genomen werd, waar waar hij goede waar en goed
gewicht vindt, daar wijst hij ook anderen henen en
zoo gaan de zaken van den neringdoende vooruit.
Ongelukkig hebben de ineuscheu er wel eens plei-
zier in, om, als zij er in geloopen zijn andereu ook
eens te willen heet nemen en daardoor wordt een mis
bruik, een kwaad bestendigd, dat voor alle partijen
ten slotte altijd kwade gevolgen heeft.
Alles samen genomenis het heet nemen niet aan-
teraden, hoe vermakelijk het soms schijnen moge en
hoeveel voordeel het schijnt te heioven.
Maar 't is ook goedom de oogen ferm uittewrij-
ven en te zien wat men ontvangt; de ooren goed
opentezetten en het Verstand goed te gebruikenom
niet, in welk opzicht dan ookbeet genomen te worden.
Die daarvan meermalen slachtoffers warenzoggen
te laat: wa3 ik maar wijzer geweest. Doch cis had
den komt is heihen te laat.
S B ER lTsT
Dat de margarineboter bij het publiek hoe langer
boe meer ingang vindtblijkt o. a. nit. het verslag
van de winkelvcreeniging van Eigen Hulp te 's-Hage,
volgens hetwelk- het debiet van margai-inaboter uit
de Haagsche fabriek sinds 1SS0 bijna is verdubbeld.
Het bedroeg in 1880 5800 EG. en iu 1882 10,800 K G.
Delft11 ,J«ni. De gemeenteraad heeft op verzoek
van den kerkeraac! der Ned. herv. gemeente, met 8 te
gen 9 stemmen besloten de kermis dit jaar niet te
laten doorgaanmet het oog op de besmettelijke
ziekten hier in de naburige gemeenten. Op verzoek van
B. en W. hadden de gemeentegeaeesknudigeu advies
uitgebracht op dit verzoekwaarvan de slotsom lnid-
FEUILLETON.
IN EIGEN STRIK GEVANGEN,
Novelle naar Gevstacker,
15.
De jonge meisjes hadden elkander losgelaten en toen
Elisabeth omkeekherkende zij op het eerste gezicht den
ouden eerwaardigen grijsaard van de bootdie haar thans
met zijnegroote donkere oogen vriendelijk aanzag en zich
ook haar scheen te herinneren
„Ik geloofwij hebben elkander meer ontmoetzeide
hij.
„Op de stoomboot," antwoordde het jonge meisje,
„waar de beide heeren het lied zongen."
„Ja welhernam de oude man „een zonderling twee
tal zong die melodieeen neuswijze spitsbaard eu een on
bezielde vlasbaard. Dat geeft gewoonlijk niet het mooiste
duet. De een houdt de toonen ellen lang aan ,eu de ander
kan ze niet uit den keel krijgen, 't is net't gebed van twee
schippersde een moet de rivier opde andere af, no. 1
vraagt om noorder- en no. 2 om zuiderwind; zoo gaat het
in de wereld."
Elisabeth glimlachte en wilde vertrokken zij reikte
Klara de hand tot afscheid.
„Ik wil u niet storen jonge damessprak de oude
man maar kunt gij mij niet antwoorden op eene vraag
omtrent een jong mensch, die hier iu huis bekend is?"
„Een jong mensch?" vroeg Elisabeth die zich op eens
herinnerde, dat Berger juist aan boord veel met dien
ouden man had gesproken. Deze liet haar ook niet lang
in twijfel.
„Mijnheer de baron von Berger," zeide hij, „is een
braaf man, en wij hebben dikwijls kleine zaakjes met
elkander gedaan."
„En wat wilt gij van hem?" vroeg Klara, die dooreen
angstig voorgevoel werd overmeesterd. Misschien had
Ferdinand gespeeld en verloren en van dien man geld ge
leend. „Is hij u iets schuldig?" vervolgde zij schielijk.
„Wel volstrekt niet," antwoordde de oude, „neen,
wij-hebben in edelgesteenten gehandeld, en bij heeft mij
er eene geheele party ten verkoop van gegevonwaaron-
dc: „dat zij het voorzichtig niet alleen, maar hoog
geraden achtten, in het belang der gezondheid van
zoo velende kermis althans dit jaar niet te doen plaats
hebben.
uT i x x s i, ti».
