No. 3.
20 Januari 1883.
6e Jaargang.
H
1 h
Dit blad verschijnt iedercn Zaterdag.
De prijs per halfjaar f O 25franco per post f 0,50,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIEN
voor Vrijdagmorgen 10 nor te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 een
en Adrertentiën tegen 6 cent per regel.
GrooteLetters en Afbeeld. naarplaatBrniinte.
Advertentiënals: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Staatsspoor
Van Breda naar Vlissingen.
Vlissingen
(1 Nov
Breda
V.
6,30
10, 6
11,12
2,12
6,32
8,12
7,30
Prinsenhage
6,36
ii
n
11
11
7,36
Liesbosch
6,42
V
p
7,42
Etten-Leur
6,49
10,21
h
2,30
II
7,49
Hoeren
6,56
P
7,56
Seppe
7, 6
n
11
8, 6
Roosendaal
A.
7,15
10,37
11,39
2,50
6,58
8,37
8,15
V.
7,28
10,51
11,53
3
7,20
8,44
8,52
Wonw
7,40
11, 1
12, 3
3,12
p
9, 2
Bergen op Zoom
7,49
11,13
12,14
3,30
7,38
9,12
Woensdrecht
7,58
12,23
3,41
p
n
9,21
Rilland-Bath
8,11
12,36
3,56
p
9,34
Krabbendijke
8,17
11,36
12,42
4, 3
p
9,40
Krniningen
8,27
11,45
12,52
4 19
p
9,50
Vlak c
8,33
11,50
12,57
4,25
p
P
9,55
Biezelinge
8,43
1, 8
4,37
P
10, 2
Goes
8,52
12, 3
1,17
4,48
8,20
10,10
's-Heer Arcndsk.
9,—
12,11
1,25
4,58
n
11
10,18
Arnemniden
9.13
1,40
5,14
p
11
10,31
Middelburg
9,21
12,28
1,50
5,25
8,50
D
10,38
Vli,sing.,('taa)A-
(haven.)
9,30
12,37
2,—
5,"3 5
9
10"—
10,43
Breda.
1SS2.)
vr (hav.)V.
Vhssing.
Middelbarg
Arnemniden
's-Iiecr Arendslc.
Goes
Biezelinge
Vlake
Kruinyigen
Krabbendijke
Rilland-Bath
Woensdrecht
Bergen op Zoom
Woaw
Roosendaal
Seppe
Hoeven
Etten-Lcnr
Liesbosch
Prinsenhage
Breda
7,29
Winterdienst.
Van Vlissingen naar Breda.
7,20
9,30
9,40
9,47
10,—
10:
10,17
10,24
10.29
10,39
10,45
10,58
11, 9
11,21
11.30
11.43
5.50
5,59
6, 6
6,20
6,28
6,39
6,46
6.51
7, 1
7, 8
7,22
7,32
7,44
7,54
6,50
7,
7,35
8, 9
8,23
8,47
9,15
9 21
9,32
9,39
9,45
9,50 9,12
8,40
12, 4
12,16
1,40
1,52
1,59
2,12
2,21
2,29
2.36
2,43
2,52
2,5 S
3,11
3'M
3,43
3,51
4,11
4,23
4,45
5,10
',10
5,25
5.33
5,49
6,—
6.13
6,21
6.27
6,38
6.45
7
7.14
7.28
7,38
8,49
8,55
9 5
9,12
9,18
9,23
r,54
3, 3
3,16
3,23
3,28
8.35
8,4-4
9, 3
9,15
9,26
9.36
9,48
10*8
Oï ZOO DRUK!
„Loop mij niet in den wegwant ik heb grooten
haast." „Kom mij daarmede niet aan boord, wantik
heb al zooveel in mijn hoofd." „Leg mij niet meer op,
want ik heb al zooveel te doen."
Zoo hooren we dikwijls den een en den ander en
we krjjgen bet er al warm vanals we de drukte
ziendie hen doet draven en haasten.
Een mensch kan dan ook waarlijk al te veel te
FEUILLETON
DE EERLIJKE VROUW.
