FEUILLETON.
men zijne roeping vervullen kanal is Lot niet on
der die verblijdende omstandighedendie men wille
keurig als voorwaarde heeft gesteld. Zij kunnen op
bet meerdere of mindere, op het meer of min aan
gename invloed hebbenmaar niet op de hoofdzaak,
op het werk dat te doen is.
Daarom wekken we ook nu tot lezen op en bovenal
tot bot behartigen van het gelezene. Zoowel de don
kere wolken als de vroolijke zonzoowel de regen
als de blauwe hemel, de aarde en haar schoon, de
schitterende bloem en de ontkiemende vruchtalles
om ons biedt oud en jong, de vrienden van oud en
die van nieuw licht, een tal van boeken aan; laat
ons de zomerdagen gebruiken om te lezen, dan zal
de winteravond-lcctuur dubbele vrucht geven.
~S E E R LAK».
In de Dinsdagavond te Leeuwarden gehouden ver
gadering van de vereenigiug „Nijverheid" isovereen
komstig bet voorstel van het bestuurbesloten tot het
IN EIGEN STRIK GEVANGEN.
Novelle naar Gerat iiclcer.
10.
DB BESCHEURDE BROEKSPIJÏ.
Beneden aan de straatdeur ontmoette bet ldeina
gezelschap weder de oude vrouwwelke den profes
sor die haar zegevierend voorbijgingalles behalve
vriendelijk aankeek. Doch Berger boog zich tot baar
en fluisterde haar iets in bet oorwaarna haar ge
laat ophelderde en zij hem vriendelijk toeknikte. Eli
sabeth alleen bad dit opgemerkt. Nu gingen zij naar
huiten in de zonnige straat en wandelden lachend en
pratend naar den tuin van den proffessor.
Rosa ging met Catodaar zij beiden van één leeftijd
waren, en zij onderhielden zich over allerlei beuzelingen.
Elisabeth en Klara waren beiden ongeveer drie jaar
onder, en dus ook ernstiger en bedaarder, en hadden
van het eerste oogenblik harer kennismaking wederzijds
genegenheid voor elkander opgevatzoodat zij nu ook
arm i n arm achter de jongere meisjes voortwandeldon
terwijl zij door den justitieraadden professor en den
jongen Berger werden gevolgd.
Zoo voortgaande kwamen zij aan dea tuin on werden
bier minzaam ontvangen door de proffessorsvrouw. Zij
kwam dadelijk met vruchten en wijn aan en zette die in
het prieel neder, zoodat ieder er van nemen kon, die er
lust in bad.
Zoo verliep er ongeveer een uur: de heeren dronken
wijn en de meisjes wandelden al pratende op en neder
toen er een paar jonge lieden met hunne zuster, eene
vriendin van Rosa, op bezoek kwamen. Cato rustte
niet, of er moest een gezelschapsspel gespeeld worden
want dat eeuwige babbelen was te vervolend.
Het jong volkje was het natuurlijk spoedig daarover
eens, eu Berger toonde zich daarbij zoo onuitputtelijk in
het uitdenken van nieuwe, interessante spelen, dat men,
toen het in den tuin te koel werder nog niet toe kon
besluitenelkander te verlaten, maar er eenstemmig be
sloten werdhet spel boven in de kamer voort te zetten.
De tafel werd nu tot het avondeten gedektmaar de
jonge luidjes besteedden daar niet veel tijd aan. Nadat
zij een weinig van alles hadden gebruiktom de vrouw
des huizes te vredeu te stellenhielpen de jonge dauies
zelve afruimen, om de tafel maar weder spoedig aan kant
te kunnen schuivenen het spel begon op nieuw. Na
tuurlijk stonden allen door elkander on Berger kwam
tusschen Klara en Elisabeth. Men was weder met ver
scheidene der vroegere spelen ten eindetoen Berger'
een nieuw voorsteldedat door de levendige schaar met
blijdschap werd begroet. Ja, har-e uitgelatens vroolijkheid
scheen zoo aanstekelijk te zijndat de ouders en justitie
raad zich niet langer daarvan konden uitsluiten, en onder
het gejuich van de jongelieden mede plaats in den kring
namen.
