No. 42.
21 October 1882.
5C Jaargang.
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. «nvvRTPNTTW
De prijs per halfjaar f 0.25, franco per post f 0,50, AUVLKiLJNilEN
waarover per halijaarlijksehe kwitantie ™°r Vrijdagmorgen 10 nar te Wgen bij den
wordt beschikt. uitgever J. A. ROfsS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dicnstaanvragen worden geplaatst tegen 5 een
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
GrooteLetters en Afbeeld, naarplaatsruinite.
AdvertentiënalsGeboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en do daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
VECHTEN OF IN VJ8EDE LEVEN
Een dwaze vraagzoudt ge licht zeggenals it
u vroeg, wat doet gij liever? Er mogen van die
vechtersbazen zijn, voor wie bet vechten eene be
hoefte of eene uitspanning is, maar dat zijn uitzon
deringen, want de meeste mensehen zijn er al even
bang voorals de muis voor de bat of de haas voor
den jachthond.
Toch zijn ze er door alle tijden geweest, die vech
ten moordenwondoneene schoone zaakeen edel
werk, eene noodzakelijke bezigheid achten. Wij heb
ben daaraan het krijgswezen te dankendat eerst
zoowat in den wilde langzamerhand geordend is ea
tegenwoordig in ieder land eeue hoofdzaak is waar
aan de meeste zorg wordt gewijd en waarvoor het
meeste geld wordt uitgegeven.
Soldaten hebben geen andere reden van bestaan,
zij zijn in de wereld om te vechten. Hunne bezig
heid is, dio kunst te leeren; hunne bestemming zich
te laten doodschieten of anderen met permissie dood
te maken.
Soldaten zijn intusschen niet anders dan werktui
gen on reeds in dat opzicht is hun stand akelig en
eigenlijk vernederend. Ze moeten altijd onbepaald
doen wat hun gezegd wordt, geen eigen wil hebben
en worden ten slotte gebruikt, als de levende krach
ten waarvan andereu zich bedienenom dood en
verderf te brengen.
Do grootste heldendaden waren altijd bloedige han
delingen, waarvan de aanleiding bedroevend zoo al
FEUILLETON.
GESCHIEDENIS EN OVERLEVERING.
(Overgenomen.)
De keuken van Graat Hendrik van Nassau.
Toen Heer Hans Wolfert Van Breederode eens met
een vliegend leger zou uittrekkennooddeZ. H. hem
uit, zich van een koude keuken te voorzien.Ik weet"
zei Jacob Van Der BurghBreederodes Secretaris,
„dan geen beter raaddan dat Z. Gen. de keuken
van Graaf Hendrik Van Nassau meeneem! daar rookt
bet nooit."
Bank wezen.
Toen admiraal nowe nog kapitein waskwam bem
een3 midden in den nacht do luitenant van de wacht
wakker makenmet het bericht dat er vlak bij de
kruitkamer brand was ontstaan. „Als dat zoo is," zij
hij opstaande om ziju kleêren aan to doen„dan zul
len wij 't gauw merken." Do luitenant vloog weêr
naar den brand maar kwam bijkans op 't zelfde oogen-
blik terug met den uitroep„Kapitein, 't vunr is uit,
u behoeft niet bang te wezeu. „Bang?" zeilïowo:
„wat moet dat beduiden ik was van mijn leven niet
bang," en den luitenant vlak in 't gezicht ziende,
voegde hij er hij: „wel mijnheer, wat voelt iemand
niet afschuwelijk wasen om welke reden men ooit
oorlog voerde, in den grond der zaak was die altijd
te zoeken in de verkeerdheden der menschen, en
moet het gezegd worden, dat zij, die alleen bestaan
om oorlog te voeren, de vertegenwoordigers zijn van
het diepgezonken menschengeslachtdat door het ver
gieten van onschuldig bloed soms de meest onrecht
vaardige oogmerken wil bereiken.
Maar vooral te betreuren is het, dat hoe ook de
beschaving vooruit gegaan ishet kwaad op vreese-
lijke wijze is toegenomen. De oorlogen mogen niet
zoo menigvuldig meer zijn als in vroegere eeuwen
ze hebben nog lang niet opgehouden en wat erger
is, ze zijn nog meer een voorwerp van studie en be
langstelling geworden zoodat de oorlogskunst in dien
zin met reuzenschreden i3 vooruit gegaandat zij
steeds met meer wreedheid worden gevoerd en nog
veel grooter slachtingen aanrichten.
Dat alles kan niet worden ontkend ea ofschoon
velen er om lachen, als er van een vredebond, van
bet beslechten van geschillen door scheidsrechters ge
sproken wordt, wij noemen het de ware vrienden
der menschheid, die op die wijze eene den mensch
onwaardige zaak zoeken opternimen.
Juist door die pogingen, die, gelukkig, bij toene
ming worden aangewend, komt hoe langer zoo meer
de vraag op den voorgrondwat wilt ge liever
vechten of in vrede leven? En al schijnt het ook, dat
die vraag heel onuoozel is omdat deels het antwoord
vooraf te berekenen isdeels de menigte niet ge
roepen wordtdaarover te beslissentocli stellen wij
als hij bang is? want ik hoef niet te vragen, hoe
hij er uitziet!"
Niet uitstellen.
Een moeder vermaande haar zoontjeeen jongen
van acht jaar of daaromtrent, dat hij nooit tot mor
gen iets uit moest stellenwat hij van daag kon doen.
„Goed, mama!" zêi het broekje, „laten wij dan van
avond nog het restje van de taart opeten."
Een beschamend antwoord.
Onder meer rariteiten werd in een kermistent het
doodshoofd van Olivier Cromwell vertoond. „Dat kan
onmogelijk zijn schedel wezenmerkte een van de
omstanders aan „want deze is veel te klein en ieder
een weet dat hij een groot, dik hoofd had." „Juist
mijnheerantwoordde de spellebaas met een buiging
„maar weet u, dit was zijn schedeltoen hij nog een
kleine jongen was.',
YoOI) en na iiet eten.
Te Ohio heeft een hótel-houder aan den ingang
zijner eetzaal een grooten spiegel aangebrachtdie zóó
geslepen isdat wie er bij het binnenkomen in kijkt
wel schrikken moet, zoo uitgemergeld en mager als
hij er uitziet, maar die, wanneer de gast na het diné
er nog eens voorstaan blijfteer bij de zaal verlaat,
een omtrek vau corpulentie vertoont, grooter dan de
stoutste verwachting zich die kan voorstellen.