ter zyde zetten moet, dan zijn er andere middelen, dati het wegnemen van den eenen, om plaats te maken voor den anderen. Wie zijn volk en zijn land lief heeft, die tracht wel zeker tot de beste, de meest geweuschte regee ring te komenmaar hij bezoedelt zich niet met het bloed van lien, die toch eigenlijk maar de uitvoer ders zijn van den wil van anderen. Wij hebben eerbied voor een man, die ten nutte van zijn land moedig optreedt, stoutmoedig handelt, den dood zelfs trotseert; maar voor moordenaars, die zichzelven tot misdadigers maken en hun volk niets aanbrengendan den naamdat het znlke lage wezens kweekt, voor zulken hebben wij niets dan verachting. N EDE RL A X I). De lust tot bloemenkweeken neemt te Middelburg nog steeds toe. Het aantal liefhebbersdat aanvrage deed om plantenis dit jaar alweder grooter en de Eloralia-commissie reikte niet minder dan 3266 planten uit, bestemd om deels binnen- en deels buitenshuis gekweekt te worden. Men moge meenen dat een zekere naijver het aantal kweekers vergroot wat dan toch niet te misprijzen zou zijnmaar zeker bewijst deze uitbreiding der zaak voor een schoon heidsgevoel dat zich bij toeneming ontwikkelt. Hoe laag staan zij daarbij, die men op gelijke wijze ge not verschaffen en tevens een goeden dienst bewijzen FEU ILL ET O STEVEN EN ZIJN PLEEGZOON. (Eene Schets: uit het Tijdvak tusschen 1650 en 1680.) Vatl A. C. W. STARING. YII. Hij bleef, als zoodanig, den Munsterschen in de vesting trotsch biedenterwijl zij geteisterd werd door geheel andere dan de gewone middelenwaarvan men zich bij het voeren van kryg pleegt te bedienen. De vijand had, namelijk, in de eerste helft van het loopende jaar 1673, bij liet versterkte huis Gramsbergen een' stevigeu dam in de Vecht gezet, ten einde, beneden het naburig Koeverdenharen loop te stremmen. Tevens deed hijmet geene ge ringe kosten, een' dijk aanleggen, om het uitstroo- mende water te belettenzich om dezen dam heen te ontlasten. Den goheelen zomer ging men voort, met het ge maakte te versterken, en men bracht eene omringing tot stand, onder dertig en boven meer dan acht schreden breed; terwijl de lengte van den dijk op niet minder dan derdehalf uren gaans berekend werd. Twee groote en verscheiden kleiner schansen of re- douten, met een getal van zestig stukken geschut beplant, verdedigden dit reuzenwerk. Niet dan al te zeer bleek hetzelve aan zijn doel te beantwoorden; want had men, in de stad, aan vankelijk den groei van het kwelwater met pómpen kunnen bijhoudenmenigvuldige regens dedeniu den nazomer, dit middel te kort schieten: en nu rees weldra de vloed zoodanig, dat de bezetting in hutten op de wallen zyn verblijf moest nemeneri de voorraad der magazijnen naar de zolders verbracht worden. Het behoeft weinig nadenken om al het moeielijke van den toestand der burgerij en des garuizoens te beseffen. De meeste stookplaatsen waren niet meer te gebruiken, en alle de kelders volgeloopen. De vochtige luchtwaarin men zonder afwisseling moest ademen, werkte hoogst ongunstig op het lichaams gestel. De moeskruiden, die tot voedsel, en tot verkwikking van kranken dienen konden, waren in de hoven verdronken. Het oog vondwaarheen het zag, niets dan de eenzelvigheid der overstrooming, welke, sedert den aangevangen herfst, het gemoed te treuriger aandeed. In weerwil van zooveel leeds en ontberings gaf het nogthans de standvastigheid van Eybergen en wilt, maar die, öf als ze er toe uitgenoodigd wor den, te huis blijven, öf zelfs durven