Ingetogen kleuren bepalen het aanzicht van de keuken Energiebesparing noodzakelijke stap Brandnetel bevordert kalkopname Hoe staat het met de kwaliteit van de Hollandse pieper? Nicorette voor straffe rokers Neutrale basis Kersehout Tips Het lijkt een afschrikwekkende boodschap, maar zo is het niet bedoeld. Of misschien toch. Er wordt veel geschreven over het broeikaseffect en er wordt veel onderzoek gedaan naar de precie ze oorzaken en gevolgen ervan. Dat ons eigen energiegebruik een grote rol speelt staat vast. Dat is bekend bij wetenschappers en bij de beleidsmakers van de overheid. Maar wat weet de 'gewone' man of vrouw in de straat ervan. En wat doen wij met die kennis. Energiebesparing en milieu Goede wil Vanaf dertigste jaar Gezonde leefwijze '20/20-R0KERS' 'Blauw in aardappelen' Elektronische aardappel Nitraat is een noodzakelijke voedingsstof Gevoeligheid is gezond 1 Woensdag 18 maart 1992 DE FAAM - DE VLISSINGER 33 De witte keuken kende de afgelopen jaren een absolute hausse in keukenland. Wit refereert aan begrippen als zuiver en schoon en laat zich moeiteloos combineren in vrijwel ieder in terieur. Geen wonder dat zovelen vallen voor het esthetische wit. Maar kleur heeft ook een emotionele waarde; een witte keuken doet ook wat koud en klinisch aan. Daar waar in huis steeds meer gekozen wordt voor warme tinten, steekt de witte keuken, die in nieuw bouwwoningen vaak deel uitmaakt van de woonkamer, schril af in haar kleurloze smette loosheid. Logisch dat kleur zich dan ook steeds méér in de keuken laat zien. De ontwikkelingen op gebied van interieurmo de volgen elkaar in steeds sneller tempo op. Interieur-architect en meubelontwerper Pierre Mazairac uit Zeist ziet de razendsnelle interna tionale ontwikkelingen op gebied van de mo de als directe oorzaak van dit feit. 'In feite bepalen de stoffenontwerpers het modebeeld en volgt de interieurmode. Nu de trends elkaar zo snel opvolgen is dat sterk wisselende beeld voor de consument vaak wat verwarrend. Als het gaat om de aanschaf van een duurzaam produkt als een keuken kiest hij dan vaak wat behouden en komt veelal uit bij wit. Ook de Nederlandse ontwerpers zijn op hun beurt te rughoudend met het kleurgebruik in hun vormgeving; functionaliteit en eenvoud staan voorop. Het heeft het Nederlandse design overigens wel internationale bekendheid ge geven. Maar op dit moment is kleur in het in terieur, weliswaar gedoseerd toegepast, een duidelijke tendens. De keukenfabrikanten spe len daar op in'. Kleur geeft een interieur extra dimensies. Het kan de aandacht versterken, een ruimtelijk ef fect vergroten of verkleinen en de sfeer sterk mede bepalen. Als reactie op het 'cleane' wit is er nu een 'decorating' golf, die juist een overdaad aan decoratie en kleur geeft. Pierre Mazairac gaat er van uit dat deze trend van zeer tijdelijke aard zal zijn. 'Ik geloof veel meer in een interieur dat uitgaat van een blijvend neutrale (witte) en functionele basis, waarin met kleuraccenten gespeeld wordt. De keu ken, die door haar ligging al vaak deel uit maakt van de woonkamer, leent zich uitstekend voor een passende kleurstelling. Het is niet langer meer een aparte ruimte in huis, maar hoort bij de rest van het interieur. En dat mag je laten zien'. Fabrikanten gebruiken kleur dan ook steeds vaker in hun collecties en bij de keukenacces- soires. Almanova, keukenfabrikant van Almat Keukens, levert zelfs inbouwapparatuur in de zelfde kleurstelling als de keuken. Opvallend 'bij-de-tijds' is deze Oisterwijkse keukenfabri kant daarmee, die overigens zo'n 170 kleuren in haar collectie voert. Mazairac ziet vele mogelijkheden voor keukenontwerpers: 'Ik denk dat de keuken de komende jaren een fantastische ontwikkeling zal doormaken. Tot voor kort liepen keukenfa brikanten nog enkele jaren achter op de ont wikkelingen op gebied van interieurmode. Nu komen met name de zachtere kleuren naar voren in het keukendesign: pastels en natuur lijke aardkleuren als lichte bruinen, okers en oranje/rood. Kleuren waarmee de consument uit de voeten kan. Jaren geleden werd er ge werkt met de kleurstelling