doel en strekking, en hoopt het nog menige nutti ge wenk te kunnen geven. Of wij ons doel bereiken zullen Of wij den volks geest zullen kunnen opheffen, verbeteren, bevredi gen? Wij rueenen dat onze lezers zelve veel daaraan kunnen toebrengen. Wil men ons steunen, waar bet noodig is terechtwijzen, ons van goeden raad dienen, wij zijn leergierig genoeg om weetgierig te vragen, wat nieuws meu ons verschaffen kan. In elk opzicht bevelen wij ons aan bij die velen die tot hiertoe het „Volksblad" begunstigden. Wij vragen vele abonnés, vele iezers, vele mede werkers aan de belangen van bet volk. Omtrent den prijs enz. zal de uilgever n inlich- ten; hij zal u zeggen, dat ge voor enkele centen het dubbele ontvangen zultvan wat wij tot hiertoe gaven eu dat dus de verhoogde prijs niemand afschrikken kan; hij zal, naar wij vertrouwen, uwe nieuwsgie righeid voldoen en als de redactie dan in staat ge steld wordt tot weetgierigen te spreken, dan moge haar het loon niet ontgaan, dat zij zich van een goed werk bewust kan zijn. ,V t I) E 1! I t .V l>. Ben hevige strijd is losgebroken tussehen de bak kers van Oud- eu Nieuw-Beierlandwelke strijd het publiek ten goede komt. De bakkers te Oud-Beierland verkochten namelijk FEU I LLET O IN EIGEN STRIK GEVANGEN. Novelle naar Gerstaclcer. 17. „Had de reus een baard, Jeannette?" vroeg Eli sabeth zachtjes„weet gij het ook kindlief?" „Booze man, booze man! kermde de kleine. Jean nette wil naar mama." „Maar kunt ge n volstrekt niet herinneren hoe hij er uitzag, lieve Jeannette", vleide het meisje, terwijl zij ha ren arm om het kind sloeg. „Nu behoeft ge toch niet hang te zijn, tante Lily is immers bij u kom, zeg eens lievert." „Jeannette wil naar mamajammerde de kleinebij wie de vertelling de akelige indrukken van voorheen weer al te levendig voor den geest had gehaald. Elisa beth had niet weinig moeite haar tot bedaren te brengen, en toen haar dit bijna gelukt wasging plotseling de deur open en trad de justitieraad de kamer binnen. Door deze onverwachte verschijning verschrikt, begon het kind op nieuw te schreienzoodat het voor Elisabeth eene uitkomst was, toen de meid Jeannette kwam halen. „Wat is er toch gebeurd, Lily?" vroeg de justitieraad. „De kleine is anders altijd zoo vroolijk en was vroeger nooit bang voor mij." „Och de oude geschiedenispapaik vroeg haar naar den boozen man, en dat schijnt haar nog altijd te ver schrikken. Heeft men gedurende onze afwezigheid dan geen spoor van den moordenaar ontdekt „Niet het minstewel zijn er intusschen drie perso nen in hechtenis genomenmaar men heeftze bij gebrek aan bewijs weer op vrije voeten moeten stellen. Ik heb op mijn kantoor een heelen stapel stukken liggen over die ongelukkige zaak. Jammer, dat de goede oude damegeeu boek heeft gehoudenja niet eens het aantal en de num mers barer effecten heeft opgeschreven. De tegenwoor dige eigenaar kan ze desnoods hier in de stad zelve verkoopenzonder dat iemand hom kan bewijzen dat zij vroeger aan de vermoorde hebben toebehoord." „En de juweelen?" „Ja kindlief, dat is even onzeker. Wel is waar heeft een juwelier hier ter stede eens een gedeelte daarvan in handen gehadmaar als de dief slechts de voorzorg ge bruikt om de steenen uit het ouderwetsche monteersel te nemenwie zou dau laterzelf3 indien zjj gevonden wer den durven bezweren dat het dezelfde zijn Neen dat is een dier gevalleD, die ons, dienaren der gerechtigheid, tot vertwijfeling brengen. Hierhelptgeeueselierpzinuig- heid geene inspanningalleen het