zeggen, als of het wat moois was: „we hebben er geen zin in!" B IITEJVLAIYI), Iu den aanvang der week kwam het vreesselijke berichtdat men den Keizer van Rusland Alexander II. wreedaardig heeft vermoord. Toen hij naar zyn paleis terug reedwerd een bom geworpen onder het rijtuigdat daardoor verbrijzeld werd. Nog was de vorst ongedeerd, maar toeu hij toetrad op de gewon den, om hun hulp te bieden, viel een andere bom voor zijne voeten, die hem de beenen verbrijzelde, de buik openscheurde en het oog kwetste. Onmid- delijk werd de Keizer in eene slede naar zijn paleis gebracht, maar nauwelijks daar aangekomen, terwijl nog de kunst alle middelen aanwendde, overleed hij. De Czaar had den leeftijd van 62 jaren bereikt. Hij is terstond opgevolgd door zijnen zoon ouder den naam van Alexander ni, Drie der moordenaren zyn gevat en misschien zal men door hen verder op het spoor komenwant het is zekerdat zijdie de daad uitvoerden, slechts de handlangers waren van de in het duister woelendendie nihilisten worden genoemd en voor niets terug deinzen om hun doel te bereiken. KERKNIEUWS. Dhr. H. Vermaas, thans predikant; te Yerseke, is als zoodanig be roepen te "Numansdorp. van eene hem waardige bezetting niet op. De bevelhebber hield zijne, als gekerkerde, man schappen met gedurige wapenoefeningen bezig. Ook wist hij aan dezelve op allerlei wijs eenigen afleiden- den arbeid te verschaffen; onder anderen ook, door de geschiksten onder hen de hand te doen leenen aan het gereed maken van ponten en mindere vaar tuigen die van dienst zouden kunnen zijnwanneer men hulp ontving. Deze hulp nu kon' men eindelijk met meerder zekerheid te gemoet zien toen de nood op het hoogste geklommen was. Rabenhaupt, de bevelhebber van dat Groningen door hem voor den Staat behouden, toen hetzelve in den zomer van 1672 de vereenigde legers van Keulen en Munster had af te slaan; Rapenhaupt de onvermoeibare was, aan den eenen kant van den staat der zaken binnen Koeverden onderricht; daar het nauwe insluiten van de plaats de verstand houding door getrouwe boodschappers niet volkomen vermocht te beletten; en de beslissende maatregels, die de Bisschoppelijken voorhaddenwaren van de andere zijde bekendzij zoudennamelijkmet een aantal van niet minder dan vierhonderd schuiten, dodr hen uit Munsterland verwacht., op èèns drie duizend man aanvoerentegen die naakte wallen waaraan thans niets anders tot bedekking overschoot dan de stor/npalentegen welke een bevaarbaar meer stond te zwalpeu. Bleef de mogelijkheid van zulk een' aanval plaats grijpen, zoo had de Vesting alles te vreezenwant het kleine getal vaartuigen binnen dezelve voorhanden, beteekende als middel van af wering even veel als niets. Maar deze vaartuigen, door de vooruitziende bedachtzaamheid van Eyber gen ter dienst gereed liggende, konden uitnemend wel te stade komenwanneer het plan van ontzet zoodanig wierd ingericht, dat men eer de belege raars hunne schuiten bij elkander haddende werken, door hen gemaakt, op verscheiden plaatsen te gelijk van buiten aaugreep, om den ringdijk die het water keerde door te steken, en dan Eybergen gelijktijdig van binnenm<?t zijne ponten, van kanon voorzien, en zijne kleinere kielen, door de grootere gedekt, over den ingesloten plas den dam in de Vecht be stookte. Dit plan was het dan ook, dat werkelijk tusschen Rabenhaupt en Eybergen werd vastgesteld, en onverwijld stond uitgevoerd te worden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1881 | | pagina 2