eeu weinig dat te kort te dekken, was ieder ver
langend te weten, welke die nieuwe belastingen zou
den zijn. Thans is die vraag beantwoord en wij weten, dat
de Minister, voor eerst de invoer van grauon en van
hout wil heiasten, voorts de thee, en dan nog de
buitengewone opeenten op het personeel met 20 ver-
hoogen en evenzoo de accijns op het gedistilleerd, terwijl
aan de gemeenten ontnomen zal worden een deel van
de gelden die nu, afkomstig van de personeels be
lasting, aan haar worden teruggegeven. In alles
dus teruggang en niet alleen verzwaring van last,
maar belemmering ook van den handeldie veeleer
opbeuring behoefde.
Wij erkennen gaarnedat or naar middelen moet
worden omgezienten einde nit dien finnntieelen toe
stand te geraken, maar durven betwijfelen of deze
middelendie slechts voor een zeer klein deel het
te kort kunnen dekken, de best gekozenen zijn. Het
heffen van invoerrechten lokt natuurlijk gelijke be
lasting van wat er uitgevoerd wordt; het belasten
van de eerste levensbehoeften kan niet anders dan
tot verarming van het volk leiden, en het terugne
men van een deel der geldenwaarmede nu de ge
meente noodige en verplichte uitgaven dekken zal,
menige gemeentekas in ongelegenheid brengen en
het uitvoeren van de wet op het onderwijs onmoge
lijk maken. Een en ander maakt de vooruitzichten
treurig. Er schijnt dus geene sprake van eene directe
belastingvan eene die voornamelijk door de bezitters
van kapitaal in portefeuille gedragen wordt; van
eene op artikelen van weeldeenz. Mocht de Mi
nister de Kamer bereid viuden in zijne plannen te
treden, wat wij voorshands nog betwijfelen, dan
zal de ontevredenheid des volks, ware het alleen
over de dan vermoedelijk stijgende graanprijzen zeer
te verklaren zijn. En nu moge men zeggende beste
stuurlui staan aan den walwjj ontkennen nietdat
het niet zoo gemaklijk is andere bronnen van inkomst
aantewijzen, maar ons dunkt, dat de stuurlieden op
het schip, in de eerste plaats moeten weten, welke
klippen te vermijden zijn. Laat ons intusschen niet
vooruitloopen noch donkere wolken schoppen. Men
klage niet voor de slag werkelijk valt en - van
vallen gesprokener zijn al zoovele Ministers ge
buiteld dat wij het zeer mogelijk houdendat deze
Minister met of door zijne plannen van zijnen Imo
gen zetel nederstort.
Als men niet zoo veel had, zou men ooh zoo
veel niet kunnen geven. In het geheel ia door be
middeling van de Ned. Handelsmaatschappij aan de
plaatselijke commissie te Batavia voor de noodlijdenden
reeds de som van f263,000 overgemaakt.
Wij verblijden ons zeer, dat er veel voor de nood
lijdenden in Indië gegeven wordt. Indië heeft ons
zoovele millioenen aangebrachtdie in het zweet des
aanschijns voor ons verzameld werdenhet zou al
zeer ondankbaar zijn, als er nu niet eenige duizen
den werden gegeven tot leniging van den nood van
hendie de vrucht van hunnen arbeid ons moesten
afstaan. En toch meenen wij, dat ook hier het ge
ven met verstand te pas komt. Men kent den omvang
van de ramp nog niet nauwkeurig maar jnist daarom
meenen wij, dat men, alvorens verder ts gaan, na
dere berichten moet afwachten.
Of ze blijde zullen zijn! De Surinaamsche in
boorlingen van de Amsterdamsche tentoonstelling
zullen hier niet overwinteren. Zij zullen zich tot en
met 14 October op de tentoonstelling blijven vertoo-
nen; den 15en zullen zij over Rotterdam en Sou
thampton met de Engelsche mail, via St. Thomas
en Demerary, naar hun land terngkeeren.
