VOLESBLAD. 18 71. VERËENIGING VOOR VOLKSBELANGEN TE GOES. No. 11. 18 Maart. DIE LEELIJKE MACHINES. I. TWEEDE JAARGANG. Dit blad verschijnt iederen Zaterdag. SÖ'rtmmófK Gewone Dienstaanbiedingen en De prijs per Jaar f 0,50. 3^J|rUUUw1* ^UTuliTCrn Dienstaanvragen worden geplaatst a 10 Cents. Franco per post h 0,80. C6ïlt Advertentiën tegen 5 Cents per regel. Te voldoen in driemaandelijksche Groote Letters en Afbeeldingen termijnen. naar plaatsruimte. De Advertentièn tnoeten Vrijdag vóór 12 uur bij den Uitgever bezorgd worden. Onlangs las ik in een der hier verschijnende koeran ten een ingezonden stuk, waarbij iemand het gebruik van landbouwwerktuigen bestreed, omdat zij het werk aan de arbeiders ontnamen. Dikwijls reeds hoorden wij de opmerking maken„die machines ontnemen ons het brood." Wanneer dat waar was, dan schoot er voor alle wei- denkenden niets anders over, dan een hevigen krijg tegen de machines aantevangen. Ofschoon werktuig en machine als woorden van gelijke beteekenis gebruikt wordenzijn zij dat volstrekt niet. Bij een werktuig gaat de kracht, die het in beweging brengt, onmiddellijk van het menschelijk lichaam uit, bij de machine komt die kracht van elders en geeft het menschelijk lichaam er slechts de leiding of richting aan. Een voorbeeld zal dat duidelijk maken. Een spade, een blaaspijp zijn werktuigen. Bij het gebruik dier werktuigen ontleenen zij alle beweging aan de kracht van den menschelijken arm. Een ploeg, een geweer zijn daarentegen machines. Zij ontleenen de beweging aan de kracht van het paard dat ■voor de .ploeggespannen is, van het kruid dat zich in het geweer bevindt. De mensch geeft slechts de richting aan de ploeg, aan het schot. Er is een tijd geweest, toen de mensch nog in den meest onbescbaafden staat verkeerde, dat werktuigen en machines onbekend waren. Het eerst verschenen de werktuigen. Zij waren aanvankelijk niets anders dan eene naboot sing van de menschelijke ledematen. De hamer is niets anders dan een buitengewoon harde vuistde blaasbalk is een krachtige onvermoeide long; de tang een duim en wijsvinger; de lepel eene holle hand; de nijptang zoo wel als het mes werkt als de tanden, slechts beter. Langzamerhand volmaakte men die nabootsingen der menschelijke lichaamsdeelen zoo, dat men het oorspron kelijke model er niet meer uit herkennen kon. Naarmate de beschaving toenam werden de werktuigen steeds kunstiger, omvatten zij verschillende werkingen van het menschelijk lichaam; ja eindelijk bedacht men middelen, om de kracht van het menschelijke lichaam te sparenmen vond machines uit. Bij elke uitvinding van een werktuig, van een ma chine, werd er door één werkman, meer en beter voort- gebragt dan vroeger met denzelfden arbeid. Wroette men in den aanvang de aarde met zijn han den omlater gebruikte men daartoe een puntigen stok nog veel later eene spade, vervolgens een ploeg en ein delijk een stoomploeg. Wie in denzelfden tijd het meest zal verrigten, hij die de aarde met zijn handen of hij die haar met eer. stoomploeg bewerkt, zal ik niet be hoeven te zeggen. Het dadelijk gevolg van de uitvinding van een werk tuig en nog in grooter mate van de uitvinding van eene machine was, dat nu er door een persoon meer arbeid kon verrigt worden in denzelfden tijd dan vroeger, het werk van een ander, arbeider overbodig gemaakt werd en bij gevolg die andere arbeider zonder werk was. Van daar ten allen tijde verzet van die buiten werkge- stelde arbeiders tegen het gebruik der nieuwe werktui gen en machines. Wij nemen voor een oogenblik aan dat het gebruik van werktuigen en machines op dien grond aftekeuren valt, maar dan ook geen halve maatregelen. Dan verbiede de wet niet alleen het gebruik van de stoomploeg, maar ook van de ploeg, niet alleen van de ploegmaar ook van de spadeniet alleen van de spade, maar ook van de puntige stok. Wilde men dat stelsel consekwent doorvoerendan zou daarvan het ge volg zijn, dat de mensch langzamerhand tot de natuur staat terugkeerde en dat wij weldra allen in Adamscos-

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1871 | | pagina 1