Gelukkig hebben wij alleen maar ut Q? het takBÊart Weet u het nog? GROENEVELD HEEFT OOKVOORU HET BESTE HOORTOESTEL Groeneveld helpt ubeter horen. MIDDELBURG - NUTH - MIDDELBURG ii I i MARIA BUIJSROGGE SURFHOTEL ARNEMUIDEN DE VLISSINGER Woensdag 3 juni 1987 Sfeertje Mogelijkheden Collegas f X f V Maria Buijsrogge, een der mededirecteuren van het Surfhotel aan het Veerse Meer in Arnemuiden moest zich op die win terochtend van het vorige jaar even in de ogen wrijven. "Er stond een bus met toeristen voor de deur" had haar man Jos gezegd. Het zou wel een geintje wezen, want er stond een weddenschap op het spel waarbij haar man een tientje kon verdienen en een bus met bezoekers was daar een onderdeel van. Het was geen geintje. De bus stond er inderdaad en de inzittenden waren vogelliefhebbers uit Duitsland die op de een of andere manier bij het Surfhotel waren uitgekomen. Sindsdien is het Surfhotel een vaste pleisterplaats voor de dagtochten waarbij 'vogels- en broedplaatsen bekijken aan het Veerse Meer' op het programma staat. 1% i "Daar hadden wij eigenlijk nooit bij stilgestaan", vertelt Maria, terwijl ze behoedzaam in een kopje koffie roert. "Het Surfhotel was nog maar pas open en we hadden onze adver tenties gericht op de bekende doelgroepen. Maar dat er nu mensen, écht bussenvol, naar de vogels hier in de buurt komen kijken? Nou, nee, daar hadden we nooit aan gedacht". Er zijn trouwens meer zaken waar menigeen zich deerlijk in vergist heeft. Was er in den be ginne de nodige scepcis over het wel en wee van het Surfhotel, wie er enige tijd doorbrengt zal alras moeten concluderen, dat het beslist geen overlast aan doend etablissement is. Geen surfers die 'hun eigen gang gaan', geen watersporters of toeristen die denken dat het ho tel van hun is en zich menen al les te kunnen permitteren, maar doodgewoon een gezellig hotel met 'alles d'r op en d'r an' en mensen die bewust rekening houden met elkaar. "Dat is nu zo juist het aardige van alles", vervolgt mevrouw Buijsrogge. "Wat hier komt va rieert van jong tot oud en van sportief tot mensen die gewoon wat lekker over het Veerse Meer willen kijken en rust willen heb ben. Wat dat betreft zitten ze hier dus prima, want op het Veerse Meer valt natuurlijk ge noeg te zien en te beleven en 's avonds is het hier zalig rustig". Ze heeft gelijk. Op het moment dat het gesprek plaats vindt is er vrijwel niemand meer op het water, het Veerse Meer ligt er nagenoeg rimpelloos bij en bui ten tokkelt iemand zachtjes op een gitaar. Er gaat iets van uit dat de meeste watersporters wel kennen; de serene rust, de sfeer, het meer en het gefluister van de ruisende bomen op de ach tergrond. Het Surfhotel mag er dan ook wezen. Ruime twee-, vier- of zespersoonskamers, instructie lokalen, een kiene keuken voor zowel gasten als deelnemers aan de cursussen, een EHBO-post, stalling voor de surfplanken en ga zo maar door, tot zelfs een reddingsboot toe. En niet alleen voorzieningen voor de 'gast' maar ook voor de surfer of surffamilie die zo maar een dag je surft naast het hotel. Voor die groep is er eveneens stallingsmo gelijkheid, is er een 'keuken voor het buitengebeuren' en kunnen zij gebruik maken van douches. Het kost ze geen cent, want het hoort allemaal bij de voorzieningen die het Surfhotel biedt. "Dit hotel is echt multifunctio neel om maar eens een duur woord te gebruiken", stelt be drijfsleider Johan van Boudt die er intussen ook is bij komen zit ten. "Een personeelsvereniging die een weekend wil surfen. Pri ma. Een groep die een cursus wil hebben of wil leren omgaan met een catamaran? Ook wel kom, want we zijn er op inge richt en leiden op voor het ANWB-vaarbewijs of het inter nationale IWS-diploma. Wat cursussen en zo betreft kunnen wij dan ook volledige