No. 44. 29 October 1881.
4e Jaargang.
n
n
h
v
n
n
1 NOVEMBER 1881.
Dit blad verschijnt iedcren Zaterdag. -ppwrrpv
De prijs per halfjaar f 0.25 franco per post f 0,50 ADVERJ E«TIEj\
waarover per halfjaarlijksche kwitantie voor Vrijdagmorgen 10 uur te bezorgen bij den
wordt beschikt. 1 Uitgever .1. A. ROSS, GoeS.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden gepiaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
Advertentiën, als: Geboorte-, Huwelijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
Dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
Staatsspoor Vlissingen Breda. Winterdienst.
Van Breda naar Vlissingen. (15 Oct. 1881.) Van Vlissingen naar Breda.
10,-
10,10
Breda V.
6,30
10, 6
11,12
2,12
6,32
7,30
((ÏÏ)V'
7,20
Prinsenhage
6,36
7,36
5,50
6,50
9,30
1,40
5,10
7,20
Liesbosch
6,42
7,42
Middelburg
5,59
7,—
7,29
9,40
1,52
5.25
7,32
Etten-Leur
6,49
10,21
2,30
7,49
Arnemuiden
6, 6
9,47
1,59
5,33
7,89
Hoeven
6,56
7,56
's-Heer Arendsk.
6,20
10,—
2,12
5.49
7,54
Seppe
7, 6
8, 6
Goes
6,28
7,23
10, 9
2.21
6,
8, 3
Roosendaal y'
7,15
10,37
11,39
2,50
6,58
8,15
Biezelinge
6,39
10,17
2,29
6,13
8,16
7,28
10,51
11,53
3,—
7,20
8,44
8,52
Vlake
6,46
7,35
10,24
2,36
6,21
8,23
Wouw
7,40
11, 1
12, 3
3,12
9, 2
Kruiningen
Krabbendijke
6,51
10,29
2,43
6,27
8,28
Bergen op Zoom
7,49
11,13
12,14
3,30
7,38
9,12
7, 1
10,39
2,52
6,38
8,38
Woensdrecht
7,58
12,23
3,41
9,21
Rilland-Bath
7, 8
10,45
2,58
6,45
8,44
Rilland-Bath
8,11
12,36
3,56
9,34
Woensdrecht
7,22
10,58
3,11
7
9, 4
Krabbendijke
8,17
11 36
12,42
4, 3
9,40
Bergen op Zoom
7,32
8, 9
11, 9
3,22
7,14
9,15
Kruiningen
8,27
1145
12,52
4,19
n
9,50
Wouw
7,44
11,21
3,34
7,28
9,26
Vlake
8,33
11,50
12,57
4,25
9,55
Roosendaal y"
7,54
8,23
8,40
11,30
3,43
4,45
7,38
9,36
Biezelinge
8,43
1, 8
4,37
10, 2
9, 5
8,47
11.43
3,51
8,39
9,43
Goes
8,52
12, 3
1,17
4,48
8,20
10,10
Seppe
9 15
n
8,49
's-Heer Arendsk.
9,
12,11
1,25
4,58
10,18
Hoeven
9,21
ii
8,55
Arncmuidcn
9,13
1,40
5,14
10,31
Etten-Leur
9,32
ii
12, 4
4,11
9 5
10, 3
Middelburg
9,21
12,28
1,50
5,25
8,50
10,20
10,38
Liesbosch
9,39
9,12
9,30
12,37
2,—
10,30
10,48
Prinsenhage
9,45
9,18
5,35
9,—
10,—
i
Breda A.
9,50
9,12
12,10
4,23
5,10
9,23
10.15
De lsten Nov. van liet jaar 1881 is voor Neder
land een dag van vernederingvan beschamingvan
rouw.
Op dien dag treedt de ongelukkige drankwet in
werking.
Wij noemen dat eene ongelukkige wetniet om
dat wij hare uitvaardiging misprijzenniet omdat wij
ons met hare bepalingen niet vereenigenmaar omdat
in Nederland eene wet tot beteugeling van openbare
dronkenschap noodig is.
De wet bepaalt straf, tegen het toedienen van ster
ke drank aan kinderen beneden de 16 jarenhet
dronken maken van zulke kinderen; het met geweld
dwingen tot gebruik van sterken drank; het geven
van bedwelmende dranken aan beschoukenenhet in
dronkenschap verkeereu op de openbare straat.
Indien zulke dingen geen plaats haddenzou er
geene wet noodig zijn, die ze straft, die ze tegengaat.
Voorwaar reden genoeg om ons te schamen.
Wat moet men wel van ons denken. Het Neder-
landsche volk werd dikwijls hoog opgehemeld als
een volkdat zich door degelijkheid en ernst onder
scheidde. Het Nederlandsche volk wordt daarbuiten
geprezenomdat het zooveel voor ontwikkeling en
beschaving doet. Het Nederlandsche volk (althans
eene groote menigte) gelooft van zich zeiven, dat
Nederland door kerkelijkheid ja zelfs door vroomheid
uitmunthet ziet uit de hoogte neer op die monscheu
en die volken van wie men zegt, dat een wufte zin
voor godsdienst, voor deugd hem onverschillig maakt.
Dat Nederlandsche volk heeft een drankwet noodig.
Maar, zoo zegt men misschienhet misbruik, dat
deze wet in het leven riep, bestaat elders ook." 't Is
mogelijk, maar dat bewijst hoogstensdat het kwaad,
waaraan ons volk lijdt, elders ook bestaat. Dat ont-
i schuldigt ons niet en dat verergert de zaak; want
raeu heeft dus uit leerrijke voorbeelden niets geleerd
en laat zich nog prijzenof prijst zich zei venterwijl
men erkent dat ook hier reden tot laken en schamen is.
Anderen zullen misschien zeggen: „de wet was
niet noodig voor het volk, maar voor enkelen, die
zich schuldig maken."
Maar zou voor zoo enkelen slechts deze wet noodig
zijn? Als de wetgever gedrongen wordt door treu
rige ervaring door menigvuldige klachtenkan men
dan aan enkelen denken? Is niet het veelvuldig en
veelsoortig misbruik de oorzaakdat de wet gevraagd
geeischt, gegeven werd?
En nu zal men nog pruttelen, zich beklagen en
over belemmering der vrijheid spreken.
In zeker opzicht zal men dezulken nog moeten prijzen,
omdat zij tenminste voor hunne gedachten uitkomen.
Anderen zullen zoo eerlijk niet zijn.
Zij zullen den schijn aannemen van de wet goed-
tekeuren, (omdat ze niet anders durven) maar haar
in hun hart naar de maan wenschen.
Ze zullen er zijn, die zeggen: het misbruik af
tekeuren en te betreurenmaar er bijvoegen: „men
kon en moest dat met andere middelen tegengaan;
men moest meer vertrouwen stellen in de ontwikke
ling, de toenemende beschaving, den godsdienst
zin van de natie."
Altemaal praatjes, uitgedacht of uitgestrooid door
hen, die gaarne veel gebruik zooal geen misbruik,
van sterke drank makenof door hendie er wat
mede verdienen willen en die het weinig schelen kan
öf zij rijk worden door de verkeerdheid van ande
ren of door eigen kloekheid en degelijkheid.
Maar wij staan voor het feit. Eene droevige nood
zakelijkheid gaf ons de wet, en er is maar een weg
om de schande, die zij over ons brengt, te boven te
komen, dat namelijk hare toepassing onnoodig zij.