▼QIi
No. 80.
Zaterdag 4 October 1884. 7C Jaargang.
Dit blad verschijnt iederen Woensdag en
Zaterdag
De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
Afzonderlijke nominers zijn a 1 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIES voor Dinsdag
en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den
uitgever j. A. ROSS, Goes.
Oplaag 1500 Exemplaren.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per rege1
(rroote Letters en Afbeeld naa
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der
zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee
maal berekend, uitgezonderd Dienstaanpxagen.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
VA A ALLES WA'
Men spreekt wel eens van mensekendie van alles
wat en dus eigenlijk niet veel weten en meent dan
terecht, dat znlk een hutspot weinig begeerlijk is,
omdat niemand er door verzadigd wordt.
Anderen weer zeggen, dat het heel pleizierig is,
van alles wat te weten. Ze vinden het uitstekend1
dat het onderwijs in onzen tijd veelzijdig is en bewe
ren ook al terecht, dat het een groot geluk is, niet
maar cm over alle dingen te kunnen meepratenmaar
onr door eene uitgebreide kennis zich zei ven en an
deren nuttig te kunnen zijn.
Van hoeveel belang het ook zij, zich op eene en
kele zaak bijzonder toeteleggenzoodat men die van
alle kanten bekijkt en daarin geheel te buis istoch
kan, ook voor de rechte beoefening van een of an
der bijzonder vak, eene algemeene kennis niet anders
dan bevorderlijk wezen.
Het „onderzoekt alle dingen" isintusschen lang geene
algemeene leus, tenzij bij ben, die door ijdele nieuws
gierigheid gedrevenoveral den neus insteken en dan
bij voorkeur in die zakenwaarmede zij niet noodig
hebben. Aan het algemeen onderzoek staan allerlei
vijandelijke machten in den weg. Bij den eenen is
het de onverschilligheid, die zegt: wat kan mij dat
schelen; bij den ander de gemakzucht, die liever
anderen voor zich laat denkenbier is het de dom
heiddie niet schroomt te zeggen, dat gij niet weet,
waartoe deze dingen dienendaar het vooroordeel
dat reeds heeft afgekeurd en verworpen voor het op
de hoogte was om te kunnen oordeeleu. Dit laatste
vooral verschanst zich gaarne achter het schoon klin
kende: ik houd mij maar aan dat eene, dat bekend
en beproefd is en laat mij door andere diDgen niet
aftrekken of in de war brengen.
Er is eene bijzondere aanleiding, waarom wij die
oude wijsheid nog eens ophalenof'het ons gelukken
mocht den eenen of anderen dwalende terug te
brengen.
Wij naderen weder aan den tijd, waarin velen,
meer dan anders, gelegenheid hebben van een en an
der kennis te nemen daarover natedenkendat ver
der natesporen eu zich op de hoogte van het minder
bekende te stellen; althans zich nieuwe denkbeelden
te verzamelen, die voor geheel het loven van nut
kunnen zijn. De winteravonden staan voor de deur;
de lange avonden, waarop menige arbeid moet stil
staan en die daarom door den werkzamen raet even
veel tegenzin worden verwacht, als door hen, die
zich altijd vervelen, maar bet meest, als ze niet uit
en heen en weder kunnen loopen.
Tochhet behoeft niet gezegdis er een voortref
felijk middelom die avonden pleizierig doortebrcngen
wanneer men die of tot lezen, gebruikt, of tot znlk
een gezellig verkeerdat het nuttige met het aan
gename weet te vereenigen.
Ik spreek thans alleen van het lezen.
Tot miju leedwezen ken ik er velen, die daar niet
van houden; die liever een g'eheeleu avond zitten te
geeuwenelkander aan te kijkenzotteklap te ver-
koopen, of te dutten. Ik ken ze, die zich
niet schamenronduit te zeggen„ik houd niet van
lezen", en die dan ook duidelijk laten blijkendat ze
van niets weten, zelfs zonder zich daarover maar
eenigszins te schamen.
Er zijn echter ook velen, wien de winter welkom
is, omdat ze nu eens lezen kunnen, wat op de lange
dagendoor vele bezigheden onmogelijk is.
Om aan deze te gemoet te komen, heeft het Nuts-
departement in onze gemeente eene bibliotheek op
gericht en evenals alle jaren, wordt ook nu weder
den voike verkondigddat men wekelijks kosteloos
boeken verkrijgen kandatalzoo wie lezen wil
lezen kan.
Die bibliotheek bevat allerlei soort van boeken,
zoodat de meest niteenloopende mensehen er bevre
diging kunnen vinden. Er is echter nietsdat een
1 verkeerden smaak kan voldoen. De boeken zijn met
zorg gekozen en wij durven gerust zeggen: al wat
vandaar komt, kan nuttig zijn, in elk opzicht, als
men er maar een goed gebruik van maken wil.
j Toch bestaan er tegen die bibliotheek bij velen
vooroordeelen en worden somtijds zelfs pogingen ge
daan, van het gebruik daarvan aftehouden, wat dan
gewoonlijk vergezeld gaat met de aanwijzing van an
dere boekverzamelingenwaarin uitsluitend ernstige
of laat mij liever zeggen godsdienstige lectuur wordt
gevonden.
Voor zoover deze laatsten veel bevattenwaardoor
gezonde godsdienstkennis kan bevorderd wordenver
blijden wij ons over baar bestaan en merken al aan
stonds op, dat juist in dat bestaan eene reden gelegen
is, waarom de Nutsbibliotheek daarvan minder bevat,
want in eene kleine plaats als de onze, zou het dwaas
zijnin verschillende verzamelingen allen dezelfde
hoeken te hebben, zoodat het ,,elk wat wils" niet
meer zon bestaan.
Ook huiten de bepaald godsdienstige zijn er vele
zeer nuttige boeken, waarnit men eene onmisbare
kennis trekken kan, waarmede men den geest, ook
ter nitspanning, gerust kan bezighouden. En wij
achten het niet alleen goed, maar noemen het zelfs
een plicht ookdie - te lezen.
Ze zijn de vruchten van den menschelijken geest,
die van hoogen aanleg getuigt en die bij anderen
zoekt te ontwikkelen. Als zoodanig mag men ze niet
verachten of geringschattenmaar moeten ze hoog
gewaardeerd worden. De waarlijk ernstig denkende,
is er van overtuigd, dat zooveel wetenschap niet ge
geven isom geminacht te worden en dat het bescha
ven van den geest niet minder de roeping van den
mensch isals het reinhouden van het leven. Wat
men noemt het hoogere zoekensluit ook indat
men het verstand veerijke, en geschiedenis en ervaring
leeren duidelijk, dat waar het verstand het meest in
goede richting ontwikkeld is, ook het leven den
meesten vrede, den besten welstand, het hoogste ge
luk te genieten geeft.
Heeft iemand uitsluitend smaak voor en behagen
in ernstige lectuurwel nuwij kunnen niet anders
dan dat prijzen en verblijden ons, dat bij niet vruch
teloos daarom vraagt. Maar hij boude ons ten goede,
dat wjj hem aauradenom niet alle andere lectuur
te versmaden en de proef te nemenof men niet
iu den waren zin eerst ernstig wordt, als men de
waarde van kennis en wetenschap heelt leeren kennen.