arrange menten aanbieden. Daarnaast zijn we nog 'hotel' voor het vliegveld Midden Zeeland. Daar komen regelmatig buitenlandse bezoekers, zakenmensen of sportvliegers en die mensen moeten natuurlijk ergens wor- den ondergebracht. Die halen we gewoon even met het busje op. Simpele service. Vroeger sliepen die in een van de chalets van Camping 'De Witte Raaf'. Maria Buijsrogge: "Kijk, met z'n allen en dan bedoel ik bij voorbeeld het vliegveld, de cam pings en restaurants in de buurt zijn allemaal bezig met een on derdeel van het vak 'recreatie'. Dan vinden wij gewoon dat je de mensen zo veel mogelijk moet kunnen bieden. Hebben wij een bepaalde voorziening niet en de buurman wel, dan stuur je zo'n bezoeker toch een deur verder? Op die manier heb je er allemaal iets aan en houd je tevreden toeristen. Je kunt ze ook met een kluitje in het riet sturen, maar dan ben je ze kwijt en daar heeft niemand baat bij. Nee, gelukkig hebben wij wat dat betreft alleen maar collega's en geen concurrenten". Plannen hebben de Buijsrogge's met 16 jaar campingervaring nog genoeg. "Maar alles op zijn tijd", vindt Maria. "Voorlopig hebben wij voor wat het Surfho tel betreft een aanvraag inge diend om een aanlegsteiger te mogen bouwen. In een T-vorm met een lengte van 25 en een breedte van 37 meter. Dan kun nen andere watersporters ten minste 'fatsoenlijk' aanleggen. En een verder? Het moet gewoon gezellig hotel blijven met vriendelijk personeel en gezelli ge gasten". En dan lachend: en zo te zien zijn wc prima in geslaagd". Ze gelijk. achend: ive daar I ie heeft I Op Hemelvaartsdag vertrok een groep toerrijders vanuit Middel burg, onder aanvoering van burgemeeester Rutten, naar het Lim burgse Nuth. Vanuit deze plaats stond de volgende dag een Ar- dennentocht op het programma. De 30ste mei keerden de renners vanuit het Limburgse landschap terug naar het vlakke Zeeland. In het 60 koppen sterke peleton zaten veel fietsers van de toerclubs Walcheren en Middelkamp. Maar ook enige politici zoals de Tweede Kamerleden Jan te Veldhuis en Ad Nijhuis. Een van de deelnemers heeft op verzoek van De Faam De Vlissin- ger wat notities gemaakt. Zijn relaas volgt hier... Maar wel ano niemstelt hij als voorwaarde en strompelt weg. *Het overgebleven vocht van één der deelnemers is bij thuiskomst voor het dochtertje. Wet houder M. Vinke schiet de snelle groep in alle vroegte weg. En koud dat het was". *Het tweede kamerlid Ad Nijhuis (gastrenner) repareert zijn schoen. Het gemeenteraadslid Katrien Koster uit Middelburg kijkt kritisch of dat we! goed gebeurt. *Hoe sterk is de eenzame fietser. Dat is niet sterk, maar afzien Een goed samenspel tussen oorarts en audiciën is van groot belang voor het eindresultaat. Het toestel moet nauwgezet gekozen worden aan de hand van het voorschrift. Dat luistert heel nauwLetterlijk in dit geval. Kies daarom de hoortoestellenspecialist die daar het belang van inziet. Dan weet u zeker dat u kiest voor het juiste hoortoestel én voor ervaring en vakmanschap. VLISSINGEN, Lange Zelke 93, tel. 01184 - 12398 zich als een kamikaze naar bene den stort, de afzink in. Voor snel heden rond de 65 kilometer draait hij zijn hand niet om. Echt ge vaarlijk, vooral in een tijd waar priesterroepingen niet meer regel zijn. Zelf ga ik met zo'n 60 kilo meter per uur de Keutenberg af, die vaak als scherprechter fun geert bij de Amstel Gold Race. Maar bij het klimmen haal ik net de 3 kilometer. Ik blijf echter in het zadel. Bij de steille beklim mingen in de Ardennen is het voor de meesten van ons afzien. Er wordt weinig gepraat. Iedereen heeft het te druk met zichzelf. Al leen op de vlakke stukken wordt wel gesproken en veel gegeten. Het is voortdurend opletten met dat natte wegdek. Op wat losse steenslag voel ik een