Die goede zielen hebben nu eeuige maanden te
kijk gezeten, 'tis nu waarlijk wel, men mag het
niet misprijzen, dat zij naar haard en huis verlan
gen. Maar wij zouden wel eeus willen weten, wel
ken indruk zij van hier met zich nemen. Door dui
zenden zijn zij aangegaapt en misschien om kleeding
en manieren uitgelachenmaar hoe weinigen hebben
er aan gedacht, dat zij daar stonden voor menscheu
uit eene kolonie die wij zoo gaarne exploiteeren ten
onzen hate en die ous niet genoeg naar den zin op
levert. Is de tentoonstelling bevorderlijk geweest aan
de vermeerdering van land en volkenkennis hij den
Nederlander, het is te hopen, dat zij ook mag heb
ben medegewerkt om de Westersche broeders billijk
te leeren beoordeelen en behandelen. Dan zouden die
Surinaamschen zich de reis naar hier niet beklagen.
Hoe men in Utrecht voor de veiligheid der bur
gers zorgt. Dinsdagmorgen omstreeks zes nurontdekte
een nachtwacht te Utrecht, bij zijne ronde, dat de
geheele bemanning der hoofdwacht in verregaanden
staat van dronkenschap verkeerde. Hij gaf daarvan
oogenblikkelgk kennis aan den plaatselijke comman
dant, die een nieuwe wacht liet aanrukken en de
beschonkenen liet arresteeren.
Er is wel eens van gesprokendat het toch geene
onmogelijkheid zijn zou het verkoopen van sterkendrank
aan soldaten op aangewezen tijd en onder bepaalde
omstandigheden te verbiedenmaar er is niets van
gekomen, en zijdie de burgers moeten helpen be
schermen tegen dronkaardsgeven het voorbeeld van
verregaand misbruik. Waarlijk men mocht in de
drankwet nog wel een artikeltje opnemenwaardoor
dit werd voorkomen. Het soldatenleven staat al niet
in goeden reuk, juist omdat onze helden zulke groote
daden doen in het drankgebruik. Waarom wordt
dan daartegen niet gewaakt. Men zou er zoovelen
eenen dienst mede bewijzen, die nu langs dien weg
aan den drank verslaafd raken en inen zou ten minste
iets doen ter gemoetkoming aan de bekommering van
zoovele ouders, die met angst hunne zonen aan een
nuttigen werkkring zien onttrekken. De geheele be
manning eeuer hoofdwacht beschonkenwaarlijk
dat is een treurig maar veelzeggend feit.
Liefdadigheid met verstand Door het Algemeen
Diaken-Gezelschap der. Ned. gemeente te Groningen
zijn 40 woningen (hofjes) afgestaan, om daarvan te
stichten een gasthuis voor den werkende stand. Tegen
een matige inkoopsom, voor gehuwden van f300 tot
f400, voor ongehnwden van f150 tot f200, kunnen
ouden van dagen bij voorkeur leden van het Ned.
Herv. kerkgenootschapvolgens keuze der voogdij
die hierbij te letten heeft op ouderdomgezondheids
toestand behoefte aan opname en gedragopgenomen
worden. Gehuwde lieden genieten daarvoor, behalve
vrije woningeene wekelijksehe uitkeering van f3
ongeliuwden van f 1.25.
ALLERLEI.
Een onderofficier sprak tot zijne manschappen:
„Jongens, jelui weet dat ik een beste kerel ben,
zoo goed als er een looptmaar in dienst hen ik een
kwade. En ik ben altijd in dienst, deukt daarom."
Ongelukken, Dwaasheden, enz,
Een Amerikaansche dame droeg onlangs op een
feest in het Grand Union-hótel te Saratoga voor een
waarde van 105,000 dollars (f262,500) aan diamanten
en 30,000 dollars (f75,000) aan kant. Het genot van
die kostbare kleeding had echter de schaduwzijdat
de dame overal gevolgd werd door twee geheime agen
ten van politie, die haar tegen dieven moesten be
schermen.
't Is of men het er op gezet heeft dezer dagen ons
gedurig te laten lezen van mensehen, die zwaar zijn
van diamanten of die eten met gouden vorken. Bij
al de behoeften van onzen tijd heeft dat iets tergends
en het is alsof men bewijzen wildat de verdeeling
van het kapitaal te wenschen overlaat. Als onze
Minister van Finantiën maar kans zagdie dame in
de schatkist te krijgen, dan behoefde hij de granen
niet te belasten. Hij moest maar beginnen met die
dame hier heen te noodigenlicht kon hij haar van
het lastig gezelschap der geheime agenten verlossen.
CORRESPONDENTIE.
Wegens plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt het vervolg van het
ieuilleton tot een volgend uomtncv tc laten ruston.