VOLKSBLAD. VEREENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES. No. 23. 1 8 7 3. 7 Juni. EEY MUUR AANWENSEL. VIERDE JAARGANG. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. <3 fsnndort lïnmMiuve Gewone Dienstaanbiedingen en De prijs per Jaar ƒ0,50. ^>|e0nuEri. ^HinUllrfSi Dienstaanvragen worden geplaatst h 10 Cents Franco per post 0,80. J CGHt Advertentiën tegen 5 Cents per regel, ïe voldoen ir, driemaandelijksche Groote Letters en Afbeeldingen termijnen. naar plaatsruimte. De Advertentiën moeten Vrijdag vóór 13 uur bij den Uitgever bezorgd worden. (Overgenomen uit de Furmerender Courant.) Ja, zoo moet het genoemd worden; want niets an ders is het, dat gebruiken van grove, ruwe woorden, van vloeken in het dagelijksch gespreken het behoort ook wel degelijk tot die dingen, die in 't openbaar be sproken en door de publieke opinie als onbeschaafd, als gemeen moeten gebrandmerkt worden, opdat we er eindelijk in slagen het uit onze samenleving te doen verdwijnen. Wij meenen alleen te mogen spreken met het oog op die beschaving, op die inachtneming van vormen en goede manierendie we van een beschaafde natie, gelijk de Nederlandsche toch immers wezen wil, in het jaar 1873, mogen verwachten en moeten eischen. Hoe we ons met ijver en krachtsinspanning in menig opzicht ook tegen vormen verzetten, zoo zal men toch gereedelijk toestemmendat we de vormen en goede ma nieren niet geheel en al missen kunnen. Het leeren huldigen en in acht nemen van goede vormen en ma nieren maakt een belangrijk deel der volksopvoeding uit. Daartoe behoort dit, dat het volk gevoel hebbe voor het sclioone, reine, edele, verhevene; daartoe behoort dat het walge van wat ruw, plat, stootend is; daartoe behoort dat het ook in zijn wijze van spreken dat aan gename, afgeronde, aantrekkelijke, innemende verkrijge waaraan de welopgevoede mensch kenbaar is. Iemand wiens oog niet onaangenaam wordt aangedaan door het zien van schreeuwende, schrille kleuren; wiens gehoor niet pijnlijk wordt getroffen door valsche, wanluidende tonen; wiens reukorganen niet een afschrik hebben van al, wat zich als walgelijk en vies kenbaar maakt; wiens smaak niet beleedigd wordt door bedorven of slecht toebereide spijzen en drankenzoo iemands op voeding, vorming, beschaving of hoe ge 't noemen wilt is niet voltooid; maar even zoo zeker is hij een onge vormd onbeschaafdniet wel opgevoed mensch die of zelf vloekt of zonder hinder kan hooren vloeken. Voor den welopgevoedenden echt beschaafden mensch zijn ruwe woorden beleedigend voor de gehoorzenuwen, even als de tonen van een instrument met gebarsten sna ren; en het is niet een zoo maar opgeraapte stelling, maar wel degelijk eene vaststaande waarheid: dat de be schaving en ontwikkeling van een volkzijn gevoel voor het sclioone, goede, edele kan afgemeten worden naar de zuiverheidwelluidendheid van de taal, die door dat volk in de verschillende rangen en klassen der maat schappij wordt gesproken. Ziedaar dus eene kwaal, waartegen we strijden moe ten; een gebrek, een aanwensel dat moet worden afge leerd. En het is des te meer noodig er de stem tegen te verheffen, omdat we het aantreffen niet in enkele kringen der samenlevingmaar onze gansche maatschappij door. Rijken en armen, zich beschaafd noemende zoo wel als onbeschaafde jongen en ouden, allen lijden aan dit euvel, ja 't blijkt soms hoe hooger op den maat- schappelijken ladder, hoe erger het wordt. Nu, door dagelijkschen arbeid vereelte handen en een ruw woord op de lippen, dat is nog het allerergste niet; maar glacé handschoenen aan de vingers en een vloek in den mond, het vloekt tegen elkaar, het is wansmaak, het is gebrek aan beschaving. Zeg niet dat het nuffigheid, ziekelijke overdrijving is; want, waarom zullen wij allen, gelukkig met eene heelheel enkele uitzonderinghet dan onzen kinderen verbieden? Waarom, indien wij zelf aan dat gebrek lij den, ons zooveel mogelijk in hunne tegenwoordigheid bedwongen Zeg niet, dat we die ruwe woorden niet missen kun nen. We weten wel beter. We weten zeer goed dat, even sterk als wij gewend raken aan het uitspreken onze onderhoorigen of voor wie anders ze ook bestemd zijner aan gewend raken ze van ons aan te hooren

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1873 | | pagina 1