paar maal zijn achterwiel wegslippen. Als beloning van deze 120 kilometer lange Ardennenrit komen we te rug in een nat Nuth. De pijn in m'n knie zit er nog. Deze dag baart Bram Moens veel opzien door op z'n ligfiets steeds als eer ste boven te komen. Tijd voor herstel wordt niet gebo den op de derde en laatste dag. De hele terugtocht staat de wind op kop. Ik wil hier niet vervallen in een klaaglitanie, maar die rech terknie blijft als een trouwe ka meraad bij me. Stilletjes laat ik me afzakken naar de achterste re gionen van de groep om zo weinig mogelijk wind te vangen. Als ik me omdraai, kijk ik in het vrien delijke gezicht van Catrien Koster, die de volgwagen chauf feert. Het is net of ze vanachter het glas zegt: "Laat je niet ken nen". Ik zie dat anderen het ook moeilijk hebben. Hannie Vonk, die zich al die dagen kranig ge weerd heeft, zit wat bleekjes voor zich uit te staren. Maar de benen malen maar door. Ik moet ook doorzetten, niet uit mijn candans geraken, die knie krijgt in Mid delburg wel rust. Het groepje zwijgers in mijn pelotonnetje wordt steeds groter. Knoestige mannentaal is slechts afkomstig van de oude gelouterde rotten die dit soort monstertochten al jaren rijden. Ook de heren politici we ren zich goed. Ze lijken even ge makkelijk op het racezadel te zit ten als op het pluche van de Twee de Kamer. Ik wil me niet laten kennen en bijt eens extra op m'n tanden. Waar blijft de Lange Jan? Ik probeer nu aan leuke dingen te denken:een warm bad,een lekker bed en wat vers fruit. In het over dadige fluitekruid langs de weg ga ik mijn toeschouwers zien. Die hagen onafzienbare supporters moeten mij naar de finish schreeuwen. Achter me knikt Ca trien Koster me bemoedigend toe of denk ik dat maar? Bij Levve- dorp rijdt de man van de RAWA ons tegemoet, het ergste leed is geleden. De snelle groep wacht ons op in Nieuw-en St. Joosiand. Geza menlijk rijden we op naar het PZEM-gebouw waar de heer Kannekens, directeur Zekatel, onze gastheer is. Met saucijze- broodjes en frisdrank vergelijk ik hem met een jeugdherbergvader, die ik in mijn jeugd lange jaren op mijn gemoffelde fiets met een be zoek vereerde. Vijfentwintig jaar later bezit ik nu een vederlicht fietsje die de 600 kilometer met glans heeft doorstaan. Het trappen, het stampen, het afzien en het lijden zijn echter onveranderd gebleven. Als ik een paar dagen later deze notities bij Ad Hanneman inle ver, voel ik nog steeds die knie. Aantekeningen van een toerrijder Wat is het koud die ochtend, de 28ste mei. Of bibber ik van de ze nuwen voor de voor mij onbeken de afstand van 250 kilometer? Met ruim zestig anderen zijn we om half acht weggeschoten. We vertrekken in twee groepen: de supersnellen en de groep die een gemiddelde van 25 kilometer per uur aflegt. Ik kies voor de laatste categorie. Dit groepje bestaat uit 25 personen van wie de meesten elkaar kennen. Zij zijn immers lid van de toerclubs "Walcheren" of "Middelkamp". Als ongeorgani seerde ken ik niemand. Maar in zo'n pelotonnetje leg je snel contacten. Al is het alleen maar omdat een aantal renners op hetzelfde merk racefiets rijdt. Geen wonder dat de allereerste gesprekken gaan over het uitwis selen van de nieuwste snufjes op fietsgebied. Al keuvelend tikken de kilometers snel weg. Dit wordt nog eens ver sterkt door de westelijke wind die een behoorlijke steun in de rug betekent. Een morele steun is ook het Volkswagenbusje, dat achter ons met reservemateriaal van fietsspecialist Piet van der Lijke rijdt. Dit beeld zal de volle drie dagen dat de rit duurt, ongewij zigd blijven. Tijdens het fietsen krijg ik het niet warmer. Een aan tal collega-toerrijders vindt het dan ook onverstandig dat ik in een korte koersbroek rij. "Zelfs z'n benen staan niet in het vet", hoor ik