ADVERTEN TIEN.
tigd werd en bleek het dun, dat aan eene verbetering
van den treurigen toestand niet te denken valt, dan
zou bet tocb dit resultaat hebben, dat ieder, die er
niet op gesteld is, om tegen wil en dank een mestvaalt-
bewoner te worden, zijne maatregelen kon gaan nemen
om het onverbiddelijk naderend gevaar te ontkomen.
Mocht u mij omtrent de al of niet mogelijkheid van
verbetering eenige inlichtingen kunnen verschaffen dan
zoudt u zeer verplichten. Uwen Dwn. Dienaar,
P. II.
De redactie wil de haar door P. li. gedane vraag
niet onbeantwoord latenmaar begint al dadelijk met
de verklaring, dat zij in het vraagstuk der ftecale stof
fen evenzeer een leek is, als P. IJ. dat zegt te zijn.
Gaarne echter erkent zij met den schrijver van het
ingezonden stukje volkomen eenstemmig te zijn in de
meening dat, zóó er aan den tegenwoordige!! hoogst
ongezonden en onaangenamen toestand onzer vesten iels
ter verbetering te doen is, het dan onverantwoordelijk
zou zijn om er niet hoe eer hoe beter een krachtige
hand aan te slaan. Aangenaam is het haar daarom,
om er P. B. op te kunneu wijzen hoe, aan zijn billijke
wensch om zekerheid op dit punt te verkrijgen, hoogst
waarschijnlijk binnen kort zal voldaan worden. Als P.
H. toch de Raadsverslagen had gelezen zou hij weten,
dat in liet voorjaar van 1870 of mogelijk nog vroeger
dit punt in de Gemeenteraad ter sprake is gekomen
hoe dien tengevolge een commissie, bestaande uit de
heeren O. Verhagen (na diens overlijden vervangen door
mr. Pompe) van Renterghem en Callenfels is benoemd
om de zaak der fsecale stoffen binnen deze Gemeente
grondig te onderzoeken en. daaromtrent rapport uit te
brengen. Redelijker wijze kan men dus eerlang dat rap
port te gemoet zien, en daar het ons bekend is, dat de com
missie zich bij haar onderzoek heeft doen voorlichten, door
den directeur der inrichting voor fsecale stoffen te Gro
ningen kan P. H. gerust zijndat zeker in den meest
uitgebreidden zin aan zijn verlangen naar zekerheid om
trent de al of niet mogelijkheid van verbetering, zal vol
daan worden. Zonder daarom voor de juistheid er van te
kunnen instaan, willen wij P. H. alleen nog me-
dedeelen, dat wij reeds bij het bezoek van gemel-
den directeur in het voorjaar van 1870 hebben hoo-
ren bewerendat volgens zijne ineening eene afdoen
de verbetering tot stand te brengen zou zijn, niet alleen
zondergeldelijke opofferingenmaar zelfs met niet on
aardig voordeel voor de gemeentekas. Moge dit laat
ste misschien ook wel wat overdreven gunstig zijn voor
gesteld to.ch zou de mogelijkheid van verbetering
zonder onoverkomelijke finantieele bezwarenreeds een
onwaardeerbare stap vooruit zijncn in dat geval twij
felen wij dan ook niet, of het bestuur dezer Gemeente
zal de eerste zijn om, door spoedige en afdoende maat
regelen de, anders met volkomen ïegt te wachten, nood
lottige gevolgen bij tijds nog te voorkomen en af te
wenden. Wij raden den schrijver dus aan om nog
een korte wijle geduld te hebbenvoor hij soms reeds
toebereidselen mocht maken om onze vesten te ontloopen.
een misbruik ten goede veranderd.