In verschillende streken van ZwedenLofta in
Tjust, Oskarshamn Norrköping, zijn groote zwermen
zoogenaamde glazenmakers of juffertjes waargenomen,
die zich van oost naar west bewogen. Men beschouwt
dit verschijnsel als een voorbode van een drogen zo
mer. Het laatste dat men dergelijke zwermen waarnam
was in den drogen zomer van 1868.
De Engelsche veldprediker J. Gilson Gregsou nu
in Egypte geplaatstom in dat heete land de geheel
onthouding onder de krijgsmacht aldaar te bevorde
renheeft een hoekje uitgegeven; Voor een-en twintig
jaar. In 1882 ging liij als veldprediker naar Indië,
ook met het doel om het onmatig drinken in het le
ger te helpen tegengaan. In dat jaar wou hij 45 leden.
In het jaar 1872 was het getal tot 331 geklommen
en nu iu April 1883 telde de vereeniging van krijgs
lieden 12,034 leden. De gunstige invloed op den ge
zondheidstoestand, straflijsten enz. laat zich niet in
cijfers bepalen.
OngelukkenJhvaiislieden, enz.
In het lieflijk Ahrdaltusschen Bonn en Coblenz,
kou men vóór eenigo jaren nabij Altenahr eon tam
„wild zwijn" zien. Een schoonzoon van den eigenaar
dezer contradictio in terminis, woont thans op een
landgoed te Thnn in Zwitserland, en heeft daar even
eens zulk eau zwijn getemd, dat met een bel om den
hals en met „civilisirten Manieren," zijn meester volgt
als een hondin de straten van Thuntot groote
verbazing der toeschouwers.
Zoudag, 17 Juni, Doopsgcziude Gemeente, voormiddag 10.15, Ps.
J. Dysevinck, pred. te Vlissingen.
der cr twee nagemaakte zijnmaar ze zijn zoo goed nage
maakt dat ik zelf het ook niet dadelijk opgemerkt heb
en dat wil veel zeggen. Hij moet er zelf in bedrogen zijn.
Ik heb hem reeds op zijn landgoed opgezocht, maar daar
was hij nieten dus bon ik naar Bonn gekomen om hem
te spreken."
„Hij is op het Cogenblik te Parijsantwoordde Klara
weder gerustgesteld„wij verwachten hem spoedig terug.
Ilij zal geen acht dagen meer uitblijvenkom dan maar
eens weder aan."
De onde man verliet het huis en sïosgeene zijstraat in
terwijl Elisabeth haastig afscheid nam. Het was ook hoog
tijdde justitieraaddie altijd hang was te laat te komen
had juist om haar wilien zenden, de bagage was reeds
weg en door de familie van den professor begeleidbehoef
den zj ook nog slechts weinig tijds te wachten of de boot
kwam aangestoomd en voerde ben spoedig stroom-af-
waarts.
Hunne reis liep af, even als dergelijke reizen altijd bij
gunstig weder afloopeu. Zij hadden zeer veel genoegen
bezichtigden den Dom te Keulen en de merkwaardighe
den van Amsterdam maakten een zeer prettig zeereisje
naar Hamburgwaar zij zich nog 'een dag of acht ophiel
den, en keerden daarna met den spoortrein naar hunne
woonplaats terug. Elisabeth dacht gedurende de reis veel
aan Bonn aan hare vriendin Klara en haren bruide
gom. Wonderlijk, dat de gestalte van den jongen roan
haar niet uit de gedachten wilde, en dat zij zoo veel belang
kon stellen in een voor haar toch geheel vreemd mensch.
De justitieraad zuchtte toen hij de torens der stad reeds
uit de verte voor zich zag. „De schooue dagen zijn voor
bij zeide hij„en wat zullen er een stukken op mij lig
gen fe wachten! Goede hemel, het is waarlijk eeneellende
dat men geen poosje uitspanning kan hebben, zonder
daarvoor later in het zweet des r.anschijus te moeten
boeten
Eu de justitieraad had zich niet vergist.. De werkelijk
heid overtrof nog zijne ergste verwachtingen. Zulk een
berg stukken lag er voor hem opgestapeld, dat hij v ol ont
zetting de handen over het hoofd ineensloeg.
Wordt vervolgd.)