No. 15.
15 April 1882
H
n
n
h
n
B
v
v
n
u
v
EEN HANDDRUK.
Dit blad verschijnt iederen Saterdag.
De prijs per halfjaar f 0 25franco per post f 0,50,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIEN
voor Vrijdagmorgen 10 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
AdvertentiënalsGeboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Van
Staatsspoor
Breda naar
Vlissingen
(15 Oct
Breda. Winterdienst.
1881.) Van Vlissingen naar Breda.
Breda
V.
6,30
10, 6
11,13
2,12
6,32
7,30 1
Vliasing.
7,20
Pritisenhage
6,36:
7,36
5,50
6,50
9,30
1,40
5,10
7,20
10,—
Liesbosch
6,42
ii
7,42
Middelburg
5,59
6, 6
7
7,29
9,40
1,52
5,25
7,32
10,10
Etteu-Lcur
6,49
10,21
2,30
7,49
Amemniden
9,47
1,59
5,33
7,89
Hoeven
6,56
7,56-
'8-Heer Arendsk.
6,20
10,—
2,12
5.49
7,54
Seppe
A.
7, 6
8, 6
Goes
6,28
7,23
10, 9
2,21
6,—
8, 3
Roosendaal
7,15
10,37
11,39
2,50
6,58
8,15
Biczelinge
6,39
ii
10,17
2,29
6,13
8,16
V.
7,28
10,51
11,53
3,
7,20
8,44
8,52
Vlake
6.46
7,35
10,24
2,86
6,21
8,23
Wouw
7,40
11, 1
13, 3
3,12
9, 2
Kruiningen
6,51
10,29
2,43
6,27
8,28
Bergen op Zoom
7,49
11,13
13,14
3,30
7,38
9,12
Krabbendijke
7, 1
10,39
2.52
6,38
8,38
Woensdrccht
7,58
13,23
3,41
9,21
Rilland-Bath
7, 8
10.45
2,58
6,45
8,44
Rilland-Balh
8,11
12,36
3,56
9,34
Woensdrecht
7,22
10,58
3,11
7,—
9, 4
Krabbeudijke
8,17
1136
12,43
h 3
9,40
Bergen op Zoom
7,32
8, 9
11, 9
3,22
7,14
9,15
Kruiningen
8,27
1145
12,52
419
9,50
Wouw
7,44
11,21
3,34
7,28
9,26
Vlake
8,33
11,50
12,57
4,25
n
9,55
Roosendaal y'
7,54
8,23
8,40
11,30
3,43
7,38
9,36
Biczelinge
8,43
1, 8
4,37
10, 2
9, 5
8,47
11.43
3,51
4,45
8,39
9,43
Goes
8,52
12, 3
1,17
4,48
8,20
10,10
Scppe
9,15
8,49
n
's-IIecr Arendsk.
9,—
12,11
1,25
4,58
10,18
Hoeven
9,21
8,55
Arnemuiden
9.13
1,40
5,14
10,31
Etten-Lenr
9,32
n
12, 4
4,11
9 5
10, 3
Middelburg
9,21
12,28
1,50
5,25
8,50
10,20
10,38
Liesbosch
9,39
9,12
9,30
13,37
2
10,30
10,48
Prinsenhage
9,45
ii
9,18
5,35
9,—
10,—
Breda A
9,50
9,12
f
12,16
4,23
5,10
9,23
1015
Er is allerlei taal, waardoor wij onze gedachten
en gewaarwordingen kunnen uitdrukkeneene taal
der lippender oogen en ook der handen.
In elke taal wordt onnadenkend en onoprecht ge
sproken. De lippen zeggen dikwijls heel wat anders
dan er in het gemoed omgaatde oogen doen wel
eens ontijdig zienwat men eigenlijk liever verbergen
zou, en de handja, die verstaat van allen
het meest de kunstom te spreken en niets te zeggen.
Waarom geeft men elkander de hand?
Toch niet om eene korte aanraking met anderen
te hebben, die niet altijd even smakelijk en aauge-
naam is.