Het nieuwe spel heette „Gedachte radenen Berger
organiseeren van een bozoek aan de internationale ten
toonstelling te Amsterdam door bekwame werklieden,
onder geleide van een deskundigeter bekostiging daar
van uit de kas der Yereeniging bij te dragen 125,
door de werklieden zeiven te doen betalen eene vaste
somuitmakende niet meer dan ya der kostenen
het overige te vinden uit vrijwillige bijdragen. Ver
scheidene der aanwezigen gaven reeds dadelijkdoor
voor eene vrijwillige bijdrage in te schrijven, blijk
van hunne adhaesie.
Aan een brief, dooreen Nederlander, die in De
cember jl. als horlogemaker naar de Kaap-kolonie ver
trok aan zijne familie te Rotterdam geschreven
wordt het volgende ontleend:
Ik was in Krakeelrivier. Na den oorlog in de Trans
vaal zijn de Engelsclien veel bedaarder en toegeven
der gewordenzoo ook in de Kaapkolonie. Dit belet
echter nietdat onder Engelscben en Afrikanen dik
wijls vechtpartijen en beschimpingen plaatshebben. Zoo
zelf maakte een begin daarmedeterwijl bij moest radon.
Vooraf legde bij natuurlijk aan het kleine gezelschap de
beteekonis van dit spel uit en verliet toen de kamer, om
den anderen gelegenheid te geven iets te verzinnen.
Iedereen moest hem namelijk drie woorden noemen
die op hetgeen hij juist dacht, betrekking haddeD en
daarnaar moest hij later radenwaarmede de bewuste
persoon zijne gedachten had bezig gehouden. Natuurlijk
was bet daarom in ieders belangde woorden zoo dubbel
zinnig mogelijk te maken om den rader niet dadelijk op
bet rechte spoor te brengen.
Hij mocht driemaal radenraadde hij het dan nog
niet, dan moest hij pand geven, en opdat de gevraagde, die
wanneer zijne gedachten werkelijk werden geraden
eveneens een pand verbeurdeniet willekeurig zou kun
nen ontkennen, moest iedereen vooraf opgeven aan wieu
of aan welke zaak bij in dit oogenblik denken wilde.
Het spel was zeer pleizierigwant Berger kende be
halve de drie later aangekomen gasten allen tamelijk
goed. Met veel scherpzinnigheid wist hij zoo juist te tref
fen alleen de opgave van Elisabeth kon hij niet op
lossendat bij bijna den geheelen kring door panden
kreeg.
Toen hij gedaan bad, moest er geloot worden, wie nn
aan de beurt wasom het spel op nieuw te beginnen en
het lot trof Elisabethdie in een zijvertrek ging terwijl
de anderen afspraken welke woorden zij zouden kiezen.
Het duurde dezen keer wat lang, want dat Berger de
vorige maal alles geraden hadscheen het kleine spotzie
ke gezelschap niet te bevallenen men beslootditmaal
voorzichtiger in de keuze der woorden te zijn. „Mag ik
binnen komen?" had de ongeduldig wordende Elisabeth
reeds drie maal gevraagd en altijd kreeg zij ten antwoord
„neennog niet." Eindelijk scheen ieder bet eens te zijn
Berger hielp nog eens hier en daar te recht eu met de
woorden„Nn kunnen wij die arme jonge dame van ha-
reu post verlossensprong hij naar de deur om Elisa
beth binnen te laten. Terwijl hij op zijde gingom haar
door te laten bleef bij met de knie aan een der stoelen ba
ken eu kreeg eene wel zes duim lange scheur in de broeks
pijp. Rosa bad liet gezien en riep medelijdend uit: „Ziet
upapaik heb al zoo lang gezegddat u dieouderwet-
sche stoelen met die koperen spijkers moest wegdoen of
nieuw moest laten overtrekkentot erGod bewareeen
ongeluk is gebeurd!"
„Nudat ongeluk is nog zoo groot niet, juffrouw,"
hernam Berger lachende, terwijl hij evenwel verschrikt
de scheur bekeek.
„Juist," zeideRosa, terwijl zij bij den stoel neder-
burkte„de kop van den spijker is er afgesprongen, en de
scherpe punt steekt nu vooruit. Laatst beu ik net zoo met
mijn japon aan de sofa blijven haken."
„Bekommer u'daar niet overjuffrouwzeide Berger
terwijl hij zijn zakdoek om deknie boud „de wond bloedt
niet en kan licht verbonden worden. Laten wij nu met
het spel voortgaanziet gij het ongeluk isal verholpen.
„Komjuffrouwwees zoo goed te beginnen.''
Wordt vervolgd.)