stand heviger en krachtiger was, dan ze eerst zich
liet aanzien.
Engeland. Eenige dagen geleden scheen het alsof op
eens de oorlog tusschen Engeland en Amerika zou los
breken. De Alabama-kwestie zou oorzaak worden van
een ontzettenden krijg. Nu wiL Amerika weer toe;
geven en schijnt het gevaar geweken.
Allerlei.
Aan een in het Bijblad van de Landbouw Courant,
opgenomen uittreksel uit de Revue Britannique ontlee-
nen wij het volgende:
„Het is onmogelijk om het kwaad te overdrijven,
dat aan den landbouw is berokkend door het uitroeien
der kleine vogels. Alleen in het departement du Nord
bedroeg de schade, in één jaar door de witte wormen
veroorzaakt, vier millioen francs. Had men niet meê-
doogenloos de kleine vogels uitgeroeid, dan zouden
waarschijnlijk de schadelijke insekten in toom gehouden
zijn. Met tamelijke nauwkeurigheid heeft men berekend,
dat één musschenpaar, om zijn jongen te voeden, elke
week ongeveer drie duizend vier honderd rupsen doodt,
en dit duurt een geheel jaargetijde. Ondertusschen
roeien de landbouwers en de tuinlieden in hun onwe
tendheid deze gevleugelde wachters van onze oogsten
met honderden uit. Vele vogels helpen den landbou
wer zeer, doordat zij verschillende onkruidzaden nutti
gen en zoodoende te groote vermenigvuldiging van deze
woekerplanten tegengaan. Professor Bückman heeft on
langs gewezen op een anderen dienst, dien de blattw-
mees verricht door op de vliegen te azen, waarvan de
steek aanleiding geeft tot de vorming van den galnoot,
die voor het jonge eiken plantsoen gevaarlijk is. Hoe
verkeerd de mnsschenclubs en musschengiklen zijnblijkt
uit het gebeurde in een streek in Schotland, waar de
landbouwers premiën hadden gesteld op de musschen
en de eieren. Korten tijd na de hierdoor plaats gehad
hebbende uitroeiing, was er een geweldige vermeerdering
onder de insekten. De geheele familie der zwaluwen is
oneindig nuttig; gelukkig worden zij niet vervolgd"
De nieuwe wet, ter beteugeling der dronkenschap,
onlangs door de Fransche Nationale vergadering aange
nomen, komt in hoofdzaak op het volgende neder. De
drie eerste malen, dat iemand op dronkenschap betrapt
wordt, bepaalt de straf zich enkel tot boete; de vierde
maal wordt gevangenisstraf op hem toegepast; de vijfde
maal verliest hij zijn burgerschapsrechtenzoodat hij
noch kiezer, noch verkiesbaar is, noch lid der Jury kan
wordenuoch tot eene openbare betrekking kan worden
benoemd.
In het Engelsche Corps ingenieurs zijn dezer dagen
proeven genomen met een machine waardoor men zui
vere lucht blijft inademen in een vertrek waar de lucht
met rook, koolzuur of kooloxijd bezwangerd is. Het
voor den mond geplaatste kussen bestaat uit lagen ru
we katoen, gebluschte kalk en dierlijke of plantaardige
kool, terwijl het ademhalen door den neus onmogelijk
gemaakt wordt.
De proeven zijn uitmuntend gelukt, maar ze hebben
tevens doen zien, dat deze respirator nog in zooverre
gewijzigd moet wordendat het ademhalen er gemakke
lijker door wordt.
Daar de stoffen waarmede de kussens gevuld zijn ten
laatste onbruikbaar worden, zou het belangrijk zijn te
weten, hoe lang men dezen toestel kan gebruiken.
