No. 2.
8 Januari 1881.
4e Jaargang.
u
u
u
n
n
v
n
n
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag.
De prijs per halfjaar f 0.25franco per poet f 0.50,
waarover per halfjaarlijksche kwitantie
wordt beschikt.
ADVERTENTIEN
voor Vrijdagmorgen 10 nnr te bezorgen bij den
uitgever J. A. ROSS, Goes.
Dienstaanbiedingen en
Dienstaanvragen worden geplaatst tegen 5 cent
en Advertentiën tegen 6 cent per regel.
GrooteLetters en Afbeeldingen naar plaatsruimte.
Breda
Prinsenhage
Liesbosch
Etten-Leur
Hoeven
Seppe
Roosendaal y'
Wouw
Bergen op Zoom
Woensdrecbt
Rillaad-Bath
Krabbendijke
Krniningen
Vlake
Biezèlinge
Goes
's-Heer Arendsk.
Arnemniden
Middelburg
Yan
V. 6,30
6,36
6,42
6,49
6,56
7, 6
7,15
7,26
7,36
7,48
7,58
8,15
8,21
8,31
Staatsspoor Vlissingen Breda. Winterdienst.
Breda naar Vlissingen. Van Vlissingen naar
10,17
10,34
10,47
11,06
8,43
9.13
9,21
11 3
11,3
11,51
11,59
12,'16
12,25
11,43
11,53
12, 3
12,14
12,23
12,36
12,42
12,52
12,57
l, 8
1,17
1,25
1,40
1,50
3, 9
3,41
3,56
4, 3
4,19
4,25
5,14
5,25
5,3
6,32
7,43
,7,49
Vlisamg.
5,55
6,50
7,25
9,30
2,10
5,15
7,25
a
7,55
Middelburg
6, 6
7,—
7,'34
9,40
2,21
5.30
7,37
ii
8, 2
Arnemtiiden
6,13
9,47
2,28
5,38
7,44
a
8, 9
's-Heer Arendsk.
6,28
10,—
2,41
5,54
7,59
8,17
Goes
6,37
7,23
10, 9
2.50
6, 5
8, 8
6,58
7,57
8,26
Biezelingc
6,49
10,17
2,58
6,18
8,19
7, 8
8,34
Vlake
6,57
7,35
10,24
3, 5
6,26
8,26
ii
ii
8,44
Kruiningen
7, 3
10,29
3,12
6,32
8,35
7,25
a
8,56
Krabben d ij ke
7,13
10,39
3,21
6,43
8,45
a
ii
9, 5
Rilland-Batb
7,20
10,45
3,27
6,50
8,51
n
ii
9,19
Woensdrecbt
7,35
10,58
3,40
7, 5
9, 4
a
ii
9,25
Bergen op Zoom
7,48
8, 7
11, 9
3,50
7,23
9,17
n
a
9,35
Wonw
8,—
11,20
7,37
9,30
a
9,40
9.51
Roosendaal y'
8,10
9, 7
8,21
8,31
8,45
8,52
11,29
11.43
4, 5
4,10
4,58
7,47
8,39
9,40
9,47
8, 6
1,
10, 2
Seppe
9.17
8,49
u
a
10,10
Hoeven
9,28
8,55
»-
a
10,25
Etten-Leur
9,34
8 49
12, 4
9 5
10, 7
8,35
9, 6
10,20
10,85
Liesboscb
9,41
9,12
10,30
10,45
Prinsenhage
9,47
9,18
8,45
9,15
Breda A.
9,52
9,-7-
9,17
12,16
4,36
5,23
9,23
10.20
10,—
10,10
TWEE STEMME».
De menschen merken doorgaans meer op, wat zij
missen, dan wat zij bezitten, 'tls dikwijls ondank
baar, maar daarom niet minder natuurlijk. Het
oog gewend aan alles wat het dagelijks ziet, en de
beste gaven worden eindelijk onnadenkend genoten.
