heeft gedurende het afgeloopen jaar geetv aanleiding ge vonden om werkend op te treden. Comité voor roering van Schoolverzuim. De ondervin. ding heeft het comité geleerd dat eene eenvoudige op gave van het aantal verzuimen niet voldoende is om een juist overzicht van de hoegrootheid van het verzuim te verkrijgen. Een zeker aantal verzuimen toch kan slechts groot of klein zijn in evenredigheid tot het aantal schoolgaande kinderen en tot het aantal schooltijden in den loop van het jaar gehouden.Om tot een zuiver overzicht van de hoegrootheid der ver zuimen te komen, meende de bij het comité bestaande commissie van statistiek een' anderen weg te moeten inslaan en uit de maandelijks van de hoofd-onderwijzers ontvangen school-lijsten het verzuim percentsgewijze tot het aantal schooltijdendat gehouden was en tot het aantal kinderen dat in die maand de school bezocht hadte moeten berekenenen zij mocht zich verheugen hare taak vergemakkelijkt te zien door de hoofd-onder wijzers in deze gemeente, die haar alle noodige inlich tingen met de meeste welwillendheid verstrekt hebben. Het dientengevolge verkregen overzicht van het per centsgewijze verzuim op de verschillende scholen in deze gemeente zijn vervat in de hier achterstaande tabellen. Uit die bijlagen blijkt dat het verzuim op de scholen 2e en 3e klasse en de weezen- en armenschool van Ja nuari af tot en met Augustus opgaande, en van dit tijdstip af tot het einde des jaars dalende is, terwijl het verzuim op de schooi le klasse en de byzondere school niet die regelmatige opklimming en afdaling vertoont, waaruit het comité ook in verband met wat zijne leden bij het huisbezoek vernamen en ontmoettenmeent te kunnen afleiden, dat op eerstgenoemde scholen de oor zaken van het verzuim vooral gelegen zijn, in: 1. Veldwerk door de kinderen zelf en 2. Het zorgdragen voor jo-igere kinderenwanneer de ouders veldioerk verrichten. Hier en daar bespeurde liet comité dat het verzuim ook ontstond in 3. Onverschilligheid der oudersen 4. Uit Onwil der kinderen zelf. Zooveel mogelijk heeft hfct comité ook getracht van de verhouding dier oorzaken een overzicht te verkrijgen en als resultaat van dit onderzoek kan het stellen dat de verzuimen voortvloeiende uit Veldwerk bedroegen 55 pCt. Oppassen van kinderen 35 Onverschilligheid der ouders 7 Onwil der kinderen 3 van het geheele verzuim dat gemaakt werd. In verband met deze cijfers meent het comité te kun nen zeggendat het verzuim in deze gemeente niet van zoo kwaadaardigen aard is, als men daaraan wel eens heeft toegeschreven. Het vermoedelijk kwaadaardig verzuim toch bedraagt slechts 10 pCt. van het geheele verzuim in 1872 ge maakt. Dit laatste bedroeg 9-^ pCt.bijgevolg is het genoemde kwaadaardig verzuim nog niet 1 pCt. van al de schoolgaande kinderen. Het comité durft tevens als zijne meening uitspreken dat vooral dit soort verzuim door zijne bemoeiingen tot dit laag cijfer is gedaald. De scholen le en 2e klasse toonen een zeer laag cijfer van verzuimdat op de school le klasse bedraagt van de 100 schooltijden voor 1 kind slechts even 2, dat van de school 2e klasse slechts even 4. Bij de verzuimen van deze laatste school kwamen ook nog vele voort uit veldwerk enz. De byzondere school toont een middelmatig cijfer van verzuimen, ontspruitende uit al de genoemde oorzaken gezamentlijk. Het verzuim is uit den aard der zaak het meest ge weest op de scholen 3e klasse en op de weezen- en ar menschool. Nergens echter heeft het comité opgemerkt dat eenig bezwaar tegen de school zelf bestond. De onder 1 en 2 genoemde oorzaken ontstonden bijna uitsluitend door de behoeftigheid van het gezin, terwijl het onder 3 en 4 genoemde kwaadwillig verzuim op alle scholen voorkwam en voornamelijk bestond in te groote toegeeflijkheid van de ouders om de kinderen zoo nu en dan eens te huis te laten blijven, of het zonder voor kennis van de ouders wegblijven van de kinderen zelf. Het meest kwaadaardig verzuim, namelijk volstrekte onverschilligheid omtrent onderwijs in t algemeenwerd slechts bij hoogst enkelen opgemerkt; zooals echter reeds hierboven is gezegd, daalt het cijfer van het kwaadaardig verzuim vooral, en het comité meent dan ook, dat, be halve het huisbezoek, de uitgereikt wordende belooningen daarop gunstig werken. Omtrent de uitreiking der belooningen heeft het co mité het volgende mede te deelen. Ofschoon 't zeker als een bewijs mag gelden van een goed resultaat, zoo zag het comité in den loop van het jaar niet zonder eenige zorg het aantal scholieren, dat in de termen van belooning zou vallen, aanzienlijk toe nemen. Met het oog toch op de gewoonlijk beschikbare finan- tiën zou dit aantal niet naar denzelfden maatstaf be kroond kunnen worden als vorige jaren. En nogtans was het comité niet zonder vrees dat wanneer het bij verbeterde resultaten, de belooningen moest inkrimpen, dit een nadeelig gevolg zou kunnen hebben op de zucht om weinig schooltijden te verzuimen. Er waren dus andere maatregelen noodig, en 't comi té meende niet beter te kunnen doen dan véor de ge wone inning der bijdragen van belangstellende ingezetenen den stand der zaken openbaar te makenin de hoop dat deze openbaarmaking tot verhoogde bijdragen aanlei ding zou geven. En inderdaad, toen kort daarop de inzameling van de bijdragen door de leden van liet co mité plaats had, bleek het, dat het niet te vergeefs op de belangstelling der ingezetenen in deze zaak had ge rekend. Die bijdragen overtroffen de verwachting en zij waren ooizaak, dat) met inbegrip van de dit jaar voor het eerst aangevraagde en verleende subsidie van de gemeente en de gewone jaarlijksche bijdragen van de provinciehet departement Goes der maatschappij tot Nut van 't Al gemeen, en van de Yereeniging tot bevordering van Volks belangen, het comité in staat was de belooningen voor getrouw schoolbezoek juist naar den gewonen maatstaf uit te reiken.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1873 | | pagina 6