VOE
i
J
No. 16. Woensdag 24 Februari 1886. 9e Jaargang.
FEUILLETON.
DE WEES VAN ST, VILLER ET.
Dit blad verschijnt ïederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag-
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. BOSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote Lettert en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van Vijftig cents.
SEDEttl AND.
Een onzer dagbladen maakt de zeer gegronde op
merking dat er al heel weinig haast wordt gemaakt
om de telegraafbestellers evenals de brievenbestellers
van eene uniformkleeding te voorzien. Bijna zijn
twee jaren verloopen sedert het plan daartoe ken
baar gemaakt werd. Als het eene behandeling in de
soldatenkleeding gold zou die zeker al tot stand zijn
gekomenmaar met deze in meer dan een opzicht
noodige verbetering maakt men geen haast. Wel heeft
men van wege het Departement van WaterstaatHan
del en Nijverheidallen bestellers reeds twee malen
de maat doen nemenalsof ze nog in vollen groei
waren en hen daarvoor 10 ets. laten betalen, wel is
reeds twee malen van de manschappen de verhooging
van salaris voor kleedinggeld ingehouden, maar van
de uitreiking der uniformkleeding hoort men niets.
Misschien is het een vaderlijke maatregelom de arme
lieden eerst te laten betaleneer zij de kleedingstnk-
ken ontvangen en ligt daarin een voordeeltje voor de
schatkistmaar als deze langs dien weg gebaat moet
13)
Naar het J'ransch
van ROGER BOMBRÉA.
wonderals de burgers on-
Hoe barsch de dame haar ook weer aan haar werk
zond, ze slaagde er toch niet in, de vreugde te ver
bergen, welke zij ondervond bij de gedachte, dat ze
eenmaal kleinkinderen om zich zon zien. Toen Jean
haar wilde vragenwat ze besloten hadzei ze
„Dat ik voor de bruiloft zal zorgenzooals ik bet
wil en dat jij morgen balk zult halen. De bazen
bomen aanstaanden Maandag om alles voor je in or
de te maken."
De volgende maand had de bruiloft plaats; prach
tige feesten werden er gegeven. Men vierde drie da
gen achter elkaar feest.
Die bruiloft ysrd nooit te Saint-Villerte geëven
aard behalve db, r die van Job Laurinotden jon
gen notaris, die, Twaalf jaren later, trouwde met
Mariede nicht van de assessorsvrouw.
De oude mevrouw Henry leefde nog en, zooals zij
zelf zeide, ze was bij twee bruiloften de persoon die
alles bestierde en die de heerlijke maaltijden liet klaar
maken, waarover men nog lang te Saint-Yilleret zal
praten.
De vader van Marie was bij de beide huwelijken
tegenwoordig, wat geen geringe zelfvoldoening was
voor mevrouw Henry. De zwager van Marguerite was
wethouder in de naburige stadhij was rijkbetoonde
zich jegens allen zeer mild en was vol oplettendheden
voor de dames.
„Miju dochter Marguerite," zei de rechtersvronw
tot haar nicht, de vrouw van den wethouder, „ban
niet anders dan goed zijn; want ze is van zoo'n
goede familie! Job hij ziet scherp, het ventje is
al dadelijk getroffen geweest door de aangename uit
drukking op haar gelaat en vooral door haar mooie
oogenzoodra hij haar gezien had."
Ja, de moeder van den assessor, nu een hartelijke
T> VJ.U, LX lO UfU
tevreden zijn.
De Landbouw courant geeft de volgende beschrij
ving van dezen winter
„Het is afwisselend zevenmaal winter geweest,
waarvan de eerste omstreeks half November begon.
Landlieden en warmoeziers verlangen nu naar het
einde om veldarbeid te gaan doen, waarbij nog komt
dat deze zoo slepende winter niemand voordeel of
vermaak heeft aangebracht. Het heeft genoeg ge
sneeuwd om telkens door een modderpoel te waden,
maar te weinig om te kunnen arren. Het heeft ge
noeg gevroren om telkens de schipperij veel last van
ijs te veroorzakenzonder dat dit sterk genoeg is
geworden voor de schaatsenrijders. Men heeft over
al gezocht, maar geen dragelijk ijs gevonden dan op
polderslootenjuist geschikt voor de jeugd om zich
te oefenengeenszins gezocht door eenig knap schaat
senrijder. Zonnige dagen kwamen er weinig voorge
lijk de bloemkweekers bij het verbruik van veel brand
stof voor de broeikassen ondervonden hebben. Het
grootmoederhad Marguerite lief gekregen. Lang
zamerhand was zij zichzelve het geluk van haar zoon
gaan toeschrijven: Als ik er niet geweest was zou
je werkelijk in staat geweest zijn om de hemel weet
wie te kiezenmijn arme jongen."
Deze glimlachte slechts, of dikwijls vroeg hij: „Zijt
ge werkelijk tevreden?"
„Loop heen, domme jongen, ik geloof werkelijk
dat je geen oogen in je hoofd hebt. Zie je dan niet,
dat je vrouw het liefste vrouwtje van heel Saint-
Villeret is en het beste ook. Wil ik je eens wat
zeggen? De komst van Job in ons huis heeft ons
geluk aangebracht. Je werdt een onverdragelijke oude
vrijer, ik werd een zelfzuchtige en brommige vrouw;
die kleine jongen heeft ons weer jonger gemaakt."
„Dat wil ik niet ontkennen," antwoordde Jean;
„en als u maar tevreden bent, ben ik bet ook."
Hij mocht het dan ook wel zijn, onze assessor;
Marguerite was een verrukkelijk vrouwtje, dat, be
halve haar nicht, haar gelijke niet vond te Saint-
Villeret. In plaats van dadelijk na haar huwelijk
haar toilet te verwaarloozen en alles aan kant te zet
ten wat haar beminnelijk maakteis de assessors
vrouw allerliefst geblevenen haar man dan ook
Als ze aan dit gedeelte van hun verhaal zijn geko
men worden de vertellers geregeld in de rede ge
vallen door hun hoorderessen uit Saint-Villeret, die
in koor betuigen dat, als alle mannen op den asses
sor leken er te Saint-Villeret niets dan lieve vrouwtjes
nog liever dan Marguerite zonden zijn Het ge
sprek wordt warmerlanger uitgesponnen en
ieder gaat heen, terwijl hij aan zijn meening vast
houdt, maar des te meer overtuigt, dat zijn tegenpar
tij ongelijk heeft.
Iïeel lang nog werd er 'a avonds gesproken over de
schattendie in de Chaumière wai'eu gevonden. Na
eenige jaren eindelijk waren het tienduizenden francs,
die men zou gevonden hebben; maar toen Job het
leergeld bij den onden notaris betaaldegaf hij hem
achthonderd francs en zei: „Dat is de heele som die
in de Cbaumière is gevonden."
EINDE.