No. 33. 19 Augustus 1882. WAAROM VELEN MET WILLEN. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. De prijs per halfjaar f 0.25, franco per post f0,50, ADVERTENTIEN waarover per halfjaarlijksche kwitantie j voor Vrijdagmorgen 10 nur^ te bezorgen bij den wordt beschikt. uitgever J. A. ROSS, Goes. Dienstaanbiedingen en Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent en Advertentiën tegen 6 cent per regel. Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte. Advertentiën, als; Geboorte-, Huwelijks-, Yerjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents. Yan Staatsspoor Vlissingen Breda. Zomerdienst Breda Prinscnhage Licsbosch Ettcn-Lcnr Hoeven Seppe Roosendaal Wouw Bergen op Zoom Woensdrecht Rillaud-Bnth Krabbeudijke Kruiningcu Vlake Biczelinge Goes 's-Hecr Areudsk, Arnemuiden Middelburg (hnvpn.) Breda naar Vlissingen. (1 Juni 1882.) Yan Ylissingen naar Breda 6,30:10, 6 0,36 11,12 2,12 6,32 n 7,30 7,36 Vlisaing. |^V- 7,20 5,50 6,50 9,30 1,40 5,10 7,20 VE3 a a u 7,42 Middelb.irg 5,59 7— 7,29 9,40 1,52 5,25 7,32 6,45/10,21 b 2,30 7,49 Arnemniden 6, 6 9,47 1.59 533 7,39 6,56 B 7,56 's-Hcer Areudsk. 6,20 10,— 2,12 5,49 7,54 7, 6 S, 6 Goc3 6.28 7,23 10, 9 2,21 6,— 8, 3 7.15 10,37 11,39 2,50 6,58 8,44 8,15 Biezelinge 6,39 10,17 2,29 6,13 8,16 7,28 10,51 11,53 3, 7,20 8,52 Vlake 6,46 7,35 10,24 2,36 6,21 8,23 7,40 11, 1 12, 3 3,12 n 9, 2 Kruiningen 6.51 10,29 2,43 2,52 6.27 S,23 7,49 11,13 12,14 3,30 7,38 11 9,12 Krabben dij ke 7, 1 10,39 6,38 8,38 7,58 B 12,23 3,41 n 11 9,21 Rillaud-Bnth 7, 8 10,45 2,58 6,45 8,44 8,11 12,36 3,56 11 9,34 Woensdrecht 7,22 10,58 3,11 7 9, 4 8,17 11,36 12,42 4, 8 11 9,40 Bergen op Zoom 7,32 8, 9 11, 9 3,22 7,14 9,15 8,27 11,45 12,52 4.19 9,50 Wouw 7.44 11,21 3,34 7.28 9,26 8,33 8,43 11,50 12,57 1, 8 4,25 4.37 n 9,55 10, 2 Roosendaal y" 7,54 8,23 8,40 11,30 9, 5 8,47 11.43 3,43 3,51 4,45 7.38 8.39 9,36 9,43 8,52 12? 3 1.17 4,48 8,"20 10,10 Seppe 9.15 8,49 9,— 12,11 1,25 4,58 11 10,18 Iloeven 9 21 8,55 9,13 1,40 5,14 11 10,31 Elten-Lcur 9,32 12, 4 4,11 9 5 10, 3 9,21 12,28 1,50 5,25 8,50 0 10,20l 10,38 Licsbosch 9,39 9,12 0 9,30 12,37 2 10,30.10,4S Prinsenhage 9,45 9,18 r- 5,35 9,— 10,— 11 1 Breda A 9,50 9,121 12,16 4,23 5,10 9,23 10 15 10,— 10,10 Onlangs schreef een geacht vriend, in ons blad, over een gezegdedat vaak wordt gehoordmaar door niemand mooi gevonden wordt, zelfs niet door hendie zich daarvan meenen te mogen bedienen. Terecht werd daar gezegd dat ,,ilc kan niet" eigen lijk in de meeste gevallen beteekent: ,.ik wil niet." Men gebruikt alleen de eerste uitdrukking, omdat ze minder hard en onaangenaam klinkt, maar 'tis een doekje voor het bloedeneen masker met een mise rabel gezicht, waarachter zich een leelijke tronie verbergt. Men zou zoo zeggendat er nog eenige schaamte is bij hen, die voor hun onwil niet durven uitko men maar wel beschouwd is het een bewijsdat ze alle schaamte hebben uitgeschudwant ze weten het ook weldat aan hun niet-kuuneu niemand gelooft. Eeden te meer, waarom wij ons verbazen, dat bij zoovelen de wil ontbreekt, die de eerste en de beste kracht tot handelen is. Wij zullen allen dikwijls gezegd hebbenwat is die man toch dwaas. Hij zou zooveel kunnen, hij zou daardoor zoo veel genieten, liij zou er zooveel winst door kunnen doen, als hij maar wilde. Waarom wil hij niet? Ziet hij dan niet dat het goed iswat hij doen moet? Is hij dan zoo bang voor liet werkdat toch zooveel opleveren kan? Begrijpt hij dan niet, dat een ernstige wil zoovcol overwinnen kan en laat hij zich maar zoetsappig tot allerlei kwaad verleiden? Ziet hij dm de treurige gevolgen niet van den weg, dien hij ingeslagen is en laat hij die maar kalm over zich komen? In waarheidsoms staren we met stommo verba zing op de onwilligen, die blind en doof schijnen, schoon ze een paar flinke ooreu en niet minder goede kijkers hebben. Onze eerste gedachte is afkeuring, veroordeeling en meestal vrij onzacht en onbarmhartigterwijl wij bij nader inzien medelijden moeten hebben. Hoemedelijden met onwilligen En waarom niet? Vooreerst is elk die verkeerd, die tegen zijn beter weten verkeerd handelt, te be klagen want wij moeten aan eene ziekte gelooven hetzij dan van het lichaam of van de zieldie hem daartoe brengt. Maar ons medelijden wordt vooral opgewekt, als we de oorzaak van die ziekte nagaan. Bij de meesten is die niet als de gevatte koudedie plotseling de werking in het lichaam stoort, maar als het gebrek of de krankheiddie zich reeds in de eerste jeugd ontwikkelde en sedert langzaam toenam en eenen verwoestenden invloed uitoefende. Niet-willeu is eene kwaal waarvan zeer dikwijls onverstandige ouders de grond legden, ofschoon ze meendendat ze beste opvoeders waren. Want niet willen is bij zeer velen hetzelfde als geen wil hebben. Het kind openbaart al vroeg, dat het een wil heeft, al komt dat bij het eene meer uit dan bij liet andere. Gauseh natuurlijk is het, dat het kind die wil, dikwijls tot zijn schade wenscht te doen gel den, omdat het nog onwetend en onervaren is. De ouders kunnen dat niet laten gaan, maar in plaats van de wil van het kind te leiden en te neigen tot wat anders, zeggen de hoogwijze opvoeders: „wat! gij hebt geen wil". En het gebeurt niet zelden, dat als het kind zich daarvan niet overtuigen ban, de poging volgt, om door de kastijdende hand daartoe te brengen. Ze worden als modelkinderen beschouwddie door woorden of wat anders geleerd hebben, hun wil te onderdrukkenanderen voor zich te laten denken en handelen, en steeds met een angstige blik naar hen optezien, wier wil hun wil en hun wet moet zijn. Zoo wordt alle aanleg tot zelfstandigheid uitge- blnscht en de lieve kleinen, die in den hoek gezet werden, omdat ze een „willetje" toonden, en uit dien

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1882 | | pagina 1