Ik ken een fabriekant in Rotterdam die dagelijks
tusschen de 30 en 4-0 arbeiders in het werk heeft, en
die de gewoonte had elk der manschappen telken dage
eenen borrel te geven die met gretigheid
en zeer spoedig werd uitgedronken zondet
nuttigheid te geven in tegendeel er waren man.
die met dien eenen borrel niet te vreden, hun eigen
geld gingen besteden ten koste van vrouw en kinderen
en door die slechte gewoonte vaak van kwaad tot erger
gingen. Dit werd eindelijk door den eigenaar der fabriek
ingezien - en die heeft die onproductieve borrels alsnu
verwisseld tegen een hon voor 5 ons rundvleesch; welke
eiken Zaterdag aan iederen arbeider wordt uitgereikt.
Ik geloof dat thans het huishouden beter is gebaat, en
dat dit goede voorbeeld navolging verdient; raogt op
die wijze met vele oude slechte gewoonten worden ge
broken en overal, ook onder ons, betere in de plaats
treden het zou goed zijn voor den werkman en tot
eer strekken van den werkgever.
Zouden onze landbouwers dit ook niet beseffen bij het-zaaddorschzeil
Burgerlijke Stand Stad Goes.
Van 10 17 Maart 1871.
OndertrouwdDen 16, Didericus Petrus Broekman, 38 j., jm.,
met Johanna Agneta Isabelle Soetbrood Ficcardt, 27 j., jd. Den
17, Marinus Reijnhout, 33 j., wedn., van Adriana Boone, met Kor-
nelia Beenhakker, 43 j., jd.
Gehuwd Den 16, Karei Zuijdweg32 j., jm., met Johanna de
Jonge, 31 j-, jd. Ponlus Strijdt, 26 j., jm., met Johanna Oli
vier, 22 j., jd. Simon Duvekot, 31 j., jm., met Elizabeth. Zuijd-
wegt, 21 j., jd.
Geboren: Den 11, Pieternella, d. v. Johannes Spruit en Catha-
rina Korstanje. Den 12, Maria, d. v. Jacob van Riet en Adri
ana Catharina Helena Polfliet. Den 13, Anthonie, z. v. Antho-
nie Ivooman en Pieternella Molhoek. Den 14 Cornelia Helena
d. v. Machiel Mol en Anna Elisabeth Sanderse. Stoffel Maria
z. v. Pieter Bruel en Willemina Vermerris. Pieternella Maria, d.
v. Marinus van Zweeden eu Cornelia de Jonge. Den 17, Pieter
nella Jacoba, d. v. Frederik Boogaard en Kornelia Johanna ICopmels.
Overleden: Den 12, Casper Liplfjn, 80 j., wedn. van Adriana
Donk. Den 13, Gerard Marinus, oud S j., z. v. Johannes Na-
gelkerke en Kristina Bliek.
Levenloos Den 17eene dochter van Adriaan Blaas en Wille
mina Bonze. Een zoon van Franciscus Vonk en Elisabeth Goedhart.
Graanberichten.
Goes 14 Maart TS71.
Door de verlaging der hoofdmarkten waren ook alhier
de prijzen van meest alle artikelen beneden die der vo
rige week, vooral wat Tarwe betreft; de omzet was dien
tengevolge niet groot, ofschoon de vraag nogal levendig was.
De noteering is als volgt:
Nieuwe Tarwe (1870) f 11,25 f 12,23. Nieuwe Rogge (1870) f 8,50
f8,90. Nieuwe Winter Gerst f6,00 f7,25. Zomer Dito f 6,75
17,00. Haver (1S70) f4,40 f5,00. Nieuwe Groene Erwten f 10,00
f 10,75. Bruineboonen f 12,50 f 13,00. Wittebooneu f 00,00 f 00,00.
Paardeboonen f8,25 f8,60,
Ondertrouwd:
Mr. C. DE WITT HAMER, Jr.
en
P. S. DE WITT HAMER.
Goes, 17 Maart 1871.
Eenige en algemeeue kennisgeving.
Ondertrouwd:
D. P. BROEKMAN,
IJker der maten en gewigten te Maastricht.
en
J. A. I. S. PICCARDT.