeu en anderen met raad en daad bijtestaan. Het eerste verdriet, dat ik leerde kennen was de dood van mijne geliefde ouders. Beiden verloor ik op een en denzelfden dag aan die verschrikkelijke ziekte, die in weinige uren het warme bloed ijskoud maakt en onder de hevigste kramp, den gezonden mensch den dood in de armen werpt. Voor mijne oogen vertoonden zich de eerste ken- teekeuen der ziekte, voor mijne oogen bereikte zij haar toppunt, ofschoon ik mij aftobde om haar voortgang te keeren. De dokters en ik konden einde lijk niets meer doen. Wij moesten zien hoe het koude zweet door alle poriën naar buiten drong, hoe de lichamen zich met geweld samentrokken en zich dan weer uitstrektenhoe die oogen verglaasd werden hoe ze onbewegelijk star sto.uleu en eindelijk braken. Achdat waren vreeseli)k aangrijpende tooneelen dis ik voor mij zag in de urendie ik doorbracht aan het sterfbed mijner dierbare ouders. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1886 | | pagina 1