eigeel/wit. Veel te uitgesproken, dus raakte iedereen er al gauw op uitgekeken. Dat geldt ook voor kleuren als rood en blauw: rood is te schreeuwerig en blauw te koel. Dat heeft geen binding met datgene waar je in een keuken mee bezig bent. Nu zijn de kleuren juist heel ingetogen en zullen niet zo snel vervelen. Ze geven ook veel meer mogelijkheden tot combineren met 'eerlijke' materialen als hout of roestvrijstaal. Er kan ingespeeld worden op de actuele meu beltrend om veel kerse- en perehout toe te passen. Ik ben ervan overtuigd dat de consu ment daar in geïnteresseerd is. Keukens zullen naar mijn mening qua kleurstelling redelijk tra ditioneel blijven. Door met kleuraccenten te werken bij werkbladen, grepen of andere ac cessoires valt echter nog veel te doen. En er is los van de vele kleurmogelijkheden een ont zettend grote diversiteit aan frontmaterialen voorhanden. Daardoor kan altijd een indivi duele keuze gemaakt worden'. Pierre Mazairac van Mazairac/Boonzaaijers Partners verwacht de komende jaren fantastische ontwikkelingen op gebied van keukendesign. 'Pastels en aardkleuren zijn sterk in opkomst. Kleu ren die door hun vriendelijke karakter niet snel zullen vervelen'. Als tips voor keukenkopers wil Mazairac nog het volgende aan de lezer meegeven. 'Ik denk dat het heel belangrijk is dat mensen vooral hun eigen gevoel volgen bij de keuze voor een keuken. Niet iedere keuken is hetzelfde, maar ieder mens is ook verschillend. Het functione le aspect is ruim aanwezig in iedere moderne keuken; je moet er alleen zelf nog een stukje emotie aan toevoegen. Kleur kan daar een grote rol bij spelen. Bekijk eerst je eigen inte rieur eens goed; wat vind je plezierig en zul je nooit weg doen? Neem dat als uitgangspunt voor de rest van het interieur en laat daar de keuken op aansluiten. Laat die keuken vooral een deel van jezelf zijn. De in keukens toege paste technieken en mogelijkheden zijn per fect. Daar zijn keukenfabrikanten de overige meubelmakers ver in vooruit. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar een ladetechniek! Maar je moet zelf wel beoordelen of de aangereikte elementen passen binnen je persoonlijke ge voelssfeer. Er zijn zo ontzettend veel keuken fabrikanten en dito showrooms, dat vergelijk heel goed mogelijk is. Bezoek meerdere zaken en speel met de kleurmogelijkheden die er on getwijfeld zijn via losse kleurfrontjes. Denk daarbij aan de plaats van de keuken: is het een lichte of nogal donkere ruimte waar wei nig daglicht binnen valt. Experimenteer zoveel mogelijk, zo ontstaat vanzelf iets wat echt bij je past. Koop nooit een keuken van een folder! Een dergelijk grote investering voor zo'n lange termijn moet je echt kunnen zien én aanraken'. Al jaren wordt gewaarschuwd voor de drei gende werking van het broeikaseffect; eerst op kleine schaal door milieuspecialisten en sinds enige tijd ook door de overheid. Tien jaar geleden was het begrip 'broeikasef fect' slechts bij een klein groepje specialisten bekend. Uit een onderzoek dat vorig jaar door het Mi nisterie van Economische Zaken is gehouden, blijkt dat nu maar liefst 94% van de bevolking het begrip broeikaseffect kent. Men weet dat bij het opwekken van energie door verbranding van brandstoffen C02 in de dampkring terecht komt. Doordat we steeds meer energie gebruiken komt er steeds meer C02 vrij. Daaardoor wordt de dampkring als het ware dikker, de warmte rond de aarde wordt vastgehouden, en de temperatuur op aarde stijgt. Door de hogere temperatuur kan in sommige gebieden grote droogte ontstaan, terwijl aan de andere kant het gevaar dreigt dat het poolijs gaat smelten, waardoor de zeespiegel stijgt en grote overstromingen het gevolg zijn. De relatie tussen het eigen energiegebruik en het broeikaseffect is veel minder bekend. Slechts 8% van de bevolking denkt dat zelf energie besparen echt een oplossing is voor de vermindering van het broeikaseffect. Men denkt dat energiebesparing vooral een zaak is voor de industrie. Dat is echter een grote on derschatting van de eigen bijdrage. Natuurlijk levert het bedrijfsleven door zijn omvang een