een gelouterde fietser, die evenals de anderen de benen gestoken heeft in een maillot, mompelen. Bij de eerste eet- en rustpauze zie ik iemand gevoerde overschoenen over z'n raceschoe nen aantrekken. Jaloerse blikken van mijn kant vallen hem ten deel. Na Huybergen gaan we de grens over, richting Kalmthout. Net over de grens stappen de eer ste renners van de fiets voor een sanitaire stop. Met deze daad le veren we als Nederlanders weer eens het bewijs dat we graag ons afval bij de zuiderburen dumpen. Het kwaad straft zichzelf want even later worden we getracteerd op de eerste kasseienstrook. Door de prachtige Kalmthoutse heide gaat het richting Kempen. De geur van pas gemaaid gras en den nenbos blijft bij ons tot aan de in dustriële omgeving van Geel. In Leopoldsburg, een stadje met een bruisend uitgaansleven, gezien het grote aantal nachtclubs, kon digen affiches de komst van Nico Haak aan. Sommige toerrijders wagen zich in deze sfeer aan een lekker Trappistenbiertje, over moedig als ze geworden zijn door het feit dat we op het tijdschema voor liggen. Ik beperkt me tot de voedings- en drinkadviezen die Johan Goeree twee weken geleden aan dit blad toevertrouwde. Som mige renners nemen meerdere gla zen Trappist. Opmerkingen van mijn kant worden weggeveegd door te stellen dat de benen het werk moeten doen. En vandaag blijkt dat iedereen over goede - al zijn het bij mij steeds koude - be nen beschikt. Het gesprek in het peloton gaat nu over de hoeveelheid kilometers die sommigen onder de wielen hebben. Weer anderen vertellen dat Middelburg-Nuth v.v. voor hen een voorbereiding is op de Elfstedentocht per fiets of de Ve- luwetocht. Een paar renners blij ken geïnspireerd door het boek "De Renner". Zij willen deze zo mer dezelfde route afleggen waar over Tim Krabbé zo beeldend schrijft. In die route is de Mont Ventoux als een soort dessert op genomen. Maar in ons stuk ko men op de eerste dag geen bergen voor. De eerste heuvels doemen pas op als we de Nederlandse grens bereiken. Hier worden we opgewacht door toerrijders uit Nuth, die met de paasdagen te gast waren in Zee land. Een paar uur te vroeg ko men we in Nuth aan. De eerste groep meldt zich om kwart over vier, wij volgen een uur later. In de supersnelle groep is burge meester Rutten vaak op kop te vinden. In zijn spoor volgt Constant van Waterschoot trouw om op de laatste dag veel kop- werk te verrichten, 's Avonds on derscheidt Hans Bostelaar zich als de grootste eter door het verorbe ren van enorme hoeveelheden pudding. "Krachten opdoen voor de Ardennen", zo legt hij zijn dis genoten uit. De Ardennen, dat is andere koek, dat is heroïek van de bovenste plank. Om dit gegeven nog meer drama te geven regent het de ge hele dag. Via de Voerstreek, het gebied waar Hapart de leider uit hangt, gaat het richting Baraque. Michel. De man die bij de toerrij ders de lijntjes uitzet, is de wegka pitein die het peloton constant aanvoert. Voor de supersnellen is dit Rob Voet van "Middel kamp". Henk de Wit van "Wal cheren" is mijn wegkapitein. De ze mannen houden de snelheid in de gaten, waarschuwen voor on effenheden in de weg, blazen op een fluit bij naderend verkeer en ander onheil. Maar terug naar de lange steile klimmen waar het goed letten is op het kiezen van de juiste ver snelling. Vóór steek ik 42 tandjes, achter kies ik beurtelings de 21 of 23. Het koude weer en de regen eisen hun tol, ik krijg last van een opspelende rechterknie. Slaat de tendinitis, een ziekte waar veel profrenners last van hebben, bij mij toe? Fietsend consulteer ik dokter Tom Bruynzeel, die me adviseert rustig door te trappen. Flink stampen doet echter de pastoor van Nuth, die, vertrou wend op zijn engelbewaarder,

Krantenbank Zeeland

de Vlissinger | 1987 | | pagina 11