No. 92. Zaterdag 15 November 1884. 7e jaargang. Dit blad verschijnt icderen Woensdag en Zaterdag De prijs per halfjaar f O.oO, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommers zijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden gepiaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel [Groote Letters en Afbeeld. naarplaatBrTlil^l, iBij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. BESTEN TOONDAG. 'tWas inderdaad dit jaar een beste. Eene heldere zonneschijn, een frissche lucht, een groot aantal koeien en eene menigte boeren en boerinnenwat zou men meer kunnen verlangen. Of er veel zaken gedaan zijnveel verdiend is, veel genoten werd, zouden we niet durven zeggen. Het veezegt menis goedkoopde inkoopen wor den minder en pleizier is er niet veel te halen, dat is zoo de gewone klacht, die, als ze gegrond is, niet aan veel genot denken doet. Zou het dan wel een beste Toondag geweest zijn? In ieder geval was het: een Toondag. Men moet de oude gewoonten niet afschaffener is voor enke len toch wel eenig voordeel uittehalen, en er komen er velendie zieb wijs maken dat ze pleizier hebben. Ik ben er nog niet achter, waarom men van een blinden en van een besten Toondag spreektmaar dit kunnen we wel vaststellen, dat men de laatste altijd boven de eerste gesteld heeft en daarom in den over- treftenden trap beeft gesproken. Toen bet vleeseb nog goedkoop was en ieder zijn halve koe slachtte of een voet vleeseb voor den win ter kocht, bood die Toondag de gelegenheid aan den stedelingom alleen of met zijne vrienden een beestje te koopen en kwamen de landlieden met bun vee, meest om in de behoeften der stadbewoners te voor zien. Later werd de Toondag meer een dag van han del waarop kooplieden ook van elders kwamenom voor bunnen veestapel aankoopen te doen. En sedert de veefokkerij uitgebreid wordt en men begint inte- zien, dat de zuivelbereiding op den voorgrond moet komen, is het eene verstandige instelling, om den besten Toondag nog door een paar marktdagen te doen volgendie evenzeer als Toondagenal zijn bet dan geen beste, worden beschouwd. Ondertnsschen is door die vermeerderde veemarkten bet oorspronkelijk karakter van den besten Toondag verloren gegaan en het schijnt weldat het landvolk datbewust of onbewustook gevoelt en dat dienten gevolge de drukte, door bet razende en tierende volk veroorzaakt, afneemt. Wij zijn geneigd daarin een zekere vooruitgang optemerken. Niet een zoodanigedie de vrucht is van meer nadenken en overleg, van meerdere bescha ving en lust tot betere dingenmaar een vooruitgang die door den drang der omstandigheden wordt teweeg gebracht en die in ieder geval eene oorzaak van ver blijden isomdat een ingeworteld kwaad daardoor in? omvang is afgenomen en misschien langzamerhand geheel ophouden zal. Men behoeft zich niet bezwaard te maken over die enkelen, die klagen, dat een beste Toondag hun zooveel voordeel niet meer aanbrengt dan vroeger. Vooreerst deolen zij slechts in het lot van zoo velen, die door verandering van tijden, zeden en omstandig heden de bron van hunne inkomsten eenigszins min der zien vlooien; voorts staat bun den weg open, om bij verandering van tij de bakens te verzetten, dat is, langs andere wegen bun voordeel te zoeken; en dan, wij leven niet meer in den tijd, toen om en kelen te bevoordeelenlasten werden opgelegd aan allen; meer en meer komt men tot de overtuiging, dat bet algemeen belang op den voorgrond moet staan en dat ieder voor zich op de verbetering van zijn tijdelijk bestaan nit moet zijn, langs dien weg, die door den tijd, waarin men leeft, aangewezen wordtslechts onder de bepalingdat het eigenbelang niet tot verkeerde practijken mag leiden. Nog altijd toont juist de beste Toondag, dat ve len niet tot de besten willen behooren en zich aan allerlei dwaasheid en ongebondenheid overgeven. De ruwheid, die voor gepaste vreugd, dolzinnigheid en uitspatting verkiest, geeft op zulk een dag aanlei ding tot treurige opmerkingen, omtrent bet lage, verstandelijke en zedelijke standpuntwaarop eene groote menigte nog staat. Al beweren sommigen ook, dat het godsdienstig leven juister gezegd het ker kelijk leven zich ten bate, ook van de bevolking ten platte lande, uitbreidt, zulke beste Toondagen geven duidelijk te ziendat een zuivere leer niet bij allen bet leven zuivert van onedele en lage bestand- deelen. En bijna zonden wij wenschen, dat er wat minder gehechtheid aan hetgeen men het ware noemt, werd gezienals het gepaard kon gaan met wat meer ernst in het betrachten der eerste beginselen van ze delijkheid en deugd. Wij zijn niet van de leer, dat deze laatsten door. strenge en beperkende wetten moeten verkregen wor den maar wij hadden juist op den laatsten Toondag weder gelegenheid op te merkendat die wetten een keilzamen invloed uitoefenen. Meer dan eens boorden wij de landjeugd, te midden van bare groote opgewondenheiddie tot vernederende uitersten dreig de over te slaanelkander waarschuwen met de woor den „denk om de drankwet." Het mag spottender wijze geschied zijn maar bet getuigde toch van eeni- ge vrees voor do bij de wet bepaalde straf, en be wees alzoodatkan eene wet al geene brave men- scben maken, zij toch van het kwaad terng honden kan en daardoor misschien tot betere, gedachten aan leiding geven. Toondagen bewijzen even als kermis dagen, dat er nog eene groote schare is, die, even als de kinderen in banden moeten gekneld worden om niet uit bet spoor te vallen, en al zijn wij de eerste om te erkennen, dat een rustige avond na een woelige Toondag, bij vroegeren tijd vergeleken, nog geen het minste bewijs geeft, dat de menscben werkelijk zooveel beter geworden zijn, toch zijn we dankbaar, dat, zij bet dan ook door eene strenge wetsbepaling, eenigen grens is gesteld aan de bijna dierlijke grofheden, die den besten Toondag tot een der slechtste levensdagen maakte. Wat men nu bet beste noemt, moet, oin in de volkstaal te spreken, nog beterder worden. Wij zijn nog nietwaar wij komen moeten en laat ons maar niet ongeduldig wordenwant de scherpo kanten van een volkskarakter kunnen niet op eens verdwijnen zij moeten door den tijd worden afgeslepenen meer nog door die volksontwikkeling, die de eenigewaar borg is voor de voortdurende heerschappij van bet goede. Wij kunnen daarom den wenseh niet onder drukken dat men nog eens van een besten Toondag zal kannen sprekenin dien zindat de menschen toonen, dat ze best zijn. Dat zal ook voor de stof felijke belangen geen nadeel zijn. En hopen wij voor onze landgeuootendat do handelsdagen in omvang

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1884 | | pagina 1