Dientengevolge worden ze minder gewaardeerdal
verloren ze ook niets van hare waarde. En nu is
het niet noodigdat een droef gemis tot een hooger
schatten brengtsoms hebben wij maar eens te zien
naar minder bevoorrechten dan wy, om de gevolg
trekking te maken, dat we eigenlijk wel wat meer
letten mochtenop een en anderdat ons hoven
anderen te benrt valt.
Wij dachten daaraan bij de intrede desjaars, toen
uit ons eigen land en uit verwijderde oorden be
richten tot ons kwamendie niet alleen tot mede-
lyden met anderenmaar ook tot meerdere prijsstelling
op eigen vqorrechten stemmen.
Onze lezers zullen het reeds begrijpendat wij hier
in de eerste plaats het oog hebben op zoovele lijden
den door den watersnood. Van onderscheiden kanten
waren reeds noodkreeten opgegaantoen een nieuwe
doorbraak een 40tal dorpen in Noord-Brabant onder
water zette. Hartverscheurend zijn de berichten, die
dagelijks van daar lot ons komen. Honderden zagen
hunne woningen instorten, hun vee verdrinken,
hunne velden en vruchten verwoesten, leden koude
en honger, brachten dagen in doodsangsten door,
enkelen zelfs kwamen in den onverwachten vloed om.
Nauwlijks kunnen wij ons een denkbeeld maken
van alles, wat er geleden wordt, al strekten zich
rejeds vele armen uit om hulp te bieden. Wie het
nimmer zag, begrijpt het niet wat verwoestingen
het water aanricht, hoe het in een oogenblik de
hechtste gebouwen doet instorten en in zijn snellen
vaart en met zijn verbazende kracht eene ellende
sticht, die zich nog na jaren doet gevoelen.
En voor ons, zelfs geen nood. Kalm en gerust
leven wij daar henen; onze arbeid kan onverhinderd
worden voortgezet; onze velden blijven hunne ge-
wenschte vruchten belovenin onze woningen zittön
we zonder gevaar warm, en wel en al is aller deel
niet even ruim, zelfs de armste bezit overvloed, als
hij zich met die rampspoedigen vergelijkt.
Zouden wij er niet eens aan denken? Veellicht
zijn er, die ontevreden met hun lot, met hun karig
deel, met hunne lasten en bezwaren zich diep on
gelukkig wanen en zeker geniet menigeen van alles
wat hem het leven veraangenamen kan, zonder dat
het hem die aangename gedachten geeft, die het
bezit en genot rijker maken. Beiden wijzen wij naar
die natuurgeuooten henen, die missen en lijden en
met donkere vooruitzichten de toekomst tegengaan.
De blik op hen stemt tot een meer opmerkzaam
en dankbaar genieten.
Maar ook uit de verte komt eene stem, die het
zelfde ons toeroept.
Wij denken aan den Transvaal, aan dat gedeelte
van Zuid-Afrika, waar een aantal Hollanders henen
togen en de meeste bewoners afstammelingen van
Hollanders zijn Zij leefden daar eenmaal vreedzaam
en gelukkig; eene ontwikkelende landbouw ën nij
verheid gaf uitzicht op toenemenden bloei. Vrij en
zelfstandig groeide de kleine Staat aan en beloofde
niet alleen veel, voor wie daar reeds waren, maar
hij scheen ook een gelukkige wijkplaats te zullen
worden voor zoovelen, die ondernemend en moedig
elders wilden gaan zoeken, wat hier voor hen niet
te vinden was.
Daar strekte zich de roofzuchtige hand van den
alleen eigenbelang dienenden Engelschman naar den
jeugdigen Staat uit. Het reeds zoo machtige liijk
wilde nog grooter, nog machtiger worden en daaiv
toe aan zich onderwerpen, die door geene enkele
daad tot zulk een snood geweld aanleiding gaven.
Vruchteloos poogden dè Transvalers den overweldiger
tot betere gedachten te brengen en hem door kalme
redeneering en heen wij zen naar hun goed recht van
die onderdrukking terug te houden. Engelsche Staats
lieden vielen hen bij, tot dat deze zelve aan het roer