toeval kan zulk eene tot dusver het brood voor 19 cent per kilogram, terwijl de Nieuw-Beierlandsche bakkers het thans voor 16 cent aanbieden. B U IT E K L A N 1>. Men wil te Darmstadt een kattenbelasting inge voerd zien. De tuinbouw-vereeniging aldaar heeft be sloten een verzoekschrift aan de Regeering te zenden, waarin die belasting gevraagd wordten dat tevens er op aandringtdat de katten die in het open veld of in afgesloten tuinen worden gevondenals roof dieren behandeld mogen worden. De Koning van Kaffa, in Oost-Afrika, is, naar de Fransche reiziger Panl Soleilet verhaalt, onzicht baar voor zijne onderdauen. De Ministers en grooten des Rijks komenals zij audiëntie hebbenachter-*, uitloopend en met een zak van dierenvel over het hoofd binnen. Z. M. houdt zich in de zaal achter een gordijn verborgen. Wil hij het paleis verlaten dan heeft de Koningin hem in een zakmen zet hem op het oudste paard van den stal; Tier hooge Staats-ambte- naren houden de teugels terwijl er een groote troep eunuchen den koninklijken ruiter omstuwt en de nieuwsgierigen met zweepslagen uit den weg jaagt. Wie zich beroemtden Koning gezien te hebben loopt gevaar onthoofd te worden. zaak aan den dag brengen; daar zijn wel meer voor beelden van. Doch wat ik u vragen wilde waar is Cato?" „Zij maakt nog eenige visites, papa maar ik had een verzoek aan u, waarover gij mij misschien zult uitlachen." „Uitlachen? Dan moet het al iets heel wonderlijks zijn." „Mag ik de stukken over deze treurige zaak eens doorloopen?" „Gij?" vroeg de vader, werkelijk in een lach uitbar stende, „gij wilt de stukken nagaan Geloof mij mijn kind, dat is voor u geen onderhoudende lectuur, en ik wed, dat gij al bij de eerste bladzijden in slaap zoudt vallen." „Gij behoeit ze toch niet geheim te houden „Geheim volstrek niet want er staat niet veel meer in dan wat de gansche stad weeteu in het lange en breede besproken heeft. Maar als ik ze u werkelijk gaf, zoudt ge er niet eens wijs uit kunnen worden." „Eu toah blijf ik bij mijn verzoek," volhardde het jon ge meisje. „Gij kunt u niet voorstellen papa hoe veel belang ik in de zaak stel. Noem het nieuwsgierigheid maar ik brand van verlangen die stukken te lezenen beloof u tevens er met niemand anders dan met u zei ven over te spreken." „Welnu, als ge zoo verzot op die nare geschiedenis zijtdan kunt gij die stukken krijgen. Maar morgen of uiterlijk overmorgen moet ik ze terug hebben want zij liggen al te lang hier in huis." „Ik verlang ze maar tot morgen ochtend." „Voor dien tijd zult ge er al meer dau genoeg aan hebben." „Mag ik ze dadelijk balen „Als gij meisjes u eens iets in het lioofd gezet hebt laat gij niet weder los. En als het nog een mode-artikel of zoo iets betrof; waar wat kunnen u in 's Hemels naam de drooge akten interesseren „Ben ik dan niet de dochter van een justitieraad?" glimlachte Elisabeth. „En gij kunt mij vragen hoe zulk een raadselachtig geval mijne belnngstelliug gaande maakt." „Gij zelve zijt raadsels, eu de drommel wie uit u wijs wordtsprak de justitieraad met het hoofd schuddend. „Dus mag ik meê naar het kantoor?" „Kom dan maar kleine plaaggeest," sprak de vader lachend, „eerder laat ge mij toch niet met rust. Maar dat beloof ik umorgen zult ge mij verslag van het gele zone doeuopdat ik zie of'ik u weder stukken ter lezing mag toevertrouwen," Hierop kuste hij Elisabeth op het voorhoofd en begaf zich met haar naar zijn studeerver trek. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1883 | | pagina 4