V LAD. 1 8 73. VEKEENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES. No. 27. 5 Juli. a 1 Cent. BEDERFELIJKE WAAR. VIERDE JAARGANG. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. De prijs per Jaar.f0,50. Franco per post t 0,80. Tc voldoen ir. driemaandelijksche termijnen. {fsmwTwT Sftnmmóvfi liewoneDienstaanbiedingen en J^UUUtU. a Dienstaanvragen worden geplaatst 10 Cents. Advertentiën tegen 5 Cents per regel. Groote Letters en Afbeeldingen naar plaatsruimte. De Advertentiën moeten Vrijdag vóór 13 uur bij den Uitgever bezorgd worden. Er is een Engelschmandie zichzelven heeft af gevraagd: waarom verkoopen de visschers hunne waar bij afslag? Die Engelschman is een heel geleerd manen zijn vraag schijnt toch zoo onbeduidend. Het ant woord van dien Engelschman luidde: „omdat de visschers dan meer geld van hun waar maken." Mijnheer Adie gaarne visch wil etenzal als er weinig visch aan de markt is al spoedig „mijn" roepen, uit vrees, dat een ander hem anders voor zal zijn. Was de visch bij opbod verkochtmijn heer A had dan geen vrees behoeven te koeste ren dat hij geen visoh bekomen konhet zou dan blijkenhoe hoog de hoogste kooper ging en mijn heer Ahad slechts eene kleine verhooging op dat bod te leggen en hij was kooper. De onwetendheid hoe groot de kooplust bij an deren wellicht is, doet den heer A bij den afslag een kabeljauw koopen voor f 5dien hij bij een andere wijze van verkoopen wellicht voor f 2,50 zou bekomen hebben en die toch niet lekkerder smaken zal. „Dat komt niet te pas" roept een leerling uit de hoogste klasse van de hoogere burgerschool uit. „De waarde van een zaak hangt af van vraag en aanbod; de werking van vraag en aanbod moet dus vrij zijnwil men de natuurlijke waarde van eene zaak in stand houden. Weg met den afslag. Er moet noodzakelijk een wet gemaakt worden, die het verkoopen bij afslag verbiedt." Bravo jeugdige vriend, gij zijt een consequent leerling Maar die arme visschershunne waar is beder felijk. Ze zijn niet als anderen vrij in hun aan bod. Heden moeten zij verkoopenwant morgen stinkt de visohen overmorgen is zij aan aas ge- gelijk. Van den aanvang af is hun aanbod niet vrij sta hun nu ook toe kunstmatig.de vraag een wei nig te verhoogen. Anders zullen de vischeters van hun gedwongen aanbod profiteren. „Jamaar de ijzeren wet van vraag en aanbod?" Goed mijn beste vriend, wilt gij de verkooping bij afslag afschaffen, doe dan eene uitvinding, die de visch gedurende weken voor bederf behoedt en zoodoende het aanbod vrij maakt. Misschien gaat de leerling van de hoogste klasse op die toekomstige uitvinding nadenkenmaar on- dertusschen billijkt hij de verkooping bij afslag tot tijd en wijlendat zijne uitvinding gereed is. Niet ieder is zoo verstandig als een leerling uit de hoogste klasse der hoogere burgerschool. Arbeid is bederfelijke waar, en toch als de ar beiders hun waar (even als de visschers hun visch) kunstmatig in waarde willen doen stijgendan roepen velen moord en brand. Arbeid is bederfelijke waar. Er is een veldarbeiderdie van een gering loon met zijn huisgezin moet leven. Hij verkoopt zijn waar (den arbeid van een dag) aan den landbouwer. „Ik kan van mijn loon niet levenvrouw en kinders zijn bij het onvoldoende voedsel ongezond ik zelf voel mij zwak bij mijn aardappelrantsoen; als ik veertig jaar ben, zal ik versleten zijn." Hij neemt een heroïsch besluit en zegt aan den boer„ik moet meer loon hebbenof ik ga heen." „Ga heen," zegt de boer; en de arbeider heeft geen werk.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1873 | | pagina 1