F E U. I L L E T O N.
EEK STRAATMÜZIKAHT.
Met allerlei gewaarwordingen wordt er op de klok
gekeken. De een meent, dat de uren voortkruipen
dat de tijd waarop hij waelit en koopt, nooit komt.
We vinden dat ongeduld niet alleen bij de jeugd, die
steeds haastigis, maar er zijn ouderen genoeg, die al even
spijtig naar het wijzerbord zie, alsof do klok liet hel
pen koudat zij niet spoedig genoeg hun weusch
verkrijgen. liet groote onderscheid bestaat slechts
daarin, dat de jeugd er voor uitkomt eu zegt: ik
zou de klok wat vooruit willen zetten, terwijl de
oudere den schijn aanneemt, dat hij geduldig wacht,
ofschoou zijn oog nu en dan ter sluik zich naar de
klok richt, als wilde hij zeggen: haast je wat; ziju
we er nog niet!
De klok intusschen spot zoowel met liet ongeduld
van den een als van den auder.
Daartegenover staan zij, die gejaagd eu angstig
het klokgetik hoorsh en roet schrik zien dat de wijzer
al weder eeuige minuten vooruitgingdat zij weer
zooveel nader zijn aan het oogenhlik, waarvoor zij
vreezen. Huu zou ik den raad willen geven: kijkt
niet te veel op de klok. Dat maakt u maar onrus
tiger en ongeschikt om bedaard te handelen. De
klok zal het uur aangevenals het daar is, eu hoe
kalmer men het tegengaat, hoe meer het van zijne
verschrikking verliest.
Schetsen met de pen door T. Van Westrheene.
IV.
En nu spreek ik nog maar alleen van hetgeen op
straat gebeurde. Iu het ellendige krot van een her
berg, waar de mensehen van zijn slag een onder
komen plegen te zoekenwerd erzoo mogelijk
nog schromelijker misbruik gemaakt van zijne weèr-
loosheid en zwakte, Ik zou uw gevoel beleedigenals
ik een tafereel trachtte te schetsen van de tallooze
kwellingen, die hij er te verduren had, van de na-
melooze wreedheid, waarmee men het brood dat hij
er at, de plaats die zijn legerstroo er besloeg, be
knibbelde, en waarvoor hij toch al zijne zuur ver
diende centen moest afstaan met uitzondering alleen
van die, welke hij met al de list, die een ongenees
lijke hartstocht weet uit te vindenvoor een enkelen
borrel wist aebter te houden.
Een enkelen... helaas! het waren vele borrels
geworden, nadat de man met de trommel, wiens
ruwheid zich over de schaduwzijde vau de ellendige
broodwinning had heengezet, terwijl zij hem hoven-
dien een zeker respect ouder de straatjongens had
verschaft, hem, hetzij uit een gril, hetzij omdat hij
er eenig voordeel in had gezienin genade had aan
genomen en vergund, hem met zijne klarinet te ae-
compagneeren bij de uitvoering van die oompositiën
die wel nooit op eenig muziekpapier ter wereld wer
den geschreven. Een derde der opgehaalde centen
werd zijn deelvoor mishandeling van de straatjeugd
was hij voortaan veilig; in de herberg werden zijne
rechten gehandhaafd; maar, zoo zijn stoffelijk lot er
door was verbeterd, en ofschoon hij reeds had ver
leerd zich rekenschap te geven van zijne daden
als bij instinct gevoelde hij tochdat die bescherming
hem zedelijk dieper dan ooit vernederdeeu d a t ge
voel met gretigheid greep hij naar den telkens
aangeboden zwijmelbeker om het met gewold te ver
smoren. Verdooviugverdooving! het was al wat hij
weusehte en kon hij haar in den drank niet al
tijd vinden?
Meestal ja maar altijd neen Somtijds
somtijds doemden er herinneringen op in zijnen geest
die maar bij geene mogelijkheid waren te verdrijven,
gd dat ze hem dan nameloos deden lijden
Zie, als mijne schets u eeuigszins een begrip van
zijn tegenwoordige!! toestand heeft gegeven, dan heb
ik u die herinneringen slechts met een vluchtigcn
Ik ben wel eens in vertrekken geweest, waar de klok en
kel voor pronk gevonden werd. Jaar en dag stond die stil,
maar men vond ze te mooi, om haar te verwijderen en er
scheen geene behoefte haar aan den gang te brengen.
