waarts gekomen. Ongeveer elf uur trok de lange stoet den wedstrijd, met de leden van /^ÉèPt^ die de prijzen zouden uitdeelen Mggmg»\naar liet terrein, waarna onmid- MW aanv^ng' ^an harddravers werd de eerste prijs, een marmeren peudule met twee coupes behaald door S. Schippers van Wemeldinge; de tweede een volledig cliaistuig door P. van Akkeren van het Sloe; de derde een berlijnsch zilveren bouloir door D. Schippers van Wemeldinge; terwijl de premie voor den verstafkomenden toegekend werd aan A. Vroegop van Eliewoutsdijk. Eerst ten halfvier was de strijd ge- geeindigd en werd eene korte pauze gehouden, waarna men weder door muziek begeleid, naar het terrein trok voor de ringrijderij. Veertig liefhebbers hadden zich doen inschrijven en kampten om de prijzen. De uit slag was als volgtlo. een paar gouden knoppen be haald door L. Pieterse van Grijpskerke; 2o. een zilve ren horlogie door P. Sïaal van Kattenclijke; 3o. een zilveren tabaksdoos door M. van der Hage van Kap- pelle; 4o. een wekker door P. Olieslager van Zoute- lande; 5o. een zakmes met zilveren heft door H. Oele Az. van Kloetinge; *60. een zilveren horlogieketting door A. de Troye van Middelburg; 70. een zilveren lucifersdoos door G. Staal van Kattendijke; terwijl de premie, een pijp met zilveren beslag, te beurt viel aan P. Olieslager van Zoutelande. Reeds begon de duisternis te vallen toen de jubelen de menigte de overwinnaars geleidde naar de j)laats waar de prijzen zouden worden uitgereikt. In den schoon verlichten tuin der sociëteit „van Ongenuchten Vrij ver zamelden zich de leden van volksvermaak tot een ge zellig en vrolijk samenzijn. In de schouwburgzaal had de uitreiking der prijzen plaats, waarbij door den voor zitter van het comité, door de dames met de uitreiking belast en ook door de bekroonden woorden van geluk- wensch en dankbetuiging werden gesproken door fanfares en luide goedkeuring afgewisseld. Tot vroeg in den morgen was men bijeen, onder aangename herinnering en voortdurend genot, en zeker zal het feest van 31 Juli, waartoe geene moeite noch kosten waren gespaard, nog lang voortleven in de gedachte van allendie daar aan met opgewektheid deelnamen of daardoor een vreugde dag voor het volk zochten te bereiden. De cholera nadert schrijft men en zegt men en fluistert men. Het is mogelijk, dat zij nadert, maar tot dusverre lazen wij in geen enkel üuitsch blad eenige mededeeling, waarop die bewering' berust. De cholera is te St. Petersburgmaar op de grenzen en kusten van Duitschland zijn strenge maatregelen genomen; voorts is de afstand tusschen de Russische hoofdstad tot de Pruisische grenzen zeer aanzienlijk en vormt eene dun bevolkte streek, waar het verkeer, in vergelijking met dat van het overige Europa, weinig beteekent. Mogt dus die ziekte naderendan is zij nog op verren afstand en zal de zomerwarmte wel voorbij zijn, eer zij zich hier vertoont. Dat men voorzorgsmaatregelen beraamt, is nooit kwaad; voor de hygiène moest doorloopend zorg gedragen wor den maar laat het' publiek zich toch niet zoo voorbarig ongerust maken eu nu al zich zeiven en anderen vrees aanjagen voor een gevaar, dat nog te ver af is om drei gend te wordeu genoemd. Zorgeloosheid is af te keurenmaar zich nu reeds zoo bezorgd te maken over dingen die gebeuren kunnen, leidt tot niets. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. Arnk. Ct. Uit het Buitenland. In eene Oostenrijksche correspondentie leest inen om trent de deelneming der Nederlanders aan- de internati onale tentoonstelling te Weenen het volgende: „Uitste kende berichten ontvangen wij uit Nederland, waar de voorbereidende maatregelen voor de algemeene tentoon stelling met zooveel ijver en spoed worden voortgezet dat men er het beste van mag hopen. De Nederlandsche afdeeling zal een getrouw beeld geven van de vorderingen op het gebied der kunst en der nijverheid en de Neder landsche commissie voor de tentoonstelling Koopt, dank zij hare inspanning, nieuwe handelsbetrekkingen in het leven te roepen en nieuwe markten voor Nederland te openen. De Nederlandsche koloniën zullen mede op waardige wijze vertegenwoordigd zijn en de minister van Bosse verzekert door zijne welwillende medewerking het welslagen dezer deelneming. De Nederlandsche handel maatschappij zal eene zeer rijke collectie van alle Indische producten inzenden. De heer J. W. L. van Oordt, president der commissie in Nederland, houdt zich sedert zijne terugkomst uit Weenen ijverig bezig met de werk zaamheden voor de expositie en vooral houdt hij er het oog op, dat er niet dan zaken van den eersten rang worden gezonden. De Nederlandsche kunstenaars hebben hun programma vastgesteldeenstemmig besloten zij alle pogingen in het werk te stellen, opdat de Nederlandsche kunst zich waardig op de tentoonstelling van 1873 zou onderscheiden, en wel meer door de hoedanigheid dan door de hoeveelheid van het tentoongestelde. Desniette min zijn de aanvragen, door de Nederlandsche artisten gedaan, zoo talrijk, dat het te vreezen is, dat de voor hen bestemde ruimte niet voldoende zal zijn. Het Neder- landsch gouvernement heeft verklaard een deel der kos ten te willen dragen/' Allerlei. De vereeniging in het belang der Weezen verpleging heeft in antwoord op eene door haar rondgezonden brochure, ten getale van ruim 10,000 ex. door het ge- heele land verspreid283 brieven ontvangenwaarvan ongeveer 100 toetreding als lid bevatten. Een dier brie ven, door het bestuur dier vereeniging hoog gewaardeerd, luidde als volgt: „Het, gelezen, in het H. Blad wil de ondergeteekende zich verbinden voor f 10,alle drie maanden de zom, van f 2,50 aftezondere God zegenen deze klijne bijdraag, tot heil van de weze. Wed. Voorts werd ontvangen een briefkaart, postm. 19 April, waarop alleen deze vier letters: „Fiat!" De edele schrijver van dat enkele woord was W. Marten Westerman, die weinige dagen later overleed. Er kwamen echter ook een aantal uitvoerige antwoorden in, die de zaak der weezen verpleging in verschillen-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1872 | | pagina 2