Herkenning van zijde. Het (Engelsch Handelsblad)
deelt mede, dat Jonx Spiller een zeer eenvoudig mid
del heeft gevonden om zijde van wol en katoen te on
derscheiden. Zoutzuur namelijk heeft de eigenschap
zijden draden optelossenterwijl het wol en katoen
gedurende korten tijd ten minste, ongedeerd zou laten;
hij bewees dat door zoogenaamd zijden linten in dit
zuur te leggen, dat de zijde dadelijk oploste en de
stoffen waarmede het vervalschfc was, overliet. Giet
men dus een enkele drup van dit zuur op een staaltje
van de stof die men onderzoeken wil, dan zal er een
gat ontstaan als het zuivere zijde is; zoo niet, dan
zullen er drnden overblijven, waaraan men dadelijk den
aard der vervalsching zal kunnen zien.
Burgerlijke Stand Stad Goes.
Van 24 Mei 1 Juni 1872.
Ondertrouwd. Geene.
Gehuwd. Den 30, Johannes de Rochefort, 23 j., jm., met Neeltje
Geertruid Schipper, 35 j., wed. van Pietex* Sandee.
Geboren. Den 25, Adriana, d. v. Johanna Mosterd. Den 28,
Cornelis, z. v. Hubertus Maarten van der Linde en Maria Hos-
kam.Den 29, Jacob Hubertus, z. v. Johannes Jacobus Le Clercq
en Cornelia Stamperius. Den 30, Jan Pieter, z. v. Gerrit Mal
en Maria Christina Vervat. Den 31, Maria Catharina, d. v. Gee-
rard Verheule en "Willemina Maria de Blinde. Antonetta Theresia,
d. v. Petrus Loobeek en Pieternella Eversdijk.
Overleden. Den 25, Gerrit de Joode, 73 j., eerst wedn. van
Hendrica Klazina Barbier, thans gehuwd met Jacomina Polderman.
Den 27, Pieter van Liere, 46 j gehuwd met Dina van Stelle.
Den 28, Johanna Bloemendaal, S2 j., wed. van Johannes Meerburg
Snarenberg, wonende te Krniningen.
Burgerlijke Stand Stad Middelburg.
Van 23 30 Mei 1872.
Ondertrouwd. Den 24, Adolf Anthonie Sclxeermeyer, 27j.,jm.,
met Catharina Jacoba van de Woestijne, 28 j., jd. Willem de
Klerk, 30 j., jm., met Johanna Pieternella Snoep, 20 j., jd.
Pieter Lambertus Castenmiller, 29 j., jm., met Verinica Jungbaker,
29 j., jd. Blasius Plorensius Montanari, 23 j., jm., met Mijntje
zich noemende Willemina Koenen, 28 j., jd.
Gehuwd. Den 29, Bernardns Jan Akkerman, 26 j., jm., met Pe-
tronella Jacoba Magdalena Goodwill Hoffman, 21 j., jd.Anthonie
Klittenherg, 29 j., jm., met Anna Maria Cornaey, 33 j., jd.Ja
cobus Johannes Ponte, 24 j., jm-, met Sijbilla Barbera Zegers, 24
j., jd. Hendrikus Cornelis Soetens, 27 j., jm., met Elisabeth Kar-
reman 21 j., jd. Johannes de Plaa, 22 j-, jm„ met Leyndrika
Simonse, 21 j., jd. Adriaan Lievense, 29 j., jm., met Adriana
Cornelia Bosschaart, 22 j., jd. Maarten Doualein, 32 j., wedn.,
met Catharina Kastelijn, 29 j., jd.
Geboren. Den 24, Jacoba, d. v. J. Verstelle en M. Carol.
Den 25, Willem Nicolaa3, z. v. J. Keersemaker en P. Willemse.
Aletta Cornelia Johanna Maria, d. v. P. J. B. Dierikx en M. J.
van Mechel. Lucretia Jacoba, d. v. J. Kosten en W. J. Baart.
Den 26, Janna, d. v. P. Sanderse en E. de Klerk. Den 27,
Geertje Johanna, d. v. J. H. Koppejan en J. F. Perduyn. Den
28, Anna Margrietha, d. v. J. van de Poll en J. C. Tuyter.
Den 29, Martinus Cornelis, z. v. F. de Vos Bnrcharten K. P. Weber.