Het gebruik is al zeer oud eu als ik gissen mag,
hoe men er toe gekomen isdan heeft zeker een ge
voel van behoefte er toe gedreven. Het gemoed wilde
zich uiten. Woorden konden niet altijd de ware uit
drukking geven. Men wilde ook meer dan het woord.
En de tijdelijke verbinding der twee handen werd
het zinnebeeld van eene overeenstemming des ge-
moeds, van eene deelneming in des anderen lot, van
eene aansluiting aan hem of haar, tot wie men zich
getrokken voelt.
't Is er mede gegaauzooals met alle andere zaken.
Ze hadden oorspronkelijk beteekenis, maar de ge
woonte maakte ze tot ijdele haudelingenwaarin niet
veel anders meer besloten ligt, dan dat men van de
gewoonte niet afwijken wil.
In zooverre heeft elke hand die u toegestoken wordt
beteekenis, dat hij ten minste het bewijs is, dat men
geene reden heeft zich van u aftekeeren of althans
den schijn daarvan niet hebben wil.
Gij ontvangt tien, twintigmalen op een dag, een
hand en gij merkt het nauwlijks opmaar laat eens
iemand u de hand weigeren of u die zonder dat hij
er iets bij schijnt te denken, onthouden en gij ge
voelt, dat de handdruk zijn waarde heeft.
Er zijn oogenblikkenwaarin men dien gaarne
ontvangt, liever nog dun vele woorden. Als er oor
zaak van treuren of vau verblijden is, als gij be
hoefte hebt aau deelneming, dan doet het u goed,
als men u de hand komt drukkenzoo gij ten minsLe
daarin voelen kuntdat het meer dan een vormdan
eene vertooning is.
Voelen, zegt gijhoe is dat mogelijk? Let er dan
maar eens opals men u een hand geeft, op hoe on
derscheiden wijze dat geschiedt, en gij zult wel kunnen
onderscheiden, wie het alleen doet, omdat het er
zoo bij hoort en hij het niet laten durft en wie daarbij
eene gedachte heeftdie hij u te verstaante gevoe
len wil geven.
Iemand heeft te recht gezegddat een handzonder
zenuw of kracht, zoo een slappe, flauwe hand, die
u ontglipt, eer ge dien goed vast hebt, onzin is,
verraad.
Het toereiken van de hand moet eene daad zijn en
daarom een drukmits niet zoo krachtigdat
uw hand daardoor dreigt tot een bundeltje knokkels
samen geperst te worden.
Toch heb ik liever, dat men met de hand den
arm dreigt aftetrekken, dan dat men duidelijk toont
te vreezen met mij in aanraking te komen. Die
liefde- of genegenheid, die zich op een bescheiden
afstand houdt,, is als het vuur, dat men in het huis
van ziju buurman ziet, maar waarbij men zich niet
warmen kan.
Maar de handdruk behoort dan ook tot de dingen
die wel eens nadenken vereischen.
Men kan Jan en alleman wel de hand geven maar
wat is eene daad zonder beteekenis, zonder doel,
zonder vrucht?
Die de hand onthoudt of weigert, heeft doorgaans
daarvoor ziju reden, al is die juist niet zoo geldig,
dat hij daarmede voor den dag komen kan. Dus
moet ook hijdie hem toesteekt weteu wat en waar
om hij het doet, vooral of het hart er in spreekt.
Men doet iemaud wel eens zeer met woorden of
daden, men kan ook pijn doen, door niets te zeg
gen of te doen, door hoogstens eene algemeenheid
uit de verte hem toe te roepen.
Dat is wel niet altijd zoo gemeend, maar daar
hebt ge weinig aandat iemand u eerst in het aan
gezicht slaat, en dan zegt: ik meende het zoo niet.
Gij hebt den slag dan beet en die hem ontvangt
denkt er lunger over dan die hem toebracht.
Oprechtheid, zeggen alle menschen, is eeue schoone
en heerlijke eigenschapmaar ze bewonderen die
veel meer dan ze die beoefenen.