INo. 98. Vrijdag 5 December 1884. 7e Jaargang. Een gesprek tnssclien liet wijze Heintje en liet natuurlijke Pietje. Bit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f O.oO, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij dep uitgever J. A. BOSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden geplaatst ttgen o ct n en Advertentiën tegen 6 cent per regel Qroote Letters en Afbeeld, naaxpiaafsmintu Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. Bij dit No. behoort een Bijvoeg-sel bevattende eenige Advertentiën en de Afvaarturen der Stoombooten. SINTERKLAAS. H. Geloof iij nog aan Sinterklaas, Piet? P. Wat meen je daarmee Of het pleizierig is dat hij eens in een jaar komt, om ons wat te ge ven, zeker geloof ik daaraan. H. Neendat meen ik nietmaar ben je nog zoo kinderachtig te gelooven, dat er zoo'n man is, die presentjes brengt? P. Wel jongen, als hij er niet was, zou hij ze niet brengen en jij wilt ze toch ook wel hebben. H. Jadat welen er zijn wel ouderen en wijze- rendie ze ook gaarne krijgenmaar wat ze ver tellen van dien bisschop en zijn knechtdat zijn toch maar praatjes, 't Is je vader of moeder of je tante of een vriendelijke buur, die je bedenken en dan zeggendat het van Sinterklaas komtmaar 't is een leelijke fopperij. P. Ik vind dat zoo leelgk niet. Ik weet nog best, hoe ik vroeger bang was voor dien ouden man en zijn zwarte knecht, en wel zes weken voor Sinter klaas, was ik al veel zoeter dan anders en zes we ken daarna was ik het nog, want anders haalde Sinterklaas het weer weg. Vondt je dat dan zulk een slechte fopperij 't Zou misschien voor vele groote meuschen ook wel goed zijn, als ze aan een Sinter klaas geloofden, die ze een poosje op het goede pad hield. H. Maar, Piet, 'tis toch eigenlijk liegen en be driegen en je weet wel, dat dat niet mag. P. Wel, brave jongen, wat laat jij je beetnemen. Vooreerst hebben ze mij nooit opgestreden, dat er hier of daar werkelijk een Sinterklaas is, althans niet, toen ik wel begrijpen kon, dat zoo'n oude stumpert niet uit Spanje komen zouom hier koekjes te brengen dan hebben ze wel volgehoudendat het van de Sinterklaas kwammaar dat beteekende zeker zoo veel, als van de Sinierklaas-dag of gelegenheid. Neen, weet je wie wel harder liegen, die zeggen, dat ze met Sinterklaas niets ophebben en toch zoo stilletjes meedoen en wat het bedriegen betreft, ik heb nog nooit gehoorddat iemand slecht geworden isomdat hij een borstplaat uit den winkel had op gegeten denkendedat Sinterklaas die gebracht had. II. Maar ze zouden ons toch wel wat gevenzon der dat gekke praatje. P. Dat kan je begrijpen, ze zouden het wel ver geten, als er geen Sinterklaasdag kwam. Ze zouden de winkeliers leelgk foppen, als ze dat oude gebruik af schaften, en er zouden veel vroolijke gezichten min der zijn, vooral onder ons, die niet alle dag wat moois of wat lekkers krijgen. H. Ja maar, dat kan toch best zonder dat flauwe praatje, dat, zooals ik wel eens gehoord heb, heel verkeerd is. P. Mijn beste jongen zonder datgeloof mekreeg je niets. Neen, wees maar blij, dat er van 'tjaar weder wel vijfentwintig Sinterklazen zijndie geld liehhen opgehaald, om ons ook eens pret te laten hebben. Of als je het zoo slecht vindtblijf dan maar 't huis en neem vooral geen presentjes aan. H. Ochik wou veel liever dat ze die Sinterklaas er maar aflietenmaar P. Maar je zult het toch maar aanpakken en je zult het er heusch niet aau proeven. En weet je wat mooier zijn zou, als je er maar rond voor uit kwam, dat je het prettig vindt, en als je die goede lui, die zorgen dat wij ook wat krijgen, eens harte lijk bedankte, in plaats van met een benepen ge zicht, watje krijgt, aantepakkenalsof je in je vinger gebeten werd. H. Ja, zie je,'t is wel vriendelijk van die menschen, maar weet je P. Ik weetdat als men je goed wil doenge dat dankbaar moet aannemen, en dat, als zij, die veel pleizier hebbenje ook een onschuldig pretje willen gevenje daar dan ook wel van genieten mag. Mijn vader zegt altijd: ,,pret hebben is goed, als je er maar niet bij kleuren moet en als je dan maar weer goed aan je werk gaat. En of je aan Sinterklaas gemoft of niet't doet er niet toeals je maar be grijpt dat die het beste doetook het meeste krijgt, waar het dan ook van daan komt." H. Zie jij er dan heusch geeu kwaad inaan Sin terklaas mee te doen? P. Niemendal! Ik wou maar, dat ze allemaal er aan mee konden doenen als jij met je portie naar huis gaat en je ziet er soms een, die niets kreeg, deel dan met hem, dan smaakt het nog lekkerder. H. Odat zou ik graag doenal was het daarom alleen, zal ik dan maar meegaan. P. Prompt, mijn jongen, en als die zoogenaamde Sinterklaas je dan leert: dankbaar ontvangen blij ge nieten gaarne mededeelenje zeiven en anderen gelukkig maken, dan zal je naderhand nog zeggen: „leve Sinterklaas." IV E I) SR L A IV D. Te Zwolle heeft zich eene commissie van eenige heereu en werkbazen gevormd, met het doel timmer lieden zonder werkwerk te verschaffen. Door ver mogende ingezetenen gesteund, is men begonnen de werklieden aan huisvoorwerpen van hnishoudelijken aard te laten vervaardigen. Een bekwaam scheikundige, professor Artus heeft metselkalk, zooals de oude Romeinen die gebruikten, chemisch onderzocht, met het doel om zoo mogelijk het verloren gegaan geheim der bereiding te leeren kennen. Dit is hem gelukt. Althans is hem gebleken, dat zij bij één deel kalk drie doelen fijn zand voeg den en dit vermengden; kort vóór het gebruik daar van wordt er s/4 gedeelte fijn gestooten ongebluschte kalk bijgevoegd en zoo spoedig doeulijk vermengd. De ongebluschte kalk verhit het mengsel, verbindt zich met de kiezelaarde van het zand tot een silicaat binneu zeer korten tijd. Binnen het verloop van een viertal dagen wordt het mengsel zoo hard, dat het moeilijk valt een pun-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1884 | | pagina 1