No. 53.
31 December 1881.
4e Ja
OEDEJAARSGEDACIITE1V.
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.25franco per post f 0,50,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIEN
voor Vrijdagmorgen 10 unr te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 een
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
AdvertentiënnisGeboorte-, Huwelijks-, Verjariogs-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Van
Staatsspoor Vlissingen
Breda naar Vlissingen. (15 Oct
Breda
Prinsenhage
Liesbosch
Etten-Lenr
Hoeven
Seppe
Roosendaal
Wouw
Beïgcn op Zoom
Woen9drecht
Rilland-Bath
Krabbeudijke
Krniningen
Viake
Biczeliiige
Goes
's-Hecr Arendsk
Arnemuiden
Middelburg
Breda. Winterdienst.
1881.) Van Vlissingen naar Breda.
7,20
6,30
6,36
10, 6
11,12
2,12
6,32
7,30
7,36
Vli™ns- Sïïf
5,50
6,50
6,42
i,
7,42
Middel barg
5,59
7,—
6,49
10,21
2,30
7,49
Arnemuiden
6, 6
a
6,56
7,56
'a-Heer Arendsk.
6,20
7, 6
8, 6
Goes
6,28
7,23
7,15
10,37
11,39
2,50
6,58
8,15
Biezelinge
6,39
7,23
10,51
11,53
3,—
7,20
00
V
If-
8,52
"Vlake
6.46
7,35
7,40
11. 1
12, 3
3,12
9, 2
Krniningen
6,51
7;49
11,13
12,14
3,30
7,38
V
9,12
Krabbendijke
7, 1
7,58
n
12,23
3,41
II
9,21
Rilland-Bath
7, 8
8,11
12,36
3,56
9,34
Woensdrecht
7,22
8,17
11 36
12,42
4, 3
9,40
Bergen op Zoom
7.32
8, 9
8,27
1145
12,52
4.19
9,50
Wouw
7,44
8,33
S,43
11,50
12,57
1, -8
4,25
4,37
9,55
10, 2
A
Roosendaal y"
7.54
9, 5
8,23
8,47
8,52
12," 3
1.17
4,48
8,20
10,10
Seppe
9.15
9
12,11
1,25
4,58
10,18
Hoeven
9,21
9,13
1,40
5,14
10,31
Etten-Leur
9,32
9,21
12,28
1,50
5,25
8,50
10,20
10,38
Liesbosch
9,39
9,30
12,37
2,—
10,30
10,48
Prinsenhage
9,45
i'
5,35
9,—
10,—
Breda A. 9,50
9,12
7,2
9,30
9,40
9,47
10,—
10, 9
10,17
10,24
10.29
10,39
10,45
10,58
11, 9
11,21
11.30
11.43
12, 4
12,16
1,40
1,52
1,59
2,12
2.21
2,29
2,36
2,43
2,52
2,58
3,11
3.22
3,34
3,43
3,51
4,11
4,45
4,23 5,10
5,10
5,25
5,33
5.49
6,—
6.13
6,21
6.27
6,38
6,45
7
7.14
7.28
7,38
,39
8,49
8,55
9 5
9,12
9,18
9,23
7,20
7,32
7,89
7,54
8, 3
8,16
8,23
8,28
8,38
8,44
9^ 4
9,15
9,26
9,36
9,43
10, 3
10A5
10,—
10,10
Waar is dat jaar al weder geblevenZoo luidt
bet heden uit honderde monden, die eenvoudig her
balen, wat ze misschien reeds veertig of vijftig ma
len gezegd hebben en die zeer goed weten, als het jaar
begint, dat het even ras als anderen voorbij zal gaan.
't Is eeu oud praatjedat een jaar als een
droom is, als een schaduw, als een oogenblikmaar
't is ongelukkigdat de menscben doorgaans over de
vluchtigheid van den tijd bet meest jammeren, als
de maanden en weken voorbij zijn gegaan.
Er spreekt toch in die jammerklacht nog wat meer
dan verbazing over de snelheid van den tijd. Door
gaans wordt men daartoe gebracht door de treurige
ervaring, dat er een en ander verzuimd werd of on
gedaan bleef, en men neemt het den tijd bijna kwalijk
dat hij rusteloos voortgaat, men zou willen, dat hij
zoo beleefd was, even te wachten tot wij ons ver
zuim hersteld hadden.
Maar ik geloof niet, dat het veel haten zou. Als
de tijd op ons wachtte, dan bleven wij weer op den
tijd wachten; want verschuiven, uitstellen, afwach
ten, dat zijn woorden, waarin veler karakter getee-
kend wordt. Hebt ge heden 31 December niet ge
daan, wat ge op 1 Januari reeds wist, dat ge moest
doenverschuil u dan niet achter ,,die snelle tijd"
maar erken liever uw eigen traagheid.
Waarom worden we ouder en niet wijzer? Waar
om klagen we over den vluchtigen tijd en laten in
middels zoovele oogenblikkeu ongebruikt voorbijgaan?
Waarlijk het wordt tijd, dat we eraan denken: niet
uitstellen tot morgen wat heden dient gedaan te
wordenwant terwijl ge van het heden spreekt wordt
het al verleden, 't Is beter eiken dag er aan te den
ken, dat het jaar in een oogwenk voorbijgaat, dan
op den laatsten dag van het jaar te moeten treurcu
zij het slechts over een enkelen dag, die nooit we
derkeert.
Als de laatste dag van het jaar zoovele uren had
als eene geheele weekdan zou die nog te kort zijn
voor het rustig nadenken over al de herinneringen,
die zich dan bij ons verdringen. Veel wat reeds in
de diepte van het geheugen bedolven ligtkomt dan
weder eens bovenveel wat wij in den tijd aangenaam
of onaangenaam vondenstaat dan in eeu geheel
ander licht voor ons. Maar 't is opmerkelijkdat de
meesteu veel meer weten te verhalen van het kwaad
dat ze nu hebben doorgeworstelddan van het goede
dat misschien nog voortdurend genoten wordt.
Yan daar die sombere trekken op menig gelaat,
als de laatste klokslag van het jaar nadert. Er wor
den tranen geschreid over zooveel dat men niet meer
ziet; en wat men nog ziet of nu eerst ziet, schijnt
niet in aanmerking te komen.
Ik kan het mij begrijpen, dat het velen bang om
bet harte isbij de ervaring van droef gemisvan
verijdelde hoopvan grievende teleurstelling. Het zou
onmensclielijk zijn te willendat de gedachtenis
daarvan met het oude jaar in het graf van den tijd
wegzonk, 't Zou ook niet goed zijn als de herinne
ringen werden uitgewischt, waarin een schat van
levenswijsheid voor de toekomst ligt opgesloten.
Maar laat ons billijk zijn en den ouden, die nu
ter ruste gaat, geen blaam opleggen, alsof kjj reeds
van zijn jeugd af een lastige knorrepot geweest was.
Daar is niemandhij zij wie hij zijdie niet vele
goede dagen, veel genoten goed, veel blijde, soms
ongedachte ervaringen te gedenken heeft. Sommigen
beweeren weldat bet voor ben maar oogenblikkeu
waren, maar daar gelaten of het werkelijk zoo ge-
gering was, moet toch ook het kleine in rekening
worde gebracht.
Mij dunkt, die goed heeft leeren optellen en eer-