VOLKSBLAD. 18 71. VEREENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GO* No. 36. 9 September! eu DANKBAAR? brt. TWEEDE JAARGANG. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. De prijs per Jaar 0,50. Franco per post 0,80. Te voldoen in driemaandelijksche termijnen. Be SJamtat gtaw» Srs';t2S fo c„, 1 Cent Advertentiën tegen 5 Cents per regel. Groote Letters en Afbeeldingen naar plaatsruimte. Vrijdag vóór 12 uur bij den Uitgever bezorgd De meeste ontevredenheid onder de menschen ontstaatdoordat er niet wordt nagegaanwat men heeftdat anderen moeten missen. Het spreek woord zegt terecht: 'tls altijd vet in een ander mans schotel. Dit is inderdaad ondankbaarheidMaar die zelfde ondeugd zoo leelijkdat niemand erkennen zal dat hij er mede behept is, vertoont zich nog op vele andere wijzen. Maar al te vaak genieten wij een voorrecht, waaraan we zoo gewoon zijn, dat we niet eens merkendat we het bezitten niet alleendat we ons meerder geluk niet opmerken maar we bespotten maar al te vaak hendie het -treurig genoeg missen moeten. De school gaat uitEen troep vroolijke jongens verspreidt zich schreeuwend en joelend over de straat. Allen hebben zich weldra van het gebouw verwijderd slechts één staat half achter een voor uitspringend stuk muur verscholen. Maar lang kan hij daar niet blijven de tijd gaat voort en de etensklok roept hem. Eindelijk treedt hij nader langzaam en schuchter geheel andersdan men dit van jongens verwacht. Zoo geheel alleenschijnt hetals had niemand hem opgemerkt. Gelukkig voor hemwant nu hij uit de schaduw der lange huizenrijen te voorschijn treedt begroet hem een vervaarlijk geschreeuw uit meer dan twintig kee- len„Mankpoot! Bochel!" en dergelijke liefelijk heden meer. „Zet je kastje op straat, man!" roept een heel grappig kereltje uit den hoopde grappen maker van de schoolen allen juichen met daverend gelach deze geestigheid toe. Stil en met een traan in 'toog sluipt de onge lukkige door de achterstraten huiswaarts en vindt bij moeder althans geen schimp en hoon. Maar in de oogen zijner vlugge broeders en zusters leest hij duidelijkdat hij door de natuur misdeeld isminder schoon, minder vlug en bevallig. En toch telt de meester hem onder zijne beste leerlingen toch gaan er in dat kleine hoofd gedachten omdie menig groote niet vatten zou. De knaap wordt jongeling - hij zal de wereld moeten intreden -overal schimpoveral smaad overal hoon. Als zijne makkers zich met mannelijke oefeningen vermakenzal hij achterstaan. Als spel en dans de jongelingen en meisjes vereenigt onder de groene linde of in de feestzaal, zal hij alleen achterblijven en van verre deelgenoot zijn van de vreugde van anderen. Hij zal weer de schaduw zoeken, dankbaar als men hem daar met rust wil laten. En als zijne vrienden en broeders een eigen huis en een eigen haard hebben gevonden en een liefhebbende vrouw en lieve kinderen dan zal hij nog alleen staanwant waar zijn trouw hart en zijn helder hoofd menig meisje tot een geluk kige vrouw zou kunnen maken daar leest hijzelfs in den blik van haar, die hij zich zoo gaarne tot vrouw verkoos den scheldnaam, dien de kna pen hem gaven. En als zijne wankele gezondheid hem doet ver kwijnen of de dood hem eindelijk de langgewenschte rust geeftdan klinkt 't van de meewarigsten „de stakkert -'tis gelukkig, dat de sukkelaar uit zijn lijden is!" Maar de goede buurvrouw, die bij die woorden met haar bonte boezelaar een traan wegveegt en de timmermandie dat ook zegtnadat hij de zooveel kleinere kist in huis gebracht heeft ze

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1871 | | pagina 1