belangrijke bijdrage aan de C02-uitstoot en daarmee aan het broeikasef fect. Maar men vergeet dat de 4 miljoen huis houdens in Nederland tezamen goed zijn voor 26% van het totale energiegebruik, dus ruim een kwart. Wanneer iedereen een beetje be wuster omgaat met gas en elektriciteit, bete kent dat landelijk een aanzienlijke daling van het energiegebruik. Toch zijn we met z'n allen van goede wil, zo blijkt ook uit het onderzoek. In de enquête werd gevraagd in hoeverre men het eens was met de stelling: 'De bescherming van het mi lieu is voor mij een belangrijke reden om aan energiebesparing te doen'. Hiermee is 90% van de bevolking het eens. Het blijkt dat veel mensen nu al bewust omgaan met energie. Zo blijkt de helft van de bevolking zuiniger te sto ken en bewuster om te gaan met verlichting dan enkele jaren geleden. We zetten de verwarming lager of uit en doen geen lampen aan in kamers die niet worden gebruikt. Een aantal van ons heeft isolatie en/of dubbel glas aangebracht. Van alle huis eigenaars heeft 1 op de 3 inmiddels een HR- ketel (hoog rendement, dus zuinig). Ook de spaarlamp is doorgedrongen. 78% van de bevolking weet dat dit een energiezui nige lamp is. Dat een spaarlamp echter maar liefst 80% minder energie verbruikt dan een gewone gloeilamp, weet lang niet iedereen. Meer dan de helft van de huishoudens heeft inmiddels één of meer spaarlampen in huis, en gebruikt ze vooral op plekken waar licht gedu rende lange tijd aan is (buiten, in de gang e.d.). De wil om energie te besparen is aanwezig. Er is eèhter nog wel een tijd te gaan voordat alle 4 miljoen huishoudens daadwerkelijk energie besparen. Onder het motto 'Een beter milieu begint bij jezelf' voert het Ministerie van Economische Zaken momenteel een energiebesparingscam pagne, gericht op particulieren en bedrijven. Samen met de energiebedrijven ('Doe je het niet voor 't geld, doe 't dan voor het milieu') wordt ernaar gestreefd de 10% energie verspilling in Nederland terug te brengen. Hoe dat kan worden gerealiseerd, is ook te lezen in de verschillende folders over energiebespa ring, het milieu en het broeikaseffect, die zijn te verkrijgen bij het energiebedrijf. Daar kunt u ook terecht voor adviezen over energiebespa rende maatregelen en voor het aanvragen van subsidies. Botontkalking of osteoporose. Omdat veel oudere vrouwen er last van hebben, lijkt het een typische ouderdomskwaal, waar weinig aan te doen is. Gelukkig bewijst de medische wetenschap steeds vaker het tegendeel. Wie zijn leven lang dagelijks genoeg kalk binnen krijgt, kan osteoporose voorkomen. Een waar devol hulpmiddel daarbij is A. Vogel's Urticalcin. Dit brandnetelpreparaat bevordert de opname van kalk in het lichaam. Een volwassene heeft per dag ongeveer 700-1000 milligram kalk nodig om in de be hoefte aan dit mineraal te voorzien. Bij kinde ren, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en vrouwen in de over gang is de kalkbehoefte groter (tot 1200 mil ligram). Vaak is de hoeveelheid kalk die iemand via volwaardige voeding binnenkrijgt voldoende, maar wordt de kalk onvoldoende door de cel len opgenomen. Het homeopathisch middel A. Vogel's Urticalcin bevordert het vermogen van het lichaam om uit het voedsel de nood zakelijke mineralen, met name kalk, op te ne men. Het hoofdbestanddeel van Urticalcin is gedroogde brandnetel. Daarnaast bevat dit brandnetelpreparaat enkele homeopathische verwrijvingen van kalkzouten. Urticalcin kan zonder bezwaren dagelijks worden ingeno men. Het is daarentegen af te raden om zon der doktersadvies een willekeurig kalkpreparaat te gebruiken. Een teveel aan kalk zou kunnen uitkristalliseren en nierstenen kunnen vormen. Botontkalking wordt gekenmerkt door het po reus worden van de botten. Wanneer de calci- umspiegel in het bloed daalt, wordt er calcium aan de beenderen onttrokken. Dit poreus en dus breekbaar worden van de botten komt vooral voor bij vrouwen die de overgang al achter de rug hebben. Bij een kwart van alle vrouwen boven de 65 jaar zijn één of meer wervels aangetast door osteoporose. Jaarlijks liggen ruim dertigduizend Nederlandse