Ho. 100.
Zaterdag 13 December 1884 7e Jaargang.
EEN HANDJE HELPEN.
Dit blad vei'Bchijnt iederen Woensdag en
Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIE-N voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur té bezorgen bij den
uitgever .J, A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen en
j Lnenslaanvragen worden geplaatst tegen 5 cei t
en Advertenüën tegen 6 cent per regel
ryroote Letters en Afbeeld, naar plastsruirr'i
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der»
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee-
|maal berekend, uitgezonderd Dien staan vragen^
Advertentien, als: Geboorte-, Huwelijks-, Yerjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Er zijn van die zaken, waartoe men iederen dag
komen kangelegenheden die zich voordoenzonder
dat men een bril behoeft optezett.enom ze te vin
denkleine diensten, die groot voordeel aanbrengen
weldaden, die men bewijzen kan, zonder dat men
een cent in den zak heeftdankbetuigingendie be
antwoord. worden met een't is heuseh de moeite niet
waarden dat alles zijn oorsprong heeft in een
handje helpen.
Helpen behoort tot die dingendie men goed doen
moet, zoo ze niet beter nagelaten werden. Een
halve hulp is zooveel als eene halve citroen, daar
geen sap meer in is eene onverstandige hulp is niet,
veel beter dat dat, men u een gezonde kies uit den
mond trekt; een overdadige hulp bekomt al even
goed als eene overdadige maaltijd; in één woord,
helpen is altijd goedmits men maar altijd rekening
houden wil, wanneer en hoe men helpen moet.
C ok het handje kan eene beste hulp zijnwant
men doet dikwijls meer dienst met een dubbeltje,
waarmede kwartjes verdiend kunnen worden dan met
een gulden, die op gebruikt wordt, zonder een en
kele cent rente te geven. Wie een kind zoo stevig vast
houdt, dat het onmogeljjk vallen kan, meent een
model van zorgende liefde te wezenmaar als het
kind dan niet leert loopeu en vaststaandan valt
het later soms nog veel erger. Wie zijn koren altijd
naar denzelfdeu molen brengtbeveelt den molenaar
meer aan, dan wanneer hij in de eourant schreef,
dat er geen beter isschoon hij er zich niet van
bediende. Om goed te doen behoeft men niet altijd
geheele zakken uittestortenmet een handje vol kan
men dikwijls veel meer nut stichten. Ge zult een
trage niet aan den gang krijgen door het werk voor
hem te verrichten, maar wel door zijn werklost en
werkkracht optewekken. Eu als ge den la-uier helpt
om zijn wagen aan het rijden te krijgen, dan rijdt
hij er gemaklijk njede voort, zonder dat ge mededuwt.
Velen zijn altijd gereed een handje te helpenmaar-
ze komen dikwijls zoo gelegen, als de muizen in de
broodkast, en de natuurlijke goedhartigheid kan even
zooveel kwaad stichten als de dwaze zuchtzich met
een andermans zaken te bemoeienof zich verdien
stelijk te maken met dat handjevol hulpdat me-
nigmalen niet begeerd en dan op den koop toe, nog
duur betaald wordt.
Want die eou handje helpen, laten het zoo gaarne
voor een heele handvol geldenen ze vragen minder
of zij tevreden zijndie zoogenaamd geholpen wer
dendan wel: of ze over ziehzelven tevreden zijn,
omdat, ze zich zoo uitsloofden.
Ik zal maar niet spreken van hendia bepaald
het liefst maar een handje helpenomdat ze bang
zijn van te veel te doen. 't Is een prijzenswaardige
bedachtzaamheiddie ons denken doet aan den dok
ter, die nauwkeurig berekent welke hoeveelheid hij
van de noodige medicijn geven moet; maar 'tis ook
wel eens het schuilhoekje, waarin zij wegkruipendie
niet weten willendat zo zoo weinig deen. Die zijn
buurman zoekt te bewijzendat hij met een stuk
droog brood tevreden moet zijuals de boter te duur
isredeneert heel verstandigmaar hij zou nog he
ter doenals hij wat vet of vleesch bij het droge
brood gaf. Als men zelf geen hulp noodig heeft,
is het heel pleizierig, anderen optedringen, dat ze
het met een handjevol wel doen kunnen, maar ze
bedenken niet, dat er een oogeublik komen kan,
waarin ze op hunne beurt moeten geholpen worden.
Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die altijd alle
hulp ontberen kon. Zelfs die met den meesten ijver
zich zelveu zoeken te helpen, toonen dien ijver ook
daarindat zij onmisbare hulp zoeken, 't Is wel ge
lukkig dat bet zoo iswant de wereld zou veel ge
lijken op een akker vol boonstakendie onafhanke
lijk van elkander in den grond staanals de een
niet eens naar den ander zich buigen en hem de
hand toesteken moest. En nu mogen de hoogharti-
gen het een ongeluk noemendat ze dat helpende
handje ook wel eens noodig hebben, ze wijzen het
toch niet af, als de nood maar aan den man komt.
En is het gelukkig geholpen te wordenook het
helpen heeft zijn genot, als het doel treft en vooral
als het van goeder harte gaat-.
Er is iets prettigs in, als men zuchten en klachten
hoort verminderen, als benauwde gezichten er weer
v roulijk uitzien, als een zonnestraaltje in een duister
vertrek valt en men heeft daartoe iets kunnen bij
dragen. Die dat gaarne doen, maken er doorgaans
de minste vertooning van, maar ze hebben voor zich
zeiven een genot, dat veel meer waard is dan me
nige vreugddie men duur koopt. Het handje hulp
wordt in uienig geval gegevenzonder groote opof
fering, en daarom wordt er zeker zoo bij verkleining
van gesproken. Doch ook al moet er wat kracht aan
worden bjjgezethet gaat daarmede als met vele za
ken: wat men gaarne heelt, betaalt men nooit te
duur.
De wintertijd, waarin wij weder zijn, geeft nog
al gelegenheid, om de helpende hand uittestrekken
en wij merken het met blijdschap opdat vele han
den zelfs daartoe gereed zijn. Gelukkig is de nood
nog niet hoog geklommen, maar laat men niet ver
geten dat bij klein bezwaar de hulp even zoo noo
dig is, als wanneer alles om hulp roept, en, dat men
met een handje voorkomen kan, waar er naderhand
wel tien handen moeten uitgestoken worden.
Wie ziet, dat de muur van zijn bnurmanshuis
wankelbaar staat, wachte niet hem te helpen tot
de muur instort, maar drage een paar steentjes bij,
die de zwakke plaats vullenof een enkel paaltje
dat den muur schoort. Eu vooral waebte men
niettot luidkeels om hulp geroepen wordt. Die
het weimeent, ziet er naar uit, waar hij helpen kan
en wie er naar zoekt, zal genoeg vinden, om de
hand nuttig te laten werken. En of men veel ver
stand of veel geld of veel gelegenheid en genegen
heid heeltdan wel of dat alles ontbreektwij zijn
nu eenmaal in de wereld niet om te denkendat ze
voor ons alleen ismaar welom ieder in onzen
kring en met onze kracht te doen, wat mogelijk is,
om elkander een handje te helpen.
H B E II I A Ai i».
Onze Minister van Finantien is voornemens eene
belasting in te voeren op den tabak. Voor de hau-