In eene Russische kreitsstad, Oranjeboom genoemd,
woondenog niet lang geleden eene vrouw van ne
gentig jarenin het Holsteinsche geboren. Een klein
buisje was liaar gebeele eigendom, en hare kostwin
ning hing alleen af van de vertering van die schip
pers welkeom op het vaste Iaiul eenen gunstigen
wind af te wachten, bij haar hunuea intrek namen.
Op zekeren tijdtoen verscheidene Hollandsche schip
pers des avonds bij haar gezeten hadden, vond zij,
bij liet opruimen van het vertrekeenen verzogelden
zak met geld onder de tafel. Hare verbazing over
dezen on verwachten vond was zeergroot; doch tevens
viel zij aanstonds op het denkbeelddat een van het
zoo straks vertrokkene gezelschap den zak moest ver
goten hebben. Daar de schippers echter, met eenen
gnnstigen wind, reeds in zee gestoken waren, was
het niet waarschijnlijk, dat hare gasten zoo spoedig
zonden terugkeeren, zoodat de goede vrouw besloot,
het geld in bare kast te sluiten, met het vaste voor
nomen evenwelom het zelve slechts zoo lang te be
waren totdat zich deszelfs eigenaar zoude aanmelden.
Gedurende zeven jaar had zij het geld reeds op het
zorgvuldigste bewaard, zonder dat zich iemand had
opgedaanen zonder dat zijhoezeer dikwijls door
den nood gedrongen, zich had laten verleiden, om
de handen aan hetzelve te slaan. Hare eerlijkheid
zegepraalde over elke verzoeking, welke haar aan
boord klampte, zoo dikwijls zij gebrek leed.
Na verloop van opgemelden tijd herbergde zij weder
om eenige schippers. Drie van hen waren Kngelscheti
doen hebben en bei hoofd moet hem wel oraloopen
als hij denkt nu moet ik dit nog doen en dan dat
en dan dat nog enen nog zooveel meer't is heuseh
niet om bij te houden.
Er is iets aangenaams in, menseben bedrijvig te
zien. Bij de leegzitters gaat ge zelve zitten geeuwen,
maar als ge werkzamen, ijverigen, voortvarenden ont
moet dan komt er zoo iets in u dat u dringt, om ook
aan bet werk te gaan en gij wordtzonder het mis
schien te willen zoo vlijtigals gij te voren nooitwaart.
die aan den vierden, een' Hollander, vroegenof lig
wel meer in Oranjeboom geweest was. „Zou ik niet
was het antwoord van dezen „ik ken dit ellou-
dig nest maar al te wel. Het heeft mij eens zeven
honderd Roebels gekost." „Hoe zoo?" hernam
een der anderen „Ik heb voor eenige jaren-
zeide de Hollander terwijl ik beschonken wasin
deze herberg eenen zak met zilvergeld' laton liggen."
„Was de zak verzegeld?" vroeg de oude vrouw,
die iu eenen hoek van het vertrek zat, en door dit
gesprek opmerkzaam was geworden. „Ja zeker
antwoordde de schipper „ik draag het eacliet nog
bij mij, waarmede ik denzelven verzegeld heb."
De vrouwdit zegel aanstonds voor betzelfde herken
nende, als op den zak stond, vervolgde: „Welnu
dan zoudt gg het verlorene nog wel eens kunnen we-
dervinden." ,,ja wel, wedervindenmoedertje!"
zeide de Hollander „dan moest ik zoo ond niet
geworden zijn, wanneer ik hierop zoude willen hopen.
Neen, zooveel eerlijkheid is er onder de mcnschen
niet meer. Bedenk eeusdat het reeds zeven jaar ge
leden is, en ik in al dien tijd van mijn vcVloren,geld
niets vernomen heb. Ik wenschte weldat de zak ik
weet niet waar warewant dit geval beeft mij waar
achtig het hoofd geheel op bol gebracht. „Nog een
glas punch moedertjeTerwijl de vier schippers
bezig waren de herinnering dier verdrietige gebeurte
nis door dezen geestrijken drank te verzetten was
de oude vrouw stil uit bet vertrek gegaanen kwam
nu met den zak met geld terug en zeide, terwjjl zij den
zelven op tafel leide: „Ziet gij nu wel, dat de eer
lijkheid toc.li nog zoo zeldzaam niet is als gij u
verbeeldde?"