en rondwandelen; want alle zaken, die tegen-
in ons levensonderhoud voorzien, tot kleeding en
ïsvestiug van den mensch of tot veraangenaming van
zijn leven dienen, zijn voortgebragt met behulp van
werktuigen en machines.
Met andere woorden; afschaffing van die middelen tot
voortbrenging zou den mensch weer terugvoeren tot een
staat van barbaarschheid en, laten wij het er bijvoegen,
van gebrek.
Hoe zouden wij aan genoegzaam voedsel komen voor
de millioenen aardbewoners, als wij de aarde uitsluitend
met onze handen bebouwden, en de vruchten uitsluitend
met afschaffing van alle wagens, schepen, enz. op onzen
rug vervoerden? hoe zouden wij woning en kleeding
voor die allen verkrijgen zonder de onmisbare werktui
gen en machines?
En nu moet gijdie u brood verliest door het eene
machine, niet zeggen: alleen dat machine wil ik verbie
den; want met evenveel regt zal een ander een ander
machine willen verbannen. De naaister die geen naai
machine kan koopen zou alle naaimachines willen ver
drijven; de veldarbeider de stoomploeg; de dorscher het
dorselimachine; waar zou het einde zijn.
Nederland.
Terwijl men op het hooggelegen kerkhof te Ruigahui-
zen (Gaasterland) bezig was met een diep graf te delven,
heeft men eene veenlaag ontmoet. Men had deze niet
verwacht op een hoogen zandgrond, die sinds eeuwen
herwaarts met hout bewassen is, en waar tot voor zoo
veel bekend is, zich nog nimmer eenig spoor vau veen
had voorgedaan.
Een bewijs te meer, dat onze rijke veenên vooreerst
nog niet uitgeput zullen raken evenmin als er vrees be
hoeft te bestaan, dat het thans levende geslacht gebrek
zal krijgen aan steenkolen, petroleum of guano. Wel
is 'talles een bepaalde voorraad, die, wat veen en steen
kolen, aangaat, niet aangroeit, wat petroleum aangaat
waarschijnlijk ook niet en wat guano betreft niet noe
menswaard. Volgens den regel, dat alles, waar wat af
gaat en niets bijkomt, stellig vermindert, zal er du§
eenmaal wie weet over hoeveel honderd jaren aan
dat alles een einde komen. De wetenschap, die met
reuzenschreden voorwaarts gaat, zal dan echter ongetwij-
féld reeds lang een andere beweegkracht dan stoom en
een ander licht dan dat van gas of petroleum ontdekt
hebben, zoo zal er ook wel een ander middel van ver
warming gevonden worden, dan ons gewone vuur, zoo
dat steenkolen, hout, turf en petroleum, als stoffen die
onlewerht gebruikt wordenvoor ons dan niet meer
noodzakelijk zullen zijn.
Wegens het thans bij het koloniaal werfdepot voor
betrekkelijk geruimen tijd voorhanden aantal onderoffi
cieren, bestemd voor den dienst in Indië, heeft het
Ministerie van Oorlog bepaald, dat voorshands geen
onderofficieren van "het leger hier te lande bij de kolo
niale troepen zullen worden overgeplaatst.
Naar men ons meedeelt bestaat het voornemen om
te Zutfen eene winkelvereeniging op te rigten, naar liet
voorbeeld van eene dergelijke inrigting le Arnhem.
De Deventer-winkelvereeniging, die thans 138 leden
telt, heeft in het afgeloopen jaar een zuivere winst van
f 283,52 te verdeelen gehad, zoodat de toestand gun
stig is te noemen.
De heer Dd. Evekink. onlangs te Zutfen overleden
heeft bij uiterste wilsbeschikking de som van f 20,000
aan de spaarkas vermaakt, eene afdeeling van het de
partement Zutfen der M. t. N. v. 't A.
De gemeentelijke gasfabriek te Groningen heeft over
1870 eene winst afgeworpen van f 19,840,244; de prijs
is daar 8 cent per kubieke meter.
Uit het Buitenland.
De Eransche staat komt meer en meer tot rust, en
men koestert alle hoop dat de republiek zonder een ge
kroond hoofd zich zelve zal weten te besturen.
(INGEZONDEN.)
Aan de redactie van het „V o 1 k s b 1 a d" te Goes.
Mijnheer de Redacteur!
Gij zoudt mijen zeker velen met mijeen groot
genoegen kunnen doen, zoo gij mij eenige inlichting
kondet geven omtrent een zaak, die ik zoo gaarne eens
door een deskundige zou hooren uitleggen en bespreken
mocht gij er soms al even weinig van wetenals de
ondergeteekende, dan zal toch misschien wel een der
lezers van uw „Volksblad" in staat en genegen zijn om
er eenig licht over te verspreiden. Ik bedoel namelijk
de vraag, of het tot de bepaalde onmogelijkheden zou
behooren, dat wij ooit verlost worden van den ring van
modder en allerlei uitwerpselen, die onze stad onder
den schoon klinkenden naam van vest- omgeeft?.
Ik wil hier niet wijzen op het onaangename voor de
weinige wandelaars, die ónder de Coessenaars gevonden
wordendat men eerst met een doek voor neus en moiid
zich langs een der singels moet begeven, om door een
bedorven atmospheer in de frissche buitenlucht te komen
maar meen toch, dat de steeds in omvang toenemende
poel van rottende en stank verwekkende zelfstandigheden
van dien aard wordt, dat ernstige gevolgen voor de ge
zondheid der inwoners niet achterwege kunnen blijven.
En als men dan bedenkt, dat alle dag een groote hoe
veelheid faecale stoffen zieli in de vest blijft ontlasten,
terwijl het water zich op een vast pijl bevindt, dan
moet daaruit volgen, dat binnen korte jaren de toestand
zoo zal worden, dat de vaste stoffen het nu nog voor
handen water geheel zullen wegdringen en wij in letter
lijken zin omringd zullen zijn van eene opene beerput:
en dat die toestand volstrekt niet iu zulk een verwij
derd verschiet ligt, bewijzen de reeds hier en daar in
de vest verrijzende heuveltjes, waarop deze en gene vo
gel met waar genot zijn welriekend aas staat te nuttigen.
Waarlijk M. d. R. die toestand komt mij zoo onhoud
baar voor, dat ik tot het vermoeden moet komen, dat
eene verbetering van de kwaal zeker om finantieele of
technische bezwaren onuitvoerlijk wordt geacht. Maar
toch zou, dunkt mij, het aangeven en bespreken van
elders toegepaste middelen aanleiding kunnen geven
dat eens meer bepaald de aandacht op dit punt geves-