VOLKSBLAD.
1 8 72.
VEREENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES.
No. 45.
9 November.
HET VOLKSKARAKTER.
DERDE JAARGANG.
Dit blad verschijnt iederen Zaterdag.
De prijs per Jaar/0,50.
Franco per post n 0,80.
Te voldoen in driemaandelijksche
termijnen.
Gewone Dienstaanbiedingen en
mantel. 31011111) f Hi Dienstaanvragen worden geplaafst a 10 Cents
1 Cent Advertentiën tegen 5 Centgj per regel.
Groote Letters en Afbeeldingen
naar plaatsruimte.
De Advertentiën moeten Vrijdag vóór 12 uur bij den Uitgever bezorgd worden.
Ieder volk heeft zijn eigen karakter, zoo zegt
men terechtwant al zijn wij niet ver in de ge
schiedenis en niet gewoon, om bij ontmoeting met
vreemden eene bepaalde studie van hun karakter
te makenwij weten het allenof door overleve
ring of door ervaring, dat ieder volk zijn eigen
aardige gevoelensmanieren en gewoonten zijD
bizonder karakter heeft.
Men kan best ziendat het een Erauschmau isJ
Men hoort duidelijk dat is een Bngelschman zoo
spreekt men vaak en ieder meent, dat hij de ka
raktertrekken van die verschillende volken genoeg
kent, om zijn oordeel te laten gelden.
Die natie is lompgene is lichtzinnigin dat
land is men ijverig en ondernemend; ginds weder
is men traag en dom. Van ieder weet men iets
te zeggenmaar 't gaat ook hier zooals in vele za
ken zijn eigen karakter kent men minder nauw
keurig, en als men hot door anderen hoort beschrij
ven stemt men zelden de juistheid daarvan toe.
Zeker heeft het zijne goede zijde, dat men niet
vreemd blijft aan de eigenaardighedendie ieder
volk onderscheidenmaar de grootste geleerdheid
daarin geeft ons niets, zoolang wij vreemdelingen
blijven in ons zeiven.
Als men u zegtdat de Nederlander bedaard
overleggend, deftig, krachtig in het handelen is,
dan knikt gij met welgevallen bij de gedachtedat
gij ook tot die soort behoort, die door zulke be
namingen geprezen worden. Maar laat men u eens
zeggen dat de Nederlander langzaambesluite
loos, koud, stijfhoofdig is, dan meent ge met u
zeiven te kunnen beginnen, als gij het tegendeel,
het ongerijmde daarvan bewijzen zult.
Een volk kent doorgaans de schaduwzijden van
zijn eigen karakter het minst.
Daaruit laat zich dan ook verklarendat door
alle eeuwen zoodanig karakter stand houdt. Want
luchtstreekbeschaving en zooveel meer mogen
daarop invloed hebben; dat onveranderd blijven
van dezelfde, soms zeer leelijke karaktertrekken
komt wel meest daarvan daandat men veel nauw
keuriger op anderen dan op zichzelven let.
Sommigen vinden het heel natuurlijk en heel
mooi, dat ook de volken zich in hun karakter
steeds gelijk blijvenzij vergeten echter dat zij
zich daarmede noch eer verwerven noch voordeel
doen.
't Is met een volk niet anders als met iederen
mensch. Wat er goeds in het karakter is moet
ontwikkeld en aangekweekt wordenwat het ver
keerds heeft dient te worden bestreden en afgelegd
Ik acht het eene treurige opmerking, hoe waar
die overigens zijdat de mensch zich onwillekeu
rig vormt naar de karakters, meeningen, gewoon
ten en gevoelens zijner omgeving. Daardoor is het
ook waar: „zooals de ouden zongen, piepen de
jongen." De kinderen kijken de leelijke trekken
van de ouderen even zoo goed en vaak veel ge
maklij ker af dan de goede, en zoo gelijkt het
eene geslacht op het andereal verschillen ook de
kleederdracht en sommige andere zaken hemels
breed bij hetgeen vroeger was.
Misschien, zou het niet kwaad zijnals men wat
minder trotsch was op dat onveranderlijke karakter
en wat meer dacht aan de noodzakelijkheid omook
daarbij de eeuwige wet van vooruitgang te laten
gelden.
Maar daartoe is de eerste stap, dat ieder zich