No. 80
Jaargang.
Eene kunst, die niet iedereen verstaat,
maar die iedereen te pas komt.
Dit blad verschijnt lederen Woensdag en
Zaterdag.
De prija per halfjaar f 0.50, franco per poat f 0,90,
waarover per halfjaarlijkscbe kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIEN voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 nnr te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen eD
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel
Droote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van vijftig cents.
De lezers worden attent gemaakt op
liet hierachter staande Spoorlijstje (Winter-
dienst)welke Donderdag 1 October in wer
king is getreden.
IVelke is dat?
„Ik weet het al," zegt er een, „de kunst om geld
te makenom vooruit te komenom altjjd vrooljjk
te zijn in één woord, om een pleizierig leven te leiden."
„Neen", zegt een ander, „ik weet bet beter, het
is de kunst om met iedereen te kunnen omgaan, van
alles op de rechte wijze partij te trekken, het zich
in de wereld zoo gemaklijk mogelijk te maken."
„Allemaal mis", zegt een derde, „het is de kunst
altijd tevreden te zijnal loopt alles ook tegenhon
ger te lijden, zoo pleizierig of ge lekker gegeten hadt;
u zelveu voor rijk te hondenal is er geen cent in
de beurs en bjj de miserabelste ervaringen te lachen
FEUILLETON.
DE PHOTOGRAFIE
OP NIEMAND KAN ZIJN NOODLOT ONTGAAN.
Naar het Duitsch.
3.
„Nu, oom?" vroeg ik.
„Hm-ja," antwoordde de oude op gerekten toch:
„hm, wat ik zeggen wilde ja, één weg bljjft er
toch over om den dader te ontdekken."
„Maar welke dan? U maakt mij nieuwsgierig!"
Mjju oom bekeek met groote aandacht zijné nagels.
Eindelijk zeide hjj opeens: „Hebt gjj wel eens van
een wonderspiegel kooren spreken?"
„Inderdaad, zoodanig toestel is mjj niet bekend.
Wat is het eigenlijk?"
Op ernstigenonderriclitendeu toon sprak nu de
oude man„Een wonderspiegel is een spiegeldie de
zeldzame eigenschap bezit aan den bestolene bet beeld
van den bezitter van het gestolen goed te toonen."
Ik moest mjj geweld aandoenom mjj lachlust te
bedwingenterwijl de bijgeloovige onde voortvoer mij
de wonderljjkste verbalen te doen van een zoodani-
gen spiegel die bet eigendom was geweest van een
vroegeren buurman van mjju oom. Deze persoon
was echter helaas voor eenige jaren overleden, en
had uit boosaardigheid den wonderspiegel kort voor
zjjn dood eigenhandig vernield. „Ja als die nog leefde,
en die spiegel nog bestond Hem zou ik terstond zijn
gaan opzoeken. De man zou mij één blik hebben la
ten werpen in de kast, waarin zich de spiegel be
vond en wij zouden terstond geweten hebbenwie
de tegenwoordige bezitter mijner banknoten is, maar
nu de man is weg, en mijn geld waarschijnljjk
ookEn de oude mau eindigde zijn verhaal met
een weemoedigen zucht.
Wat was dat! Iu eene bast kjjken, waant zich
een spiegel bevond! Drommels daar kreeg ik opeens
een prachtige ingeving. Ja, dat moest ik ten uitvoer
zien te brengen.
„Oom riep ik opgewonden uit„is dat een won
en te dansenalsof ge het hoogste lot uit de loterij
getrokken hadt."
Neem mij niet kwalijk, dat ik noch aan het een,
noch aan het ander dachtwant die kunstenals ze
al mooi zjjn kan niet iedereen leeren en ik dacht
juist aan iets, dat onder het bereik van allen valt,
als ze maar willen.
Ge moogt er mede spotten, als ik het zeg, maar
ik zal mij troosten met de gedachte, dat die bespot
worden, soms meer gelijk hebben dan de spotters.
Ik dacht aan de kunst om te regeeren.
„Heden mijn tjjd!" hoor ik al uitroepen„dat is al
heel dwaas; want regeeren komt immers niet voor
iedereen te pasdat is maar voor de bazende grooten,
de machtigen, de gevierdenmaar een gewoon menseh
wat heeft die nu met regeeren te maken?"
Dat laatste zal niet iedereen in onze dagen zeggen
en als het waar is, dat ons goede volkje zoo ver
langend is zich met de regeering te bemoeiendan
spreek ik naar veler hart, als ik beweer, dat de re
geerkunst ieder te pas kan komen.
Maar ik heb die regeer-gragen niet op het oog en
derspiegel? Zoo'n spiegel kan ik u ook bezorgen. In
hst naburige dorp Mellingen waar ik, zooals uweet,
vast eenmaal per week heenga, om er met mijne
vrienden eene partij te kegelen, woont iemand, die
zulk een ding bezit. Hij noemt het zjjn „toestel,"
daarom wist ik ook niet zoo dadeljjk, wat u eigen
lijk meendet."
„Is dat werkelijk zoo, mijn jongen! Houdt gij mij niet
voor den gek?" zeide de oude, opgewonden van vreugde
„De hemel beware mijIeder kind iu Mellingen
kent den man met zijn apparaatwelks gebruik
reeds verscheidene menschon in onaangenaamheden
met de politie heeft gewikkeld."
„Dat is voor mjj een voldoend bewjjs, dat het
glas goed is."
„Onzin, oom, wie gelooft nn aan znlke dingen,"
zeide ik plagend, wel wetenddat er geen beter middel
was om mjju oom nog begeei'iger te maken om den
man met zijn wondertoestel te leeren kennen.
„Dat is mjjue zaakjongenKunt gjj mjj den ke
rel hier bezorgen?"
„Nn ja," zeide ik aarzelend, maar inwendig van
vreugde jubelend, „wanneer n er bepaald op staat,
en u er eenige thalers voor over hebtmaar
„Maak geene bezwarenGij zendt den man naar
mij toe, of heeft hij lierer, dat men bjj hem komt?"
„O neen, hij zal met genoegen bij u komen, te
meer daar de politiedie hemzooals ik reeds zei
de om zijn waarzeggen en kaartleggen sedert eeni-
gen tijd op de hielen zit, bij u niet zoeken zal!"
„Yoortreffeljjk, mijn jongen, voortreffeljjkWan
neer denkt gij, dat de man zal kunnen komen?"
„Nu, ik denk wel reeds dezen achtermiddag!"
„Op klaarlichten dag? Zou dat niet in het oog
vallen of achterdocht wekken bij de politie?"
„Volstrekt niet! Uw tuin komt op den straatweg
naar Mellingen uitZoo zal ik den man hier bren
gen, en niet door de voordeur, dan kraait er geen
liaan naar."
„GoedgoedIk laat de regeling geheel aan u over
Wordt vervolgd.)