VOLKSBLAD.
VEREENIG1NG VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES.
No. 28. 18 7 3. 12 Juli.
BEDERFELIJKE WAAR.
VIERDE JAARGANG.
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. (atv-nnfleet Uïnmineve Gewone Dienstaanbiedingen en
De prijs per Jaar /"0,50. ^>JjxU IUlCrt, JiUIIllIltTb Dienstaanvragen worden geplaatst h 10 Cents.
Franco per post n 0,80. J C6Ht Advertentiën tegen 5 Cents per regel.
Te voldoen ir. driemaandelijksche Groote Letters en Afbeeldingen
termijnen. naar plaatsruimte.
Be Advertentiën moeten Vrijdag vóór 12 uur bij den Uitgever bezorgd worden.
(Vervolg.)
Ten slotte is er nog eene heel oude vrouwdie
nadeelig werkt op het loon van den arbeider.
l)ie vrouwhoe oud ookof juistomdat zij oud
is, heeft heel veel invloed.
Hoeveel loon geeft gij uwe dienstbode mevrouw?
„Tien pond." Rekent u dan bij ponden sterling
mevrouw? „Wel foei! neen mijnheer; ik bedoel
ponden Vlaamsch."
't Is merkwaardigterwijl de pondenschellin
gen en grooten reeds sedert eeuwen niet meer ge
bruikt worden als munt, zal de Zeeuwsche huis
vrouw het loon van hare dienstbode nog in die
munt berekenen.
Dat is vrouw-gewoonte, de oude dame, die
'em dat doet. En die oude vrouw heeft nog meer
dan dat op haar geweten. De hoogte van het loon
wordt nog op vele plaatsen door haar geregeld.
De boer geeft, wat zijn vader gaf, de veldarbeider
ontvangt, wat zijn vader ontving in geld
namelijk. Dezelfde waarde ontvangt hij echter
niet, want voor een gulden kon men vijftig jaar
geleden eens zooveel levensmiddelen koopen dan
tegenwoordig.
Op den duur zal de gewoonte het niet kunnen
winnenmaar eer zij overwonnen iszijn er voor
den arbeider weder eenige jaren van ellende gele
den. Sommigen gelooven niet aan de kracht der
gewoonte.
Waarom geeft gij dan een fooi van een kwartje
aan den koetsier even als je dat voor tien jaar
deed? Waarom een gulden aan uw schoorsteenve
ger? Waarom niet meer dan vroeger, ofschoon uw
koetsier zoo min als uw schoorsteenveger zich voor
de belooning dezelfde waarde van levensmiddelen
kan verschaffen als vroeger?
Gewoonte en niets dan gewoonte. De ar
beider heeft dus een bederfelijke waar aan te bie
den terwijl de behoeften van zijn huisgezin hem
dwingen die waar tot eiken prijs aan te bieden en
terwijl de gewoonte den prijs dier waar drukt.
„Maak het aanbod vrijroept de leerling van
de hoogere burgerschool uit. Juist zoo mijn vriend;
dat trachten de arbeiders tegenwoordig door hunne
werkstakingen. Zij verzamelen gelden om daarvoor,
wanneer het loon hun te laag voorkomt, zich voe
ding te verschaffenten einde eenigen tijd hun
waar niet te behoeven aan te bieden. Zij doen
dat gezamenlijk en staken ook gezamenlijk het
aanbod van hun waar, om zoodoende eene belang
rijke vermindering van aanbod te krijgen.
„Alle werkstakingen van arbeiders zijn dus niet
af te keuren," vraagt de leerling iet wat onge-
loovig.
Zeer zeker niet; maar daarom zijn alle werksta
kingen ook niet goed te keuren. Alles hangt van
omstandigheden af. Zijn de loonen laagdan
„De loonen laag? Wanneer zijn de loouen laag?"
Wanneer? Wel als een vlijtig arbeider, die zijn
vak kent, met een gewoon huisgezin daarvan niet
zoo kan levendat hij .en zijn vrouw zich zulk
voedselkleeding en huisvesting kunnen verschaffen
dat zij gezond blijven en een gezond kroost kunnen
houden.
„Maar als nu de werkverschaffer niet meer kan
geven, wil hij de concurrentie volhouden?" Wel
nu dan zal die werkverschaffer met zijn industrie
moeten eindigen.
„Maar dan zullen uwe arbeiders in het geheel
geen loon krijgen?" Volkomen juist. Dan zullen
zij naar eene andere industrie moeten omziendie
wel voor goeden arbeid goed voedsel geeft; of wel
zij zullen naar elders trekkenwaar de industrie
niet bloeit door de laagte van het loon.
Maar soms kan er een tijdelijke oorzaak zijn
die den bloei der industrie vermindert en zal wel
licht binnen weinige maanden de mogelijkheid be
staan de loonen te verhoogen. In dat geval zal de
arbeider verstandig doen met het verzoek om loons-
verhooging te wachten tot die gunstige periode is
ingetreden.