Een verdrietig kijken, dunkt mij, op een voorwerp,
dat doelloos zijne plaats inneemtof dat man belet aan
zijne roeping te beantwoorden. Misschien bewees do
eigenaar aan anderen even weinig dienstals de klok
aan hem, en daarom sukkelde hij maar voort en liet
de klok als zijn welgelijkend beeld staan, zooals zij
was. Nog treuriger vond ik het als die stilstaande
uurwijzer er aan gelooven deeddat er niet aange
dacht werdhaar werkzaam te makendesnoods door
de gebrekendie er aan waren te laten genezen.
Het gaf den indruk, dat de eigenaar weinig er aan
dacht, de krachten in zijne omgeving op te wekken,
iu beweging te brengen en niet alleen de stil-
staanden voort te stuwen, maar ook hen te helpen
tot wegneming van belemmering.
De klok herinnert altijd, dat wij vooruit en
met den tijd mede moeten. Als ge dat met mij eens
zijt, zult ge ook moeten toestemmendat er velen ge
vonden wordendie zeker geen klokkijkers zijn of die
er henen zienzooals een domoor naar de lucht kijkt.
Ze zijn er zelfs, die er geen bezwaar in vinden,
de wijzer achterwaarts te brengen, gelijk zij zeiven
pennetrek af te teekenen om er u van te overtuigen.
O 't is langlang geleden missebien veertig of
vijftig jaren maar het oog der verbeelding aan
schouwt het nog duidelijk dat tafereel vol zoete be
koorlijkheid zoo rijk aan beloften voor de toekomst.
In de gezellige huiskamer van de pastorie van een
groot dorp, onder het genot van den genrigen bis
schop, zitten drie personen bij een; een man in de
kracht zijns levensop wiens gelaat fierheid ligt ver
spreid, thans meer dan anders zichtbaar door de op
gewondenheid die alle dwang noodeloos achteene
vrouw in wier blikken dezelfde opgewondenheid glin
stert, maar hier vooral verzeld door de uitdrukking
der teederste liefde; een knaap iu wiens ronde en
opene trekken fierheidliefdeopgewondenheid en
wat al niet meer te lezen zijn. Geen wonder, de
vader heeifc zijne onvermoeide pogingen de moeder
hare liefde, de zoon zijne dagelijksche wandeling naar
de latijnsehe school in de naburige stadop de schit
terendste wijze bekroond gezien door den boven ver
wachting gunstigen uitslag van bet examendat den
jongen den weg opent tot de academische lessen. Wat
al plannen wat al droomen van geluk en zegenwat
al vreugdeafgewisseld door de teerste liefdebetoo-
uiug van wederzijde Dion knaap neen moeilijk
onmogelijk zou iemand hem herkennen in den vor-
loopen straatmuzikantdie ouders neenook hen
kent niemand meer, want het graf heeft zich reeds
lang hoven hunne hoofden gesloten.
Eene tweede herinnering Eene studentenkamer
waar alles getuigtdat de bewoner zich zonder voor
behoud heeft geworpen in do armen van het genot
niet alleen van zulk genot als bij wijlen in den over
moed van dartelen levenslust wordt gezochtmaar
ook van zulk een, dat den geest ontzenuwt en het
lichaam ondermijnt. De bewoner zelf, uitgestrekt op
zijne canapé, weifelend, weifelend als zijne zwakheid
reeds tot eene gewoonte is geworden, tusschen zijn
goeden eu ziju boozau geest. Hier de brief van zijnen
vadermet een roereud proscriptum van de bevende
hand zijner moedercone lange bede, éeue bezwe
ring om toch te bedenken waarop dit alles zal moeten
uitloopendaar het biljet van eeuen diplomaat-stu
dent, een lichtmis, die hem tot een gloeiend feest
noodigthemzoo gezochtzoo gevierd om zijnen
geestzijne vroolijkheidzijne muzikale talenten
Welke keuze de bewoner dor studentenkamer heeft ge
daan helaas! de straatmuzikant zon ons het ant
woord kunnen geven als de radeloosheid der wroe
ging hem maar toeliet woorden ie vinden.
Wordt vervolgd.)