Woensdag 20 Augustus 1884. Jaargang. Dit blad verschijnt iederen Woensdag en Zaterdag De prija per halfjaar f 0.50, franco per poet f 0,90, waarover per halijaarlijkache kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke noramers zijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVEItTENTIEN vóór Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en D.ïenstaanvragen worden geplaatst tegen 5 eent en Advertentiën tegen 6 cent per regel. Groote Letter» en Afbeeld. naarplaataruimt». Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der- zelfde advertentie wordt de prijs alecht» twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentien, als: Greboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. NEDERLAND. El' is eene wet in aantocht tot reorganisatie van de Staatsloterij. Men zegt, dat de strekking daarvan is, de landskas meer te bevoordeelen en zoogenaamd het spel te beteugelen. Wij begrijpen echter niet best, hoe dit kan samengaan en gelooven, dat eene geheele afschaffing alleen in het belang des volks is. De schatkist heeft zeker veel noodig, maar moest niet gevoed worden met onredelijke kost, zooals drankaccijnsloterijspel en dergelijke. Als men iemand in het leven houden wil met hem schadelijke spijzen te eten te geven, dan zal men het leven niet lang rekken maar een spoedige dood des te zekerder maken. De nieuwe wet op de echtscheiding werktzoo, dat men nu al spreekt van 4000 aanvragen bij de rechtbank te Parijs. Wij zouden in bedenking geven, het wets artikel, dat bij de huwelijksvoltrekking voorgelezen wordtte wijzigenvoor zoo ver het de verplichting oplegt aan de vrouwom den man overal te volgen. Men zal nu maar best doen de ecbtgenooten te laten beloven, dat zij elkander na eenige jaren weder zul len verlaten. Dat zou de zaak veel eenvoudiger maken. De Familiebode is haren vierden jaargang ingetreden. Met genoegen maakten wij kennis met de reeds versche nen No's van dit weekblad. De Redactie schijnt geheel buiten eiken strijd der partijen ware uitspanningslectuur te willen leveren. De Gasten van Sceamii, door G. van Been is eene Novelle die vooral met het oog op de verwikkelingen door de valsche profeten der Mahomedanen in Egypte teweeggebracht, zeer veel actualiteit beoogt, terwijl Ben-Akida door Geraeda een zeer geestige Humoreske isdie door allerlei' verwikkelingen zeker bij de lezers menige lachspier in beweging zal brengen. Verder merkte wij nog op de Eer der Ontdekking, F EUÏLLETOJSL WAS HIJ 9. HET? Zij aten en dronken en waren overgelukkig. Van den dokter kunnen wij dat bepaald beweren, en het rozige vroolijke gelaat van zijne slanke dischgenoote, het heldere lachen van het kleine mondje, het onge dwongen vragen en antwoordenmocht ook wel doen geloovendat zij ook recht hartelijk vroolijk te moede was. „Ik moet biechten lieve dame." zeide de dokter onverwacht; „ik heb u gisteren niet de volle waar heid gezegd." Haar kleur werd iets bleekermaar zij bekeerschte zich en zag hem vragend aau. Ik sprak van mijn huis, en over ruijue toestanden. „Dat alles heb ik gisteren getrouw geschilderd, maar over mijne praktijk, heb ik met een zeker zelfgevoel gesproken, dat gij zoudt kunnen vermoeden, dat ik een zeer gezocht geneesheer ben. Dat ben ik echter niet. Ik heb bijna nog geen praktijk, en kan van mijn inkomen voorloopig nauwelijks een jongen onderhou den hoogstens „Hebt gij arme patiëuton," viel zij hem lachend de levensschetsen van H. W. Daendels en de Parijsche correspondent van de Times, een paar zeer wetens waardige geschiedkundige mededeelingen en een paar allerliefste gedichtjes van J. R. Arnold. Ongetwijfeld zal de Familiebode bij den geringen prijs (1 2,30 per jaar van 52 afleveringen) een ruimen lezerskring vinden. De papiernijverheid dacht vóór eenige jaren een gemakkelijk middel van schriftelijke gedachtenwisse- ling uit, briefjes die zonder omslag en toch gesloten konden worden, het zg. „mot a la poste", de ver beterde briefkaart. De Belgische postadministratie zag daarvan dadelijk de beteekenis indaar voor het brievenvervoer aan de spoorwegmaatschappijen per ge wicht wordt betaald, begreep de Belgische regeering, dat die dnnne briefjes, minder zwaar wegende, ook goedkooper konden vervoerd wordenen zij stelde hen gelijk met de briefkaarten, gaf zelve die briefjes uitgeriefde daarmee het verkeer en nam tevens het hoofdbezwaar weg, dat tegen de briefkaarten nog steeds bestaat, nl. de openbaarheid van het daarop geschrevene. Waarom vraagt de N. Zutf. Ct. heeft onze postadministratie op die eenvoudige en practische ver betering hare aandacht nog niet gevestigd? Waar om is de tot veel misbruik aanleiding gevende open briefkaart nog niet, feitelijk, vervangen door dien nieuwen vorm van briefwisseling? Het antwoord op deze vraag is spoedig gegeven: omdat men in Nederland met alles achteraan komt. In de laatste dagen zijn zoowel in Engeland als in Frankrijk beambten der spoorwegmaatschappijen en voorbijgangers deerlijk gewond door flesschendie onnadenkende reizigers uit de spoorwegwagens wier- peu. Eindelooze wroeging zou de man hebben, die in de redezooals het scheen verlicht door deze mede- deeling; „die gjj kosteloos geneest, en er hen zoo moge lijk nog iets bijgeeft. „Hoe weet gij dat?" „Nu ik geloof het van u, ik houd n voor goed." Zij bloosdehet scheen dat haar het uitspreken van deze gedachte berouwde. „Gij houdt mij voor goed vroeg de dokter overge lukkig; „wat kan ik meer wenschen als dit." „Wij vergeten geheel en al den tijd," zeide zjj haastig; laat ons den trein niet missen; hoe laat is het?" „Onze dokter dacht: „weer niets! en ik had zoo'n goeden aanloop gemaakt." ,,Nu, gij hoort het niet, heer cavalier?" toen stond zij op. „Jawel, jawel," antwoordde hij, terwgl hij haar voor beeld volgde. „Het is kwartier over negen." „Dan moeten wij ons baastenzeide zij bijna ang stig. „Over een uur gaat de trein. Wij hebben nog een half uur noodig, om het station te bereiken. Ik zal naar boven gaan, om mij gereed te maken." „Mag ik uwe reistasch beueden halen?" „Die haal ik zelf!" antwoordde zij onrustig, en vlug als eene ree verdween zij achter de bloemen. „Nog maar een uur," zeide de dokter, „en dan is de schoone droom uit. Ach, ik zie, dat ik niet.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1884 | | pagina 1