Zaterdag 9 Januari Ï8S6.
Jaargang.
MeRwjasirs-nabetrachtiiig.
Dit blad verschijnt iederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommerszijn 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIES voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 unr te bezorgen bij den
uitgever S. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Groote Letters en Afbeeld, naarplaataruimtc.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingenniet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
„De vervelendste dag van het jaar is gelukkig we
der voorbij!" zoo hoorde ik op 2 Jan. iemand zeg
gen, die er zeker niet aan dacht, dat er nog vrij
wat saaier en taaier dagen voor hem komen kunnen,
eer het weer December is. Als het in November alle
dagen donkerder wordt, dan zeggen de menschen:
„als we Nieuwjaar maar hebben", en als de dag komt,
waarmede dat gewensehte jaar begintdan is die eerste
al aanstonds vervelend.
Waarom?
Omdat er in de stille straten dan eens wat bewe
ging is? omdat er meer mensehen in huis komen dan
anders? omdat de menschen altijd op betzelfde neder-
komen Of misschien omdat er in den zak getast
moet worden en menige zegenweuseh een kwartje kost
Een en ander moge voor sommigen onaangenaam
zijn, maar eigenlijk heet de Nieuwjaarsdag meest ver
velend, omdat het er zoo bij hoort, dat op 1 Jan. te
zeggen; want er zijn er genoegdie juist die druktedie
meerdere ontmoetingen heel aardig en gezellig vinden.
Maar op den eersten dag van het jaar beginnen de
menschen al zich anders voortedoen dan zij zijn.
Eigenlijk is er geen dag, waarop zooveel vertooning
gemaakt wordt van wat niet is maar ziju moest.
Wenschen en handdrukken zouden kunnen doen den
ken dat de wereld enkel uit goede vrienden bestond;
maar men behoeft niet eens tot den 2eu Jan. te
wachten, om voor de zooveelste maal de ervaring te
makendat het gemakijker is elkander veel heil toe
te wenschen dan toe te brengen.
Er komt ook geen dag in het jaar, waarop zoo
duidelijk blijkt, als op den eersten, dat de menschen
groote kinderen zijn. Deze toch zeggen ookdat ze
het vervelend vinden, hier en daar Nieuwjaar te
moeten wenschen; maar als ge hun zeide, dat ze te
huis moesteu blijvenzoodat ze geen koekjesof
misschien nog wel wat anderskregendan zoudt
ge zien, dat ze uit het humeur geraakten en zij
zouden er de zoogenaamde verveling wel voor over
hebben.
En zoo is het met de groote menschen precies het
zelfde. Ze zijn, o! zoo blij als die drukke dag om is,
maar laat ze eens geheel onbezocht, voeg ze geen
enkelen wensch toe, doe hen dien dag in gewoon
werk, zonder aanraking met, de buitenwereld door
brengen, dat zullen ze nog veel vervelender vinden.
„Dat is zoo geen eigenschap", zeggen ze; het hoort
er zoo bijmen is er zoo lang aan gewoon enom
de waarheid te zeggen: die beweging, die drukte,
die opgewektheid vindeh ze wel pleizierig. 't Is maar
een enkeledie het meentals hij klaagt over dien
vervelenden dag.
Onder de dingendie ineu niet zietbehoort ook
de zeer verschillende gemoedsstemming, waarmede het
jaar reeds met den eersten dag wordt begonnen.
Velen beginnen zoo vroolijk, zoo opgeruimd, zoo
welgemoed als kaddeu ze eene goede tijding ont
vangen. Anderen zijn al aanstonds veel somberder
nog gestemd dan op 31 December, want zij meenen
dat het jaar niet veel anders dan zorg en strijd, ja
misschien allerlei ellende brengen zal.
Gelukkig komen er geene brieven of kaartjes, waar
door de geheimen der toekomst onthuld worden
Men mag over hare onzekerheid klagenmen mag
het als iets noodigs beschouwendat er een tipje
werd opgelicht van den sluier, die de toekomst ver
borgen houdt, wij staan allen voor de zekerheid, dat
geen sterveling berekenen kanwat zelfs de eerstvol
gende dagen zullen brengen.
Dat is voor sommigen eene redenom onbekom-1^
merd te zijn en te zeggen: ,,'t zal alles wel schikken", j
Geheel ongelijk hebben ze niet. 'tïs zelfs gelukkig',
als men in goeden zin onbezorgd den tocht gaat!
aanvangen. Die menschendie altijd bezwaren zien
of wachtenzien tegen een Nieuwjaar op als tegen
eeu lioogen berg en het staat bij hen vast, dat de
storm nu losbreken zal, al is er voor het oogenblik]
geen wolkje aan de lucht. Wj moeten medelijden
met hen hebbenwant 't is geene kleine zaak een
mogelijk laugen tocht met een zwaar pak op den rng
te moeten aanvangen en er bij te moeten denkendat
het hoe langer hoe zwaarder worden zal. Die zwaar-
moedigen beginnen al aanstonds te zuchten en het
is vergeefsdat ge. hen zoekt optebeurenhet staat
nu eenmaal bij hen vast, dat ze zich op alles wat
naar is, moeten verwachten.
Anderen zien door een geheel andere bril en maken zich
geen zorg over mogelijke hindernissen, of als ze ook al
meenen, datdieonvermjdelijk zijn, danis hun troost: „al
les komt terecht." Men acht dat ben jdenswaardigalles
met een helderen blik te kunnen beschouwen en werkeljk
het is niet onbegeerlijk, als het getuigenis geeft van
een goed vertrouwenvan kalm berustenvan moe
dig voortgaan, bovenal van een welgemeend voorne
men, om bj alles de goede zijde optemerken en
zooveel mogel jk door het goede te doen de toekomst
helder te maken. Maar ook dat heeft zjn grens. Een
zorgeloos begin kan wel eens een vreugdeloos einde
geven. Zoo zeker het is, dat zwaarmoedigheid en
zwartgalligheid hst meest effene leven kunnen beder
ven zoo zeker is het ook dat gemis aan levensernst
een ouomstooteljke hinderpaal is voor levensgeluk.
Al kunnen wij, wat komen zalniet berekenenwj
kunnen ons daartegen wapenen; al kunnen wj de
omstandigheden niet dwingenwj kunnen aan haren
loop veel toebrengen, en wie op 1 Jan. daaraan denkt
en zoo eens overlegt, wat voor hem de beste weg is,
die zal zonder aan beangstigende gedachten toete-
geven, zich de wjze les voorhouden, dat een goed
begin tot een goed einde leiden kandat de bedacht
zaamheid eene der beste geleidsters is, om de reis
mede te vervolgen.
De Nieuwjaarsdag is niet vervelend voor den na
denkendenmaar evenals de laatste dag van het jaar
een rustpuut aanbiedt, dat tot ernstige herinnerin
gen brengt, moet do eerste de vraag aan de orde
stellen: wat zullen wj doeu?
Doch, dat moet eigeuljk de vraag zjn van iederen
dagzoo w j die met eenige voldoening zullen door
brengen. Gelukkig dandie er aanstonds mede be
gint en er zich zei ven gedurig aan herinnert. Want
dit weten wj, dat elk jaar een goed jaar zjn kan,
al schjnt de zon niet eiken dag even helder en al
breken er soms zware buien los, als wj vasthouden
aan den regel; gebruik den tjd wjs, leg uwe krach
ten tot winst aangeef aan de inspraak van het ge
weten gehoor en doe het goede.