No. 8.
24 Februari 1883.
6e Jaargang.
ff
ff
ff
Dit blad verschijnt iederun Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.25franco per post f 0,50,
waarover per hatfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIES
voor Vrijdagmorgen. 10 uur te bezorgeu bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 c^n
en Advertenti&n tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Advertentiën, alsGeboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Staatsspoor Vlissingen Breda. Winterdienst.
Van Breda naar
Vlissingen.
(1 Kov. 1883.)
Van Vlissingen
naar
Breda.
Breda V.
6,30
10, 6 11,12
2,12
6,32
8,12
7,30
Tn. (hav.)Y.
VhMm«- (stad.)
7,20
Prinsenhage
6,36
II II
a
V
ii
7,36
5,50
6,50
n
9,30
1,40
5,10
7,20
Liesbosch
6,42
V II
ii
n
7,42
Middelburg
5,59
7,—
7,29
9,40
1,52
5,25
7,32
Etten-Leur
6,49
10,21
2,30
n
u
7,49
Arnemuiden
6, 6
n
n
9,47
1,59
5.33
7,39
Hoeven
6,56
1
p ii
7,56
's-IIeer Arendsk.
6,20
n
10,—
2,12
5,49
7,54
Seppe
7, 6
n ii
V
8, 6
Goes
6,28
7,23
a
10, 9
2,21
6
8, 3
Roosendaal y'
7,15
10,37 11,39
2,50
6,58
8,37
8,15
Biezelinge
6,39
a
10,17
2,29
6,13
8,16
7,28
10,51 11,53
3,—
7,20
8,44
8,52
Vlake
6,46
7,35
10,24
2,36
6,21
8,23
Wouw
7,40
11, 1 12, 3
3,12
9, 2
Kruiningeu
6,51
n
10,29
2,43
6,27
8,28
Bergen op Zoom
7,49
11,13 12,14
3,30
7,3S
a
9,12
Krabbendijke
7, 1
a
10,39
2,52
6,3 S
8,38
Woensdrecht
7,58
ff 12,23
3,41
n
ii
9,21
Rilland-Bath
7, 8
it
10,45
2,58
6,45
8,44
Rilland-Bath
8,11
p 12,36
3,56
V
ii
9,34
Woensdrecht
7,22
10,58
3,11
7,—
9, 3
Krabbendijke
8,17
11,36 12,42
4, 3
n
9,40
Bergen op Zoom
7,32
8, 9
a
11, 9
3,22
7,14
9,15
Krniningen
8,27
11,45 12,52
4,19
9,50
Wouw
7,44
11,21
3,34
7.28
9,26
Vlake
8,S3
11,50 12,57 4,25
9,55
Roosendaal y'
7,54
8,23
8,40
11,30
3,43
7,38
9,36
Biezelinge
8,43
ff 1, 3
4.37
10, 2
9, 5
8,47
11.43
3,51
4,45
8,39
9,48
Goes
8,52
12, 3 1,17
4,48
8,20
10,10
Seppe
9,15
8,49
's-Hccr Arendsk.
9,—
12,11 1,25
4,58
ii
10,18
Hoeven
9.21
a
8,55
Arnemuiden
9,13
,i 1,40
5,14
n
II
10,31
Etten-Leur
9,32
ii
12, 4
4,11
w
9 5
10, 8
Middelburg
9,21
12,28 1,50
5,25
8,50
0
10,38
Liesbosch
9,39
w
9,12
Ylissme
W188mgïhaven.)
9,30
12,37 2,—
II
1
10,48
Prinsenhage
9,45
a
9,18
a
5,35
9,—
10,
1
n
Breda A
9,50
9,12
12,16
4,23
5,10
9,23
10.20
BERICHT.
Den lezers wordt medegedeeld, dat de volgende
week een begin zal worden gemaakt met de plaatsing
van liet boeiend Feuilleton, getiteld„In eigen strik
gevangennovelle naar Gerstacker.
BOTTER1KKE IS.
't Zal niet noodig zijn een portret te gevenom
te doen begrijpenwie ik bedoel. Wie met kinderen
omgaat en vooral, wie het voorrecht heeft, hen te
mogen onderwijzendie denkt er met evenveel ge
noegen aan, als de boer aan zijn kreupel paard of
de huismoeder aam-de keukenmeid, die het eten laat
aanbranden.
