VOLKSBL VEREENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES. No. 7. 1 8 7 3. 15 Februari. HOE GROOT EN HOE KLEIN!! VIERDE JAARGANG. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. GHfetmAtïïmnitiui'K Gewone Dienstaanbiedingen en De prijs per Jaar ƒ0,50. (JjOHtHin Dienstaanvragen worden geplaatst a 10 Cents Franco per post n 0,80. J CGIlt Advertentiên tegen 5 Cents per regel Te voldoen in driemaandelijksche Groote Letters en Afbeeldingen termijnen. 0Ï> naar plaatsruimte. Be Advertentiên moeten Vrijdag vóór 12 uur bij den Vit gever bezorgd worden. Een spin zat in haar web en zag vol minach ting neer op een zijworm, die op tafel lag. Deze werd boos en meende zulk een blik niet te ver dienen maartoen zij dit zeideantwoordde haar de spin op trotschen toon„Ik weef een werk voor d' eeuwigheid 1" Nauw waren die woorden uitgesprokenof de meid was met de raagbol aangekomen en had de spin gedood en het kunstig web vernield. Gaat het ons niet vaak juist als deze spin in de fabel. Plet wil er bij ons maar niet in, dat ons werk door 't nageslacht beoordeeld zal wordenzoo als 't werk van 't voorgeslacht door ons. En even als wij de schouders ophalen over veelwat twee-, driehonderd jaar geleden bewonderd werd en met minachting spreken over ouderwetsche kleeren huizengewoontengedachten zoo zal ongetwij feld het nageslacht over eene eeuw over ons spre ken. Plet mag zijn hoe 't wil in verstandsont wikkeling gaan we zeker vooruit en er is geen reden te geloovendat dit niet steeds voort zal duren. De mannen der toekomst, zullen zoo zegt men inderdaad eene oneindig groote be schaving deelachtig zijn geworden. Wij zullen als dwergen voor hen zijn. Te Brussel vindt men eene schilderij van den hoogvereerden schilder Wiertz, waarop deze ge dachte figuurlijk en duidelijk wordt voorgesteld. Een dezer reuzen danheeft vrouw en kind bij zich geroepen om eenige zeer kleine voorwerpen te ziendie hij toevallig gevonden heeft en die zeer oud moeten wezen. Allen hebben de voor werpen dicht bij het oog moeten brengen opdat ze die voor heu bijna onzichtbare voorwerpen zul len kunnen onderscheiden en wat ontdekken wij in die reuzenhandonze kanonnenonze scep ters, onze kroonen, onze ridderorden en de vlaggen en wapenen van alle natiën en onze zegebogen. Inderdaad, als wij een oogenblik aan de toe komst denkendan zijn al die groote zaken niet veel meer dan kinderspeelgoed voor den groo- ten arbeid der beschaving en verbroedering waar toe de menschheid geroepen is. Maar even gering en nietig zijn onze partijen en onze twistenonze werkzaamheden en onze studiën zoo ze niet hoe weinig dan ook trachten aan dat groote doel medetewerken. Dat moet ons den moed niet benemen en ons werkeloos makenmaar veelmeer ons aansporen om ons werk ten minste zóo duurzaam te doen zijn als eenigszins mogelijk is. Maar het moet ons tevens leeren, niet zooveel ophef te maken van wat we doenniet zooveel gewicht en waarde te hechten aan hetgeen wij voor onszelven als iets bijzonders beschouwen. Dat leert ons wellicht met wat minder verbeel ding ons eigen werk bewonderen en stemt er ons misschien toe, wat minder sterk op ons stuk te staan als we 't al eens heel goed meeneu te we ten wel overtuigd, dat het nageslacht allicht om onze meening zoowel als om die onzer tegen partij zal lachen. Die dat begrijpt is al een groote schrede verder en kan reeds dadelijk aan zijn grooten arbeid be ginnen te werken aan de verbroedering der menschheid. Dat kan ieder in 'zijn kring. Eerst zorgendat er in huis geen vijanden meer zijn geen twee elkaar boos aanzien ieder met zich-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1873 | | pagina 1