FEUILLETON. feeder gift wordt niet bepaald door haren omvang, veelmeer door'het hart waaruit zij vloeit en het doel waarmede zij wordt uitgereikt. Een algemeene stem van degenen, die aan de vervolgden hulp willen brengen moet ons protest zijn tegen de boosaardige handelingen van eene Re geering, die terecht voor hare schaduw vreest, om dat zij het hoogste ourecht pleegt. Maar vergeten wij ook niet, dat, als wij ons af- keeren van hen, die anderen om hunne godsdienstige begrippen, om hun kerkelijk karakter miskaude- lenwij het voorbeeld moeten gevm van eene ver draagzaamheid die allen omvat. Israels afstammelingen leven onder ons in vrede; vele navolgers van den Christus worden gesmaad en geplaagd, door hunne zoogenaamde broederen. Men blijve" zich gelijk en late aan allen de vrij heid, waarop zijbij elke godsdienstige richting, recht hebbenen trachte die ook daar te vestigenwaar ij wordt aangerand en belemmerd. Er zij liefde bij en voor allen. Eene milde gave en een goed voorbeeld worde ver- eenigd gegeven. Zoodoende kan de vrije Christenin dubbelen zin den vervolgden Jood te hulp komen. Zoo alleen houden wij de eer van onze eeuw op. BEDEEL A i\' ft. Z. M. den Koning heeft reeds nieuwe aardappe len present gekregen. Of zijne Majesteit ze gegeten DE MISDAAD OfJTDEKT. 9). „Hebben zij u opgemerkt?" „O ja. „Goeden avond, Mr. Anthony," of iets dergelijks, zeiden zij." „Gij lièpt dus naar uw huis?" „Ja, op eeu draf om mijn oom in te halen. Het verbaasde mij dat ik hem nergens zag en het speet ruij erg. Naarbinnea gaan wilde ik niet. Juist kwam Robert Mr; Slater bedoel ik de deur uitmaar ik vermeed hem en begaf mij naar een vriend, Ja mes Beesley.die kamers in Harringtonstreet bewoont. Daar bleef ik dien nachi en vertelde hem al mijne bezwaren," „Üit u zelf, of vroeg hij er naar?" „O neenhij vroeg er naar. Hij vroeg wat mij scheelde. En toen verleide ik hem van het tooueel niet mijn oom en dat ik plan had naar Londen te gaan en dat afschuwelijke wedden voorgoed na te laten." „Doet uw vrieud, Mr. Beesley, ook aau wedding schappen „O ja. Ik heb hem gevraagd aan onze vrienden mee te deelen waarom ik mij uil de voeteu maak. 't Is eigenlijk minnetjes, dat weet ik welmaar welke andere uitweg stpnd mij open Bij slot van rekening komt het eigenlijk overeen met mij bankroet te verklaren." Ondertusschen vervolgden zij hun weg naar de plaatswaar Anthony Greig den nacht zou door brengen, om den volgenden morgen het eerste ver hoor te ondergaan. Er werd niet veel meer gespro ken, behalve dat Carson af en toe eene vraag tot zijn gezel richtte terwijl hij deze zonderlinge zaak over peinsde. Hij was overtuigd, dat de jouge man hem niet bedrogen hadmaar hij kon den wensch niet onderdrukken, dat'al de leden der jury de uitdruk king van dat jonge gelaat hadden gezien bij de eerste tijding van zijn ooms dood. Al de andere omstandig heden waren tegen hem en de wereld oordeelt na tuurlek het meest naar de feiten. Y. Den morgen, nadat het lijk van Anthony Greig gevonden washad het eerste verhoor plaats en moest heeftwordt niet gemeld, 't Is wel aardig zoo vroeg reeds nieuwe vruchten te hebben, maar wat moet men dan ook vervelend lang oude eten. Te Middelburg is weder eene lood vergiftiging voor gekomen tengevolge van het gebruik van regenwater afkomstig van dakeu met looden goten. BUIT EJV E AIV ft. Zondag en Maandag woedde in Schotland een sneeuwstormzoodat op sommige plaatsen de sneeuw meer dan een voet hoog lag. Ongelukken, Dwaasheden, enz. Aan het Engelsche hof mag geene dame ver schijnen die van haren manom welke reden ook gescheiden is. Hoevele dames er echter komendie wel gaarne haren echtvriend zijn afscheid zouden ge ven, wordt niet gemeld. Te Arnhem zal eene nieuwe kazerne gebouwd wordenwaarvoor de grond alleen tachtig duizend gulden kost. Deze goedkoopè onderneming maakt het dubbel wenschelijkdat de algemeene dienstplicht in gevoerd wordeopdat allen genieten mogen van de vrucht dezer zoo nuttig bestede penningen. KERKNIEUWS. Ds. E. M. Van IJzendijkvau Kattendijke, is als zoodanig be roepen te Baarland, Ds. P. K. Dommisse, van Biezeliugeheeft het beroep naar Lage ZwaLuwe aangenomen. Te Schore en Vlake is beroepen Ds. K. Janssen, pred. te Veessen. zijn neef ook voor de rechtbank verschijnen. Na de gewone voorafgaaude bezigheden, inspectie vau het lijk en dergelijke, kwamen de omstandigheden te ber de waaronder de moord was geschieden hoe scherp zinnig mr. Slater zijne vragen ook tot de getuigen richtte om de onschuld van den jongen Greig aan het licht te brengen, uit de antwoorden bleek dat langer hoe meer, dat niemand dan hij de moordenaar kon geweest zijn. Er werd gesproken over den twist tusschen oom en neef, die den dag te voren plaats greep eu over de bedreiging, waarmee de jonge man het bureau had verlaten. Timde man met één arm en Morris de kuiperlegden de getuigenis af, dat zij den be schuldigde op deu avond van den moord om het kantoor hadden zien dwalen en dat kort na zijne verdwijning het licht in de kamer van den ouden heer Greig uitgedoofd was. Zij hadden natuurlijk ge dacht dat de jonge mijnheer op zijn oom wachtte om samen naar huis te gaan en eerst toen zij hoor den dat het mes van mr. Anthony bij het lijk ge vonden was, hadden zij zich het geval herinnerd. De beide mannen spraken met zichtbaren weerzin, want Greig jr. was altijd de lieveling der werklui geweest; maar kunne getuigenis sprak zoo duidelijk, dat de jury uiet aarzelde den jongen man in staat van beschuldiging te stellenals verdacht van moord op zijn oom gepleegd. Terwijl de laatste formaliteiten afgedaan werden zat mr. Slater in droevig gepeins verdiept aan de tafel. Hij dacht aan de dochter van den vermoorde, wier diepe smart nog vermeerderd zou wordeuwan neer zij vernam hoe de neef, die met hen onder hetzelfde dak gewoond had, klaarblijkelijk de oor zaak van den dood geweest was. Dienzelfden morgen had Roberl miss Grace gesproken en haar verze kerd, dat hij alles in het werk zou stellen om de onschuld te bewijzen van don knaap, dien zij beiden iu den grond van hun hart en hoe ook alle schijn tegen hem was, tot zulk een vreeselijke misdaad niet in staat rekenden. Na alies echter, wat hij nu ge hoord had, was het vertrouwen van den advocaat wel eenigszins geschokt en terwijl hij nogmaals één voor één alle verzwarende omstandigheden naging, voelde hijdat elke poging om dien jongen man te redden, hopeloos zou zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1882 | | pagina 2