oeh als er onder onze lezers zijndie zoo mee zongen ik bid u laat ze dan nu eens buiten 't ker- misgejoel nadenken over wat ze zongen. Wat voor zin er lag in de woorden, die ze uitspraken. Van een verstandig mensch mag men verwach ten dat hij weet en begrijpt wat hij zegt. Wel nu kwam er in die deunen een enkel woord voor, dat sprak van kermisvreugde, van pret en pleizier? Ik wilde, dat elk dier mannen en vrou wen die daar met vuurroode wangen langs de straten joeldenzich thans nog eens even zóó in den spie gel zagen en dat men hun duidelijk en verstaan baar alles voorzeide, wat ze toen achter elkander uitspraken. Ik zou wel eens willen weten, hoe ze zich voeldenals zij in den kring der bedaarde deftige lui waar ze van tijd tot tijd mee omgaan datzelfde eens langzaam en kalm moesten zeggen. Men heeft woorden uitgebulderd zonder slot of zinalleen omdat het een of ander draaiorgel er de wijs van speelde. Men heeft soms ons Volks lied, dat men gepast gebruiken kon bij eenig va- derlandsch feestgebruikt tot dronkemansliedwant reeds meermalen merkte ik opdat een groot deel van het Nederlandsohe volk nooit ons Wien Neêr- landsch bloed" zingtdan wanneer ze te veel ge dronken hebben en hoezeer ze schelden op die Duit- schers, die geen vrijheid kennen dan bij naam en geen bezwaar maken duizenden onschuldige burgers in 't veld naar de slachtbank te voerentoch zin gen ze hun krijgs- en zegelied. Een der rondreizende zangers deed dan ook voor weinige weken niet ongepast aan 't eind van zijn lied deze woorden kooren V at is de smaak van 't volk toch fijn Heel Neêrland zingt: „die Wacht am Bhein" Is dan het „Neêrlandsch bloed" zoo ziele? Neen 'tis niet chique, neen 'tis niet chique. Maar gij wilt zingen en gij moet zingen en daar hebt gij ook groot gelijk aan. In de volgende week zal ik u zeggen, wat ik denk dat gij zoudt kun nen, wat ik hoop dat gij zult willen, wat ik weet dat gij kunt leeren zingen. Nederland. Het Vaderl. deelt het volgende mede omtrent Isaac Salomon van bee Hoüt, den man, die bij de twee op tochten der vereenigde werklieden te Amsterdam het woord tot den burgemeester voerde. „Dezelfde van dee Hour, die thans zijn heil zoekt bij de „proletariërs," werd in 186S door den toenmali- gen burgemeester van AmsterdamMesschërt van Yol- lenhovenmet een oranjelint, waarop het woord „volks redenaar," begiftigd, omdat hij zoo vaderlandslievend en oprecht den burgemeester had toegesproken ter gele genheid van de feestenbij de herdenking aan de gebeur tenissen van 1813 gegeven. In het toen nog niet geheel voltooide Volkspaleis sprak dezelfde van der Hoüt, met het symbool van zijn patriotisme als sjerp omgesla gen, de werklieden van van Vlissingen en van Heel toe, en alles ademde geestdrift voor oranje en voor het vaderland. Van der Hoüt echter, die geen ambacht schijnt geleerd te hebbenvond in zijn patriotisme waar schijnlijk weinig materieel voordeel en zocht iets anders om naam te maken. Na als sjouwer te hebben gezwoegd, en als kermisuitroeper aan een „welingerichte loge" zijn- oratorisch talent wat te hebben ontwikkeld, trad hij in 18T1 plotseling als volbloed Internationaal op bij het congres der werklieden te Amsterdam. Daar schreeuw de hij nog harder dan de Gentenaar Kakel de Boos (wegens verduistering van gelden korten tijd daarna in de dagbladen bekend gemaakt) over kapitaal en arbeid, over rechten en plichten, over onderdrukking en geweld. Doch toen in een der te Amsterdam verschijnende Israë litische weekbladen het gedrag van van der Hout sterk werd gehekeld, en men hem toeriep dat hij zich scha men moest, voelde de ex-patriot weder wat van zijn oude overtuiging opwellen en schreef hij in een ingezonden stukjedat het zoo erg niet gemeend was en dat hij het nooit weer zou doen. Spoedig echter heeft van der Hoüt zich weder tot andere gedachten laten brengen, want thans is hij lid van den Bondgenootschappelijken Kaad der Internationale en leider der mamfeslaliën te Amsterdam. Of hij het geschenk van den heer Messcheet nog bewaard heeft?" vereenigingen van arbeiders, loonen enz. Almelo, 28 Aug. Heden namiddag om 4j- uur is een gedeelte van het alhier gestationeerde detachement huzaren naar het naburige Borne vertrokken, alwaar ook ernstige ongeregeldheden moeten zijn. Ook spreekt men er van dat het Enschede zeer woelig moet zijn. Borne, 28 Aug. De werkstaking in de fabrieken te Almelo heeft gisteren hier navolging gevonden in de stoomweverij van de heeren Spanjaard, ten gevolge van weigering door genoemde firma om.hooger loon toe te staan. Wij zijn niet instaat over de redelijkheid of onbillijkheid dier vordering te beslissen, maar veroor- deelen met alle weidenkenden de onzinnige handelin gen, waardoor het werkvolk tot de voldoening van hun nen eiscb wil gerakenals het verbreken van alle ruiten rasterwerk, enz. enz., zooals jl. nacht aan do woningen, van genoemde heeren plaats vond. Overigens is hier niet de minste spraak van oproer, daar het werkvolk bedaard zijn gang en aan eigen werkzaamheden gaat. ZwCrt.) Allerlei. De bekende Fransehe schrijver Maxime du Camp ge looft niet, dat de dames nog valsch haar zullen durven blijven dragen, als zij de geschiedenis daarvan kennen. „Ik wensehte welzegt hij„dat de vrouwenik be doel voornamelijk die in de mode den toon aangeven de gevangenis Sainte-Pélagie eens konden bezoekenzij zouden daar zien hoe men de valsche chignons bewerkt;

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1872 | | pagina 2