vrou wen boven de 50 jaar in het ziekenhuis met een gebroken arm, been of heup. Normaal gesproken vernieuwt het botweefsel zich voortdurend. Oude cellen verdwijnen, nieuwe worden aangemaakt. Zolang die ba lans in evenwicht blijft, is er niets aan de hand. Maar ongeveer vanaf het dertigste le vensjaar gaat de afbraak overheersen. Bij vrouwen in de overgang voltrekt dit proces zich nog sneller. Niet alleen de beenderen hebben kalk nodig. Ook het gebit bestaat voor dertig procent uit calcium. Dit mineraal speelt bovendien een belangrijke rol bij de bloedstolling, bij de prik kelbegeleiding in het zenuwstelsel en bij iede re spierbeweging. Een goede calciumhuishouding is dus beslist noodzake lijk. Daarom is het belangrijk te letten op een gezonde leefwijze. Veel gewoonten en voe dingsmiddelen betekenen in feite een aanslag op de calciumhuishouding. Het gebruik van coffeïne, in de vorm van kof fie, thee of cola en geraffineerde suikers, te veel zout of te veel eiwitten, verhoogt het cal- ciumverlies via de urine. Roken vermindert de bothoeveelheid en een teveel aan alcohol draagt bij tot afbraak van het botweefsel. Vol doende lichaamsbeweging is noodzakelijk om de hoeveelheid bot tijdens de jeugd te vergro ten en zodra men ouder is, in stand te houden. Met deze preventieve maatregelen en het ge bruik van A. Vogel's Urticalcin kan botontkal king grotendeels worden voorkomen. A. Vogel's Urticalcin is verkrijgbaar bij apo theek, drogist en reformhuis. Wie meer dan twintig sigaretten per dag rookt, of na het opstaan binnen twintig minu ten al aan zijn eerste sigaret begint, wordt wel een '20/20-roker' genoemd. Deze rokers hebben de grootste moeite om te stoppen en gaan in het begin door een ware hel. Ontwenningsverschijnselen slaan bij hen heel hard toe want ze zijn verslaafd aan een hoge dosis nicotine. Tot nu toe kon de huisarts helpen met een recept voor Nicorette, kauw gom met 2 mg nicotine die via de wang wordt opgenomen. Nieuw is nu Nicorette 4 mg: dubbel zo sterk dus, speciaal ontwikkeld voor '20/20-rokers'. De kans op goed resultaat bij deze zwaardere rokers is daarmee een heel stuk groter ge worden. Ook voor de 4 mg geldt dat je echt moet wil len stoppen. En: goed kauwen (langzaam), ge noeg (liefst elk uur) en gedurende een maand of drie. Nicorette wordt op recept vergoed door het ziekenfonds maar kan ook direct worden ge kocht bij de apotheek. De aardappel gaat al jaren mee. Eigenlijk al sinds de zestiende eeuw, toen ontdekkings reizigers een paar knollen meenamen uit Zuid- Amerika. Op de terugweg naar Europa kwa men die aardappels nog goed van pas, van wege het hoge gehalte vitamine C. Een deel van de bemanning ontsnapte, door een dage lijkse dosis aardappelen, aan een zekere dood door scheurbuik. Eenmaal op het vasteland veroverde de aard appel geleidelijk de Europese tafels. Gevallen van scheurbuik deden zich na verloop van tijd nog zelden voor, zodat de aardappel allang niet meer om de geneeskrachtige werking maar als lekkernij werd gegeten. En nog steeds zijn ze gemiddeld zo'n vier keer per week op ons bord terug te vinden. Want aard appels zijn voedzaam, gezond en lekker. Zeker nu er veel verschillende rassen met verschil lende smaken op de markt zijn verschenen. Maar, de aardappel is als natuurprodukt kwetsbaar. De ene aardappel ziet er gaver uit dan de ander. Koop je in de supermarkt of bij de groenteboer een paar kilo aardappelen dan zit daar wel eens een exemplaar met blauwe plekken tussen. Ook komt het voor dat de pie pers snel uitdrogen of ontkiemen. Betekent dit dat de kwaliteit achteruit gaat? In dit artikel wordt duidelijk waarom er kwaliteitsverschil len zijn en hoe de aardappelteler probeert die zo veel mogelijk te voorkomen. De kwaliteit van een partij aardappelen valt onder meer af te leiden uit het percentage 'blauw'. Daarmee wordt de grauwe verkleu ring bedoeld, die kan optreden als gevolg van botsingen tijdens het rooien, transporteren en sorteren van aardappelen. Ook bij het vervoer naar de winkel wordt niet altijd even zachtzin nig met de aardappels omgesprongen. Het gevaar dat de