No. 94. Zaterdag 22 November 1884. 7e Jaargang. WAT N E W S. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 nur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden gepiaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel i^roote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee- jmaal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan a ebt regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. Bedrieg u niet, beste Lezer en denk niet, dat wij een nieuwtje komen opdissehen. We zouden het n hartelijk gunnen als ge tot de nieuwsgierigen behoort, maar we hebben waarlijk ni8ts dan het oudeieder wil gaarne wat nieuws Wat uieuws krijgen is zeker niet verwerpelijk want hoe zuinig men ook zij en hoe net en zorgvul dig, ge kunt er niets aan doen, als uw jas, uw rok ja, zelfs uw kacheluw tanguw ijzeren pot slijt, eu 't is dan maar gelukkig, als men op eene eerlijke wijze nieuwe daarvoor in de plaats kan krijgen. Wat nieuws geven, dat schijnt ook al begeerlijk, want ze zijn er genoeg, die jacht maken op bet ver zamelen van nieuwtjes en die nooit zoo in bun schik zijn, dan wanneer zij de eerste overbrengers van bet nieuws kunnen zijn. En geen wonder, want wat nieuws weten, dat is de begeertedie algemeen is zoo zelfsdat die zeg gen dat ze er niet om gevendoorgaans de ooren het wijdste open zetten, als er een versche nieuws tijding rondgebengeld wordt. 't Schijnt den mensch wel ingeschapen, zooal niet om er naar te vragendan tochom er mede inge nomen te zijn. Noem dat geen ongeluk, al heeft het ook zijne schaduwzijde. Het verlangen naar nieuws en naar het nieuwe ontwikkelt in den mensch veelwat an ders tot zijne schade verborgen blijven zou. Er ligt een prikkel in om te werken en te zoeken en men behoeft het oude niet te veraehteu, om de waarde te erkennen van wat daarop volgt of dat vervangt. Ik heb maar twee bezwaren tegen die nieuwtjes- en nieuwigbeidsjacht.: dat men namelijk zich zoo gemaklijk voor nieuw iu de banden laat stoppen wat niet nieuw is, en dat men zoo haastig is, om het nieuwe toetej uicheueer men uog weet of men er pleizier of verdriet van hebben zal. Eigenlijk is er, zooals wij weten, niets nieuws on der de zon. Op elk gebied komt zoo nu en dan het oude weer eens bovenniet eens altijd iu veranderde vormen, 't Is dan slechts nieuw voor ben, die het nimmer zagen of hoorden en er zich mede vermaken, alsof het nooit te voren ware vernomen. De ijdel- heid verkoopt gaarne voor verscli en pas in de wereld gekomen, wat soms al eeuwen bestond, maar tijdelijk van de baan was, en sommigen weten dat in zulk een mooi pakje te stekendat men werkelijk er vreemd van opziet en een prijsje geeft voor de vindingrijkheid van hemdie toevallig iets ontdekte, waarvan hij vroeger geen kennis droeg. Zoo gaat het ook met de denkbeelden der menschon. Ze moeten, evenals veel ouds in de winkels eens op gepoetst en wat gefatsoeneerd worden en dan bekijkt men met een open mondwat men kort te voren geen aankijken waardig keurde. Wie er slag van heeft eene gedachte aan de markt te brengen, die voor het oogenblik welkom is, kan zich voor eeu vernuftig mensch laten gelden. Wat in den smaak valt, trekt aan, en, als men het vroeger niet opmerkte, dan zal men u nu bewijzendat het nooit bestond en daaraan moet vastgehouden worden. Het weer nieuw maken van hot oude is eene kunst, die do slimmen met ree1 talent beoefenen. Dikwijls wordt eenvoudig opgeraapt, wat reeds lang verworpen was, wat het gezond verstand onbruikbaar oordeelde. Als er een voordeeltje, van welken aard ook mede te be halen is, dan vooral wordt het nieuwe, dat eigenlijk oud is, uitbundig geprezen. Eu zoo zien wij ze dikwijlsdie bij al hun gehechtheid aan het oude met het nieuwe medegaan, omdat ze niet doorzien, dat er een pakje aangetrokken iswaardoor het wer kelijk oude onkenbaar is geworden. Meegaan en dwepen soms met wat nieuws is ook al een oude karaktertrekmaar die telkens weder verjongd voor den dag komt. Men heeft nooit beter gewoond, dan in bet nieuwe huis, totdat de gebre ken daarvan zich openbaren; men beeft nooit beter leveranciers gehad dan de tegenwoordige, totdat men ervaart, dat zij ook al beetnemen; men had nooit beter vriend, dan die nieuwe, die echter bij door proeven bitter tegenvalt. Als er eene nieuwe winkel in de stad geopend wordt, dan is die van allen de mooiste; de waren zijn de beste; de bediening is de vriendeliikste; de prijzen zijn de eivielste; de klan- disie is het drukste; totdat er weer wat nieuwers komt, of men door ervaring begint te zien, dat het oude eigenlijk niets minder was en dat men zich slechts door het algemeen geroep liet opwinden en verleiden. Het spreekwoord van de nieuwe bezems wordt zelfs bij de grootste voorstanders van het oude nog altijd bevestigd. Een mensch leeft bij de ver andering, en wat het vorige vervangtbehaagt door gaans omdat het aan die neiging voldoet. Als een kleedingstuk u knelt, dan is eeu ander het nieuwe, dat niet knelt zoolang veel beter, tot gij ontdekt, dat bet eigenlijk veel te wijd is. 't Is soms grappig den ophef te zien en te hoorenwaarmede het nieuwe begroet wordt. Met een glans van vergenoeging op het gelaatzal men u den lof daarvan verkondigen en integendeel met eeu vergramd gezicht aanzien als ge öf de waarde van het nieuwe in twijfel dnrffc trekken öf als uwe meening zegt, dat het verstan dig is liet oordeel nog wat uittestellen, totdat men nader kennis heeft gemaakt met de deugden en ge breken van het hooggeprezen nieuwe. Het kan toch iu zijn soort onberispelijk goed zijnmaar niet aan de bestaande behoefte vol doen en dan heeft het spoedig weder uitgediend. Eeu min of meer langdurig bezit van het nieuwe doet er gebreken in opmerkendie eigenlijk daarin niet aanwezig zijn, maar die mes daarin meent te zien, omdat men alweder naar wat anders verlangt. Personen en zaken staan daarom altijd aan allerlei onbillijke bejegeningen bloot, omdat men veel meer rekening houdt met eigen veranderlijke inzichten dan met den aard en de waarde, die het eenmaal nieuwe onveranderd bezit. Dat zijn altemaal schaduwzijden van een overigens gelukkige ueigiug van den menschof liever, dat zijn de verkeerde opvattingen en toepassingen, die daarmede verbonden worden. Nieuwe artikelen voor den handel geven leven en voordeeleen nieuw snufje geeft den winkelier een vermeerderd debiet; een nieuw boek wekt den leeslust op; eoue nieuwe ge dachte kau den geest van velen wakker maken en opscherpen. In één woord, wat nieuws is niet te

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1884 | | pagina 1