volge ie wenschen overlaten, want waar eeue ver woestende weelde de deur binnentreedt, daar vliegt vaak de liefde het venster uit. En als men op een en ander opmerkzaam maakt, dan wordt er gedacht, zoo niet gezegd; wij moeten toch immers ook meêdoen, want doen wij het niet, wat zou de wereld dan wel zeggen. Men zou uw met den nek aanzien of bespotten, en dus dan maar liever zoö lang en zooveel mogelijk meêdoen. Ik denk eindelijk ook nog aan een ander meêdoen dat even dwaas is, maar daarom niet minder zelden voorkomt. Er zijn van die zaken in het levenwaarbij een of meerderen den baas spelen en anderen wijsmaken dat zij maar moeten meêdoenzonder te onderzoe keu of bun een goeden of een verkeerden weg ge- wezeu wordt. Ook daar vertoont zich het meêdoen als een ge dachteloos, blind volgen van anderen, waarbij alle zelfstandigheid prijs gegeven wordt en men slechts leunt op de denkbeelden, de verzekeringen, den aan drang van andereu. Somwijlen schijnt betdat eene groote meerder heid zich op een punt in volkomen samenstemming FE U I L L E T O DE MISDAAD ONTDEKT. 10) Terwijl hij zoo zatviel zijn oog op de verschil lende voorwerpendie by het onderzoek gediend had den en op de tafel gerangschikt lagen 'aarouder be hoorde ook het zakmes van Anthony, waarvan het witte heft geheel met bloed bevlekt was. Dit zakmes was een der vele schakels van den ketendie den knaap aan de misdaad scheen te verbinden. Er lagen echter nog meer met bloed bezoedelde voorwerpen en daar onder bevond zich ook een blaadje papierwaarop de oude man juist een brief had willen beginneu aan den een of andereu correspondent. Alleen de datum was er op geschrevenzeker had de hand van den moordenaar hem juist op dat oogeu- blik aangegrepenzoodat de brief onvoltooid gebleven en het papier nu met het hartebloed van den onge lukkige bevlekt was. Half onwillekeurig nam Robert Slater den brief op en zoodra hij er naar keek kwam er een straal van licht in zijne oogen. Een oogeublik scheen hij op het punt op te staan om hét woord te vragen, maar bij heter naden ken bedwong hij zich en bleef zitten. Na een paar minuten vei wijderde het Hof zich en Anthony Greig Jr. werd door de politie weggeleid om achter slot en grendel te blijven, tot bij de eerstvolgende terechtzit ting zijn proces zou beginnen. Terwijl alle personen de zaal verlietenboog mr. Sla- ter zich naar Carson toe, fluisterde hem iets in en wees op den brief, dien hij zooeven bekeken had. Carson nam het papier dadelijk op en bracht het met de andere voorwerpen naar zijn eigen vertrekwaarheen de jonge advocaat hem terstond volgde. ,,Ik zie er niets bijzon ders aan," zeide de detective, den brief om en om keerende. „Er zijn verscheidene bloedvlekken opmaar hoe die ons tot de ontdekking kunnen leiden, vat ik niet." Mr. Slater wees op ee groote, ovale vlek aan den kant van het papier." „Ziet niet," voegde hij er bij, „dat dit de al- druk is van een duim? Als ik mij niet bedrieg is het die van de linkerhand. Kijk, hoe duidelijk men al de lijnen en groeven kan waarnemenais ge het vel omkeert, vindt ge aan den anderen kant een derge- Iijken afdruk van een vinger, maar die is minder vereenigten als men wat dieper kijkt, dan blijkt het dat bier van geen eigen inzicht of keus sprake is, maar dat er alleen meegedaan wordt, omdat anderen het zoo willen. Vreemd, dat de mensch, die zoo gaarne zich gel- deu laat en zijn ik op den voorgrond stelt, meerma len als het handje aan een koord met anderen me- deloopl en er zelfs zijn eer instelt aan den leiband te gaan en andereu natepraten. Hij maakt zich dan wei wijsdat hij het zelf ook heel mooi vindt, maar als men hem eens aan eigen gedachten overliet, zou hij waarschijnlijk een ander oordeel vellen. En nu moge men zeggendat het verkeerd is van hendie anderen tot zulk meêdoen dwingen wat zeker ook het geval is, waar het argloozen en on kundigen geldtmaar de hoofdzaak is tochdat ieder voor zich moet toezienbij de wetenschapdat er velen rondzwerven, die om hunne oogmerken te bereiken anderen medeslepen, en als werktuigen ge- bruikeu. Ik zou daarom wenschendat als er tot meêdoen opgewekt wordt, ieder eens goed overlegde, waartoe zijne medewerking gevraagd wordt. Vindt hij het goedhij doe het dan met alle krachtmaar kan duidelijk en ik denk dus, dat de duim ons het best van dienst zal zijn." „Ik zie wel wat n zegt," antwoordde Carson, „maar hoe kunnen in vredesnaam deze afdruksels ons helpen?" „Ik zal het u uitleggenging de advocaat voort, „Juist in de vorige week las ik in een wetenschap pelijk tijdschriftdat de lijnen van de huid der vin gers bij alle individuen geheel verschillend zijnzoo dat men daaraan alleen de personen kan onderschei den. In China bijv. zijn alle houders van openbare inrichtingen, en vooral soldaten, bekend naar den afdruk hunner v.ngers en verscheiden gevallen van desertie en misdaad w rden op die wijze aan het licht gebracht. Het is zelfs zoo sterk, dat wanneer gi] bijv. den vingerafdruk van een persoon bezit, dien ge overigens volstrekt niet kent, een ander zich onmogelijk bij u voor dien persoon kan uitgeven, daar het bedrog bij eene vergelijking van hun vin- germerk terstond zou uitkomen." „Alles heel aardig, doch wat geeft het ons nu?" herhaalde Carsouweinig geneigd om zulk een nieuwe uil vinding te bewonderen. „Wel," zeide mr. Slater, „wij moeten op deze wijze te werk gaan; wij moeteu een afdruk zien te verkrijgen van alle werklieden in de fabriek van Greig en C0., alsmede van den overledene en zijn neef. Dat is gemakkelijk te doendan zullen wij clie ver schillende afdrukken doen photographeeren; dat idee is daareven bij mij opgekomenen ze een voor éeu vergelijken met den bloedigen stempel op dit blaadje papier. Ondeftnsschen moet ons plan diep geheim worden gehoudenopdat geen der werklui onraad ruike en ons ontsnappen kan." W aarom", vroeg de detective, „spreekt u zoo uitsluitend over de werklieden en niet over de kler ken „Omdat ik bijua zeker benantwoordde de ad vocaat„dat de afdrukken op dezen brief veroorzaakt ijn door den duim en vinger van iemanddie harde handen heeft en met gereedschappen omgaat. Zie eens hoe buitengewoon breed en plat die duim is en welke diepe groeven Ik geloof stellig dat wij hier het spoor gevonden hebben van den moorde naar, èn dat die persoon niet de jonge Anthony Greig ishoezeer tot nogtoe alle bewijzen tegen hem zijn." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1882 | | pagina 2