V
1 8 73.
2 Augustus.
O X Z E T A A L.
VEREENIG1NG VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES,
m 31.
VIERDE JAARGANG,
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag.
De prijs per Jaar ƒ0,50.
Franco per post 0,80.
Te voldoen in driemaandelijksche
termijnen.
•^UsnmlM-I Immm Gewone Dienstaanbiedingen en
c£>^£U11U(I l. (9,111111 JlurSS Dienstaanvragen worden geplaatst si 10 Gents.
J C6üt Advertentiën tegen 5 Cenis per regel.
Groote Letters en Afbeeldingen
naar plaatsruimte.
Be Advertentiën moeten Vrijdag vóór 12 uur bij den Uitgever bezorgd worden
Als een volk van zijne voorrechten spreektdan
is het niet het minste, als hij in de eerste plaats
roemen kan in het bezit van eene eigen taal.
Dat bezit behoort ook tot die velenwaarvan
men doorgaans de waarde weinig beseftomdat
men er aan gewoon is. Men spreekt en hoort die
taal iederen dag; 't zou immers ongerijmd zijn als
men zijn eigen taal niet had en sprakwaarom
wordt dat dan een zoo groot voorrecht geheeten.
Ziet eens in het naburige Belgie. Daar spreekt
een betrekkelijk klein deel van de bevolking
Vlaauischde overige bevolking Eransch. De taal
der regeeringder rechtbankenvan alle openbare
instellingen was tot hiertoe het Fransch. Dienten
gevolge gebeurde liet niet zeldendat een Vla
ming bijv. veroordeeld werd, bij een vonnis waar
van hij niets begreepouidat hij geen woord Fransch
kendeof dat hij zich bij eene en andere officieele
handeling, bedienen moest van eene taal, die hij nooit
had geleerd. Die menschen begrepen wat voor
recht bet is, als een volk zijn eigen taal, door
allen gebruikt en voor allen geldende, bezit. Geen
wonder dat zij nu klaagden en verbetering zoch
ten. Waarschijnlijk zal het, in het vervolg wat be
ter worden maar als wij van hen liooren mag het
ons wel tot de erkentenis brengen, dat wij in dit
opzicht boven hen bevoorrecht zijn.
Wij spreken met ingenomenheid van onze moe
dertaal. Reeds in die benaming ligt waardeering
opgesloten. Er is voor ons volk ook een tijd ge
weest waarin het die taal voor eene vreemde ver
wisselen moest. Die dagen liggen gelukkig ver ach
ter ons, maar daarom mogen we niet ophouden
de waarde van ons bezit optemerken. Hoe grooter
voorrecht, des te zwaarder verplichting. Is uwe
taal u dierbaar dan moet ze zuiver en ongeschon
den gehouden worden dan moet tegen elke ver
minking, elk bederf worden gewaakt.
Dat geschiedt bij ons te weinig. De meesten
zijn onverschilligdenken er niet aan of zij zich
op de eene of andere wijze uitdrukkenof zij
vreemde dan wel eigen woorden gebruiken. Ken
nis van de moedertaal achten zij eene onnoodige
zaakomdat ieder er toch genoeg van weet om
zich te doen verstaan.
Hoevelen zijn er, die sprekende en vooral schrij
vende, zich volstrekt niet bekommeren of zij zich
al dan niet juist uitdrukkendie spelling en ge
bruik van woorden geheel verwaarloozen zoodat
men soms in twijfel geraakt, of men wel Neder-
landsch en niet eene vreemde taal ziet opdisschen.
Dit moest zoo niet zijn.
Er is thans zooveel gelegenheid om goed onze
taal te leeren. Niemand kan voorwenden dat hij
daarin onbedreven blijven moest. De onzuivere
taal, die men spreekt en schrijft is een blaam op
ons onderwijs en getuigt van geringe belangstelling
in een goeddat even als zoovele anderenslechts
met groote opoffering en inspanning voor ons is
bewaard gebleven.
Onze naburen zeggen terecht„De taal is gansch
het volk."Dat wil ook zeggen: in de taal, in
haar gebruik, spiegelt zich het volkskarakter ge
trouw af. Is de volkstaal onzuiver, onnauwkeu
rig, gaat men er slordig en onbedacht mede om,
het is zeker dat zulk een volk weinig prijs stelt
op zuiverheid van zedenop nauwgezetheid in eb
ken handel. Geeft men eigen taal voor een deel