Overhemden, Fronts,
Boorden ^Manchetten,
No. 20.
14 Mei 1881
4® Jaargang.
VRIJWILLIGE VERKOOPING.
DEN INVENTARIS VAN DAT
KOFFIEHUIS,
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.25franco per poet f 0,50,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIES
voor Vrijdagmorgen 10 uur te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
Groote Letters en Afbeeld, naar plaatsruimte.
AdvertentiënalsGeboorte-, Hu
Dankbetuigingen, niet meer dai
welijks-, Verjarings-, Doodberichten en de daarop betrekking hebbende
aeht regels beslaande, voor den geringen prijs van 25 cents.
De Deurwaarder DE F05, te Goes,
zal op ZaterdagU Mei 1881
des middags te een uur, ten verzoeke van den
heer Joost Vergauwe, aan zijn koffiehuis, op
de Vlasmarkt te Goesop drie maandenvei
len en verkoopen:
benevens eene partij
Meubilaire en Huis
houdelijke Goederen,
als: een Biljart, Buffet, Toonbank,
een groote partjj Tafels, Stoelen
en BankenKaraffenGlazen en
Kruiken; voorts: 1 Kabinet, 1
Kastje 1 Veeren Bed. Glas-, T.Tzer-
Op Woensdag, 1 Juni 1881,
des morgens te 11 uren, zal Marinus Rottier
landbouwer ia de gemeente Krabbendijke, op
het door hem bewoond hoefje, aan het dorp,
ten overstaan van den Notaris VAN DEN
BUSSCHEpubliek verkoopen
1 vos bles Ruinpaard oud 12 ja
ren, 1 zwart Dito 6 jaren, 1 baat-
gevende Melkkoe, 1 Kalf, 1 Geit,
1 Wagen op ijzeren assen, 1 Rij
tuig (Barouchet), 2 Ploegen2 Eg
gen 1 Rolblok 1 Sleeper1 Sleep-
bord1 Snijmolen1 SnijbakKrui
wagen Koebak en GotenZeeften
MatenHaruasBouw-, Melkers-
en ZoldergereedscbappenHooi
Stroo, Mest in den mestput.
VOORTS; EENE PARTIJ
een Handkar op veeren, en vier
Basculeswaarmede 100 a 200
kilo's gewogen kunnen worden.
Te bevragen bij de Wed. A. Van
de Weekt, Korte Kerkstraat.
TE KOOP:
een zoo goed als nieuw Linnen-
kastje. Adres bij den nitg, dezes.
ONTVANGEN:
IJZER MET HANDEN BREKEN.
„Dat kan niet"zegt menen daarmede is de
zaak uit.
Ik geloof boe langer zoo meer, dat eene menigte
spreekwoorden eenvoudig verzonnen zijnom aan het
leelijke een mooien vorm te gevenom als natuurlijk
en redelijk voortestellenwat eigenlijk-onnatuurlijk en
onredelijk is.
Als de mensehen geen lust hebben, om voortte-
werkendan zeggen zij„dat het geduld een edel
kruid is"als ze wat lui uitgevallen zijndan zeg
gen ze: „al te hard'loopt niet lang"; en als het een
of anderi hun wat moeilijk vultals ze aan een zware
taak geen lust hebben, dan zeggen ze: „men kan
ook geen ijzer met handen breken."
Het ko it er maar op aan, of de handen sterk
genoeg zijn, om het kunststuk te verrichten, en of
er een vaste wil is, om die kracht aantewenden. Men
kan dan zooveel.
Maar djat is het juist, zoo voert meu mij te gemoet.
„Als het aan de kracht ontbreektis de poging ver-
geefsch en daar kan rneh toch niets aan doen."
Onder uw welnemen. Het geldt beide van onze
natuurlijke en zedelijke krachten, dat zij door oefe
ning moeten toenemen en dat zij dan vermogen,
wat men 'vroeger boven haar bereik achtte.
Dat W onmogelijke dingen worden genoemd en
soms geei'schtis zeker; maar het staat even vast, dat
dikwijls onmogelijk wordt voorgesteld, wat bij
ernstige jyrachtsinspanuing, of door herhaalde pogin
gen, ?,oivjfcspuen geschieden
De geschiedenis en de ervaring gaven meermalen
uitkomstès, te zien, die inderdaad verrassend zijn,
waarover pifen verbaasd staatdie als eeu soort won
deren beschouwd worden en die toch laugs gansch
natuurlijken weg zijn tot stand gebracht.
In den ernstigen en vasten wil ligt een machtige
hefboom, die nooit vruchteloos wordt aangewend. En
omdat men dat niet inziet of niet begrijpt hooren
we zoo dikwijls het leelijke en onzinnige: „ik kan niet."
Als de handen het ijzer niet breken kunnen, zoo
men meentwordt het werktuig ter hand genomen
om dat werk te laten verrichten. Daarop steunt men
waarom zou men zich dus inspannen en moeite doen.
Zoo laat menigeen aan anderen over, wat hij zelf
niet gaarne doet. Zij zijn voor hem de werktuigen,
die zijne zwakheid of onwil moeten te hulp komen.
Gemakljjk is het zeker, de zware taak op andere
schouders te [leggen het moeilijke werk in krachtiger
handen te gevenmaar wie bij alles er op uit is
het zich gemaklijk te maken, die heeft weinig be
grip van zijn waarde, zijn roeping, zijn plicht.
Dat iemand een opzien heeft tegen het werkdat
öf ongewoon, öf van grooten omvang isdat een an
der zijue krachten wantrouwt en begint met te mee-
nendat zij te kort znllen schietenlaat zich hegrijpen
maar dat menzonder een proef te nemenaanstonds
zegt, dat het niet kan, dat het onmogelijk is, dat
is even dwaas als onredelijk.
Er zijn ook van die water-en-melknaturendie
niet versterkt willen worden, die öf zich misdeeld
achtenof meeneudat hun eeu zoo bescheiden werk
kring aangewezen isdat ze alleswat eenige be-
teekenis beeft, aan anderen overlaten.
Geen wonder dan; dat zooveel ongedaan blijft,
of eindeloos verschoven wordt, wat met ijver diende
ter hand genomen. Vele gebreken in onze maat
schappij duren voort, veel langer dan noodig was,
omdat men uitgaat van de leer: „dat het ijzer niet met
handen kan gebroken worden", met andere woorden:
omdat men niet beproeven wilwat men kanof' wat
eene krachtige inspanning eindelijk zal vermogen.
Het wordt daarom tijd, dat wij die oude, kwalijk
begrepen spreekwoorden door andereu vervangen. Ze