Maar er ziju onder dat ras grooten en kleinen.
Dat wil niet zeggen, dat er ijselijk onbevattelijken
zijn, die op hun vijftigste jaar nog niet kunuenbe
grijpen waarom liet 's winters niet stikheet is
maar dat ze er zijn van allerlei leeftijd die men veel
kau wijsmakenmaar weinig aan het verstand brengen.
Wie na oen halve eeuw nog een botterik is, die
kati gerust honderd jaren oud worden, zonder dat
zijn geleerdheid hem tot razernij zal brengen, en wie
gestrafl wordt met zulke lichten te moeten omgaan,
die moet zich maar wapenen met een jobsgeduld en
zich niet boos- makenals hij geen antwoord beko
men kan op de vraaghoe laug de tachtigjarige oor
log wel geduurd heeft, waut hij zou ziju eigen leven
maar vergallen en den ander geen millimeter verder
brengen.
Pleizierig is het niet, met zulke stompe naturen
te doen te hebbenvooral niet ala ze in de dage-
lijkscho omgeving gevonden worden en men dus van
den morgen tot den avond er door gekwelt wordt.
'tls nog erger dan een schoorsteen die rookt, of een
kast waarin alles beschimmelt. En toch moet men
eigenlijk medelijden hebben met de arme tobbers
van wie men toeb niet vergen kaudat ze Latijn
leeren, als ze nauwelijks goed Hollandsch kunnen
spreken en die men te meer beklagen moet, omdat
hun bersengewicbtzeker buiten liun toedoenzoo
veel lichter weegt dan dat van anderen. Wie met een
ezel harddraven wil, weet vooraf, dat hij achteraan
komt, al heeft hij er een zweep op stuk geslagen.
En wie van den dooven eischtdat hij zeggen zal
welke toon het zachtste klinktdie doet al even ver
standig als de mandie het den halven blinden kwa
lijk neemtals hij niet uit twee oogen ziet.
Iets anders is het met de kleine botterikkende
domme jongen3die ge alles leeren wilt en die of
niet kunnen begrijpendat twee halven een heelen
makenof als ze heden geleerd hebbendat tweemaal
twee vier is, morgen op dezelfde vraag antwoorden:
zgs.
Ook die kleine kunnen het u baDg genoeg maken
en 't is niet te verwonderenals ge dikwijls in ver
zoeking komt, hen met een oorvijg te beloonen. 'tls
wel waar, dat er in de hand weinig overtuigings
kracht zit en dat nog nooit iemand in het hoofd
geslagen heeft, wat er door onderwijs niet kon in
komen maar de zachtmoedigste kan wel eens driftig
wordenals het dag aan dag blijktdat men al
zijn wijsheid verspilt en den domkop zelfs niet tot
een professorskueekt kau maken.
Toch is er menig voorbeeld te geven van kleine
botterikken, daar ten laatste nog heel wat nit ge
groeid is. Er zijn er, die zoo iets van een noot
hebbenwaarvan men eerst de groene bnitenbast
verwijderen moet en dan nog een harde schaal kra
ken alvorens de pit te bereiken is. 't Is eene zaak
van geduldvan beleidvan verstand, van inspanning
en kracht en niet minder dient er bijkekomendat
de stompe natuur eeuige goede eigenschap heeftwaar
van men gebruik kan makouom hem vooruit te
helpen.
Bot zijn, naar het verstand altijd, is dikwijls ge
paard met of het gevolg van eene zekere slaperigheid,
die wel kan overwonnen worden. De benaming bot
terik heeft eene eigenaardige beteekenis, zij doet
denkeu aan bet mes, dat bot is, maar toch altijd
een mes en dus door slijpen scherp kan worden. Als
ge dan niet moede wordt, om uw bot mes te slijpen
en nog eens te slijpentot het goed gebruikt kan
worden, dan is het wel wat onbillijk, als ge den
botterik maar zonder genade henenzendt en zegt:
„van u is niets te maken."
Er zijn voorbeelden genoeg van hen, die als ze
maar. eens goed aan de ooren getrokken werden
verfrischt opkeken en heel andere wezens werden.