No. 22. Zaterdag 15 Maart 1884. 7e Jaargang. Dit blad verschijnt lederen Woensdag en Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.50, franco per post f 0,90, waarover per halfjaarlijksche kwitantie wordt beschikt. Afzonderlijke nommors zijn a 1 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIEN voor Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij den uitgever J. A. ROSS, Goes. Oplaag 1500 Exemplaren. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel. Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing der zelfde advertentie wordt de prijs slechts twee maal berekend, uitgezonderd Dienstaanvragen. Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. MOETEN -- WILLE X. De mensch is een raar wezen. Leg hem een stroo- halrn voor den voet en hij zal jammeren of het een dikke balk ware en plaats hem, op een anderen tijd, voor wel zes balken en hij zal er over heen sprin gen of het een stroohalm ware. Geef hem een of ander werk, dat een kind wel doen kan en hy zwoet er al van, als hij het maar ziet en iaat hem een vol genden dag een werk ziendat wel een stoommachine vereischen zou eu hij doet het op zijn gemakzon der dat het hem een enkelen zweetdroppel kost. Of het een geheim zijn zou, dat slechts enkelen bezittendie wij met verbazing aanstaren vanwege hunnen arbeid en kracht? Ik geloof het niet, dat ze er een of ander kunstje op weten, maar houd het er voordat zij willen als zij moeten en een mensch weet nietwat hij al doen kan, als er de wil maar is. Zeg nietdat die van zelf volgen moet, als de nood dringt, want de meuschen worstelen soms nog veel harder togen de noodzakelijkheid als tegen het werk zelf. Het is dikwijls veel moeieljjker iemand te laten beginnen, dan hem een of ander te doen vol brengen. Er is nauwelijks iets, dat zoo onaangenaam is, als het niet willen, wanneer men moet; we zonden haast zeggen: er is niets zoo dwaas en zoo onvrucht baar. Toch zien wij het maar al te dikwijls, en wie weet of we er zalven niet schuldig n zijn en het ook hij ervaring weten al zijn we ~èiv_nog niet wij zer door geworden. Men spreekt wel eens van een heilig moeten. En niet ten onrechte; want er ligt daarin eene kracht, die de schoonste redeneering soms niet uitwerken kan. Als het zeker te berekenen valt, dat men geen eten hebben zal, als men niet werkt, dan moeten de handen wel uit den mouw gestoken. Maar ongelukkig, wie dat onwillig doet. Het valt hem zwaar, het verveelt hem spoedig, hij doet het al zuchtend en brommenden het einde is dikwijls dat er niet veel van terecht komt. En al hebt ge ook het grootste gelijk als ge zegt, dat het hard of bezwarend of zolfs onredelijk isal dat praten baat u nietals de noodzakelijkheidde overmacht u voort drijven eu het is dan maar het best zich te schik ken en te willen, wat nu eenmaal moet. Het beste isdat maar vroeg te leerenwant wie het jong niet leerdewordt doorgaans voor zich zei ven een ongelukkig en voor anderen een onhandel baar mensch. Daarom is het zoo dwaas, dat men kinderen dik wijls wil wijs maken, dat ze geen wil hebben. Voor eerst gelooven ze het niet, ten anderen toonen zij het wel anders en wat het ergste isals reeds zoo vroeg de wilskracht verlamd wordtdan kan er geen zelfstandig mensch uit groeien. Natuurlijk wil dat niet zoggen, dat aan het kind alles maar moot ingewilligd worden, want die dik wijls hnn zin krijgenworden eigenzinnige dwinge landen en zijn lastige passagiers. Maar het dient bijtijds ingeprent en gewaarschuwd, dat de wil zich nog dikwijls zal moeten huigen en dat het moeten minder zwaar valtals men het onvermijdelijke ook wil. Daarom wordt niet gevergddat wij alles even mooi vinden of ieder pleizierig vinden maar 't is heel wat anders een bittere pil te slikken of het suiker wasals de pil er door moetdan te zeggen, dat het lekker is, al wil men zich gaarne den bitteren mond getroosten. De dagelijksehe ervaring plaatst ons gedurig voor allerlei zaken, die we wel anders zouden willen, te recht of te onrechtmaar zij leert ookdat het pak lastig te dragen is, dat men afwerpen wil, maar dat stevig op de schouders wordt gebonden. Doch als we zeggen: wil Wat moet! dan dient er bijgevoegddat eerst dat moeten duidelijk moet blij ken. Men maakt zich wel eens wijsdat iets moet gebeuren, omdat men het wil, of men geeft te spoe dig toe aan een drangdie wel beschouwd moest achterblijven. We moeten ons zeiven niet te spoedig vertrouwenals, of we nooit door eigen ik en eigen wil in de maling gebracht werden, en we moeten ook over onszelven wat te zeggen hebben, dat we niet den eersten den hesten als de wettige comman dant erkennen. Er zijn altijd slechte vrienden, die met u sollen willen en het heel aardig vindenals gij wiltwat zij zeggen en hoe gedweeër gjj zijt, des te eerder loo- pen zij u over het lgf. 't Is daarom zaak goed nit de oogen te zienen als ze u dwingen willen over den sloot te springeneerst te zien of er niet hier of daap een brug is, waarover gij zonder gevaar gaan knnt. Maar wie n overtuigtals gij het u zeiven niet doet, dat ge u schikken moet in de omstandigheden, volg dien gerust en doe het gewillig, hij geeft u een goeden raad. Want als ge niet wilt en toch moet dan zijt ge niet veel beterdan de trek hond die met den zweep wordt voortgejaagd en die destemeer slagen krijgt, naarmate hij onwilliger is, om den wagen te trekken. NEDERLAND. De vleeschzon gaat op! Reeds voor eenige dagen werd uit Middelburg bericht, dat de slachters aldaar den prijs van het vleesch verminderd hadden. Nu lezen wij weder van een varkensslachter aldaar, die liet vleesch 10 ct.. minder en het kilo spek voor 80 ct. verkoopt. De vleesehslachtenden schijnen dus me delijden te krijgen met de vleeschetendendie lang genoeg gevast hebben. Maar wat haat ons het voor deel der Middelburgers, zal iemand zeggen. Yoor het oogenhlik niet veel, maar wij hopen, dat wij ook eene beurt zullen krijgen. Ten ware men moet aan nemen, dat de Walchersche varkens goedkooper of de Middelburgsche slachters minder baatzuchtig zijn. In Amsterdam is eene fabriek, waar per stoom kleederan worden gemaakt, en het schijnt liaargoed te gaan, daar zij opnieuw uitbreiding aan hare in richtingen heeft gegeveu. Of ze duurzamer zullen zijn, dan die met de hand gemaakt worden? Wij weten het niet, maar voor die fabriek is het niet te hopen en voor de honderd en één kleedermakersbazen heelen en halven, zou het waarlijk geen voordeel zijn. Het dragen der wapenen door soldaten buiten dienst,

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1884 | | pagina 1