pieper zo'n beurse plek oploopt hangt af van het seizoen en van het ras. Bo vendien zijn ook de weersomstandigheden van invloed. Een aardappel met blauwe plek ken ziet er misschien niet zo fraai uit, maar is niet schadelijk voor de consument. En een enigszins gehavend exemplaar bevat net zoveel voedingsstoffen als een onge schonden aardappel. Wat valt er tegen be schadigingen en grauwe plekken te doen? Een mogelijk oorzaak vindt de aardappelteler bij de machines die de aardappel tegenkomt op de route van de akker naar de consument. Om een al te hardhandige behandeling tegen te gaan, worden die zo veel mogelijk met zacht rubber en ander schokdempend materiaal be kleed. Daarnaast mag de valhoogte, bijvoor beeld bij de overgang naar een lopende band, niet te groot zijn. Om riskante plaatsen in het verwerkingspro ces aan te wijzen, kan de teler of fabrikant ge bruik maken van de elektronische aardappel. Dat is een speciale meetbol in de vorm van een aardappel, die langs alle lijnen van de ver werking meeloopt. Deze elektronische pieper geeft aan waar de knollen te zware klappen oplopen, zodat daar verzachtende maatrege len kunnen worden getroffen. Om de kans op blauw nog verder te beperken worden de aardappelen voor transport en sor tering opgewarmd tot 15 graden C. Gebleken is dat ze dan beter tegen een stootje kunnen. De kwaliteit van de aardappel hangt ook af van het nitraatgehalte In tegenstelling tot wat wel wordt beweerd in andere publicaties, is er geen enkele reden tot paniek over het gege ven dat aardappels nitraat bevatten. Stikstof is een noodzakelijke voedingsstof voor de aardappelplant en wordt in de vorm van ni traat door de wortels opgenomen. De hoe veelheid nitraat die wij als consumenten via de aardappel innemen, is niet schadelijk. Een eenvoudig rekensommetje maakt dat dui delijk. De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) stelt als aanvaardbare norm dat je elke dag 3,7 milligram nitraat per kilogram li chaamsgewicht mag binnenkrijgen. Dat bete kent dat iemand van 70 kg dagelijks 260 milligram mag hebben. Onderzoek toont aan dat een kilogram vers geschilde aardappelen gemiddeld 120 milli gram nitraat bevat. De aardappelen worden geschild en gaan in de pan, zodat ongeveer driekwart van het nitraat verdwijnt. Omgere kend komt het erop neer dat iemand die vier keer per week piepers op het menu heeft staan, daarmee elke dag zo'n 15 milligram consumeert. En dat is 6% van de aanvaardba re hoeveelheid. Even afgezien van dit rekenwerk: er zit ook ni traat in gewoon leidingwater. Dat kan oplopen tot 30 milligram per liter. En wat te denken van spinazie; vaak meer dan 2500 mg per kilo. Teveel nitraat is wel schadelijk voor het milieu. Het kan in de grond en in het grondwater te rechtkomen. Wat doet de aardappelteler om deze hoeveel heid nitraat binnen de perken te houden? Hij zorgt ervoor dat bij de bemesting van de aardappelplanten de hoeveelheid stikstof laag blijft. Bovendien schakelen veel boeren over op teeltmethoden die vriendelijker voor het milieu zijn. Dergelijke maatregelen hoeven niet automatisch resultaat op te leveren. Want de uitspoeling van nitraat hangt ook af van sei zoensinvloeden. Neerslag, temperatuur en vochtigheid zijn daarvoor mede bepalend. Uit het voorgaande blijkt dat het geen geringe opgave is om een goede kwaliteit van de aard appel te garanderen. Het vraagt in ieder geval intensieve behandeling en controle. Het mooiste zou zijn als boeren, handelaren en winkeliers aardappels als eieren gingen be handelen. Dan zouden zich minder problemen voordoen. Maar dat heeft dan wel z'n effect op de prijs die de consument ervoor moet betalen. Eigenlijk is de gevoeligheid van de aardappel als een kwalitetiskenmerk te beschouwen. In een seizoen met droog en warm weer, zoals vorig jaar, wordt er meer zetmeel en meer koolhydraten in de aardappel gevormd. Tege lijk wordt de kans op blauwe plekken groter. Je kan dus zeggen: hoe gezonder de aardap pel en hoe meer voedingsstoffen erin zitten, des te groter de kans op blauwe plekken.

Krantenbank Zeeland

de Vlissinger | 1992 | | pagina 33