Dennis Boudens(17) uit Goes, Nederlands jongste beroepssurfer had aanvankelijk een hekel aan surfen Harro Ranter uit Goes speelde ruim 2 jaar niet buiten 12-jarige scholier schreef 't Internationaal Rampenboek van de Burgerluchtvaart De Faam en DeVlissinger worden gelezen. Op heel Walcheren. DE FAAM Woensdag 31 juli 1985 Kwik onder nul Holland Surf Cup Vervelend Testpiloot 15.000 gulden "Zwarte doos" Verslonden Curiositeiten... Eigen regio Beroep "Ik dacht bij mezelf: ik kom niet van die plank af, vóórdat ik kan surfen In volle actie op het Veerse Meer. (Van een onzer redacteuren) GOES/KAMPERLAND Windsurfen een zomersport? Doorgaans wel, maar voor Dennis Boudens zeker niet. Voor hem is het zijn werk. Zijn dagelijks werk. En dat gaat zomer en winter door. Dennis Boudens in vertrouwde omgeving: met een wagentje vol surf planken aan de oever van het water. De foto werd gemaakt bij Katse- i'eer. Dennis Boudens is de eerste full-prof windsurfer van Zee land. Iemand dus, die van zijn sport zijn beroep maakte. Op grond van zijn leeftijd (17 jaar) is hij tevens, de jongste be roepssurfer van Nederland. Zomer en winter Bij duizenden schieten de par mantige zeiltjes op mooie zo merdagen over de Zeeuwse wateren heen en weer. De sur fers en hun familieleden krui pen zo dicht mogelijk bij het water. Het liefst zouden ze van uit de voortent zó het water op varen. Maar als het najaar wordt, wor den ook de plankzeilers zeld zaam. Bij harde wind stapt een enkele fanatiekeling nog wel eens op zijn plank, maar als het kwik onder nul begint te zak ken, zie je geen surfer meer. Dat wil zeggen: bijna geen sur fer meer. Want voor Dennis Boudens uit Goes duurt het windsurfseizoen een heel jaar. "Ik heb ook een hele tijd in Spanje gesurft. Daar viel je soms voor je plezier in het wa ter. Dat is op het Veerse Meer wel anders, zeker 's winters". Meestal is de Goese surfer te vinden in de buurt van Kamper land: in de omgeving Schots- man/Ruiterplaat of in de buurt van de Veerse Gat dam. "De afgelopen winter heb ik gesurft tot het ijs en de sneeuw op de kant lagen. Die kou doet me weinig. Het is alleen wat lastig bij het omkleden, want bij het uittrekken van je surfpak, sta je toch een paar minuten met het ontblote bovenlijf bij een temperatuurtje van een paar graden onder nul in een noordoosten wind van kracht 5 of 6. Ja, dén is het wel even koud". Vrijwel dag in, dag uit, staat Dennis Boudens ergens in Zeeland op de surfplank om zijn techniek bij te schaven of om een nieuw surfboard of een nieuw zeil uit te proberen. Deze zomer wordt hij 12 week- einds lang in beslag genomen door het Nederlands kam pioenschap windsurfen om de Holland Surf Cup 1985. Zes wedstrijden worden langs de kust in de branding gevaren, zes wedstrijden op het binnen water. Een groot aantal spon sors maakt deze kampioen schappen mogelijk. Ook ANWB en NCRV (radio en tv) doen re gelmatig verslag. De wedstrijden om de Holland Surf Cup 1985 kennen drie onderdelen' waarop alle deel nemers dienen uit te komen (lange afstand, slalom en akro- batiek). De eerste resultaten waren voor Dennis Boudens zeer hoopgevend: hij finishte in Scheveningen als 18e van de 80 ingeschrevenen. "Het gaat vrij goed, maar het kan nóg beter. Ik probeer in de eindrangschikking na 12 wed strijden bij de eerste 25 te staan. Dan ben ik tevreden. Volgend jaar wil ik de eerste 10 halen. Mijn einddoel is een plaats bij de eerste vijf". Maar hoe word je nou in vre desnaam beroepssurfer, en dan nog op 17-jarige leeftijd? Dennis gaat even terug in de tijd. "Ik heb altijd een surfplank gehad, al vanaf de opkomst van het windsurfen. Maar eigenlijk vond ik surfen een vervelende bezigheid. Ik kon d'r ook niks van. Ik ben wérkelijk enthou siast gemaakt door toedoen van de vriendin van mijn vader. Die kon erg goed surfen. Bovendien konden mijn buur jongens het óók erg goed. Op een goede dag nam ik me voor: ik klim vandaag op mijn plank en ik kom er niet meer af, vóór dat ik kan surfen. Nou, dat was alles. Sindsdien ben ik eraan verslaafd". Dennis Boudens surft op boards (van het merk Sail- board), die hij zelf maakt, daar bij geassisteerd door zijn vader. Het materiaal krijgt hij aangele verd door de Duitse surfboard- fabrikant Sailboard. Omdat elke wedstrijdsurfer niet alleen ver schillende boards, maar ook verschillende zeilen nodig heeft, trokken vader en zoon enkele weken geleden de stou te schoenen aan en klopten aan bij Labu Sails (Lammerts Van Bueren, zeilmakerij voor de wa tersport) op het industrieterrein De Poel in Goes-Zuid. Het resultaat was, dat Dennis nu bij windstil weer in de zeil makerij werkt (op contractba sis) en zijn ervaringsgegevens inbrengt bij het ontwerpen en produceren van nieuwe surf- zeilen. Als de wind boven kracht 5 a 6 uitstijgt, is Dennis aan het water te vinden om de nieuwe zeilen uit te proberen. "Ik ben dus eigenlijk testpi loot", zegt hij. "Dat wil zeggen: als er genoeg wind is, ga ik zeilen in opdracht van de baas. Ik test nieuwe zeilen en tegelijkertijd schaaf ik mijn techniek bij. Wat wil ik nou nog méér?" Overigens is deelname aan het kampioenschap om de Holland Surf Cup 1985 niet bepaald een koopje. De inschrijfkosten zijn de eerste keer 15.000 gulden per team van 4 personen. Die kosten worden gedragen door Dennis' sponsor, Sailboard. De Goesse "beroepssurfer" is de jongste van de 120 deelne mers en deelneemsters. Enkele van zijn tegenstanders zijn cracks zoals Stephan van den Berg, Dick van der Starre, Onno Tellier, Olaf van Tol en Paul Jansen. Bij de dames is Martine van Soolingen favoriet. Het lichtend voorbeeld in surf- land voor Dennis Boudens is Stephan van den Berg (Olym pisch kampioen, later fullprof geworden). "Ik heb een grote bewondering voor hem, niet uitsluitend vanwege zijn pres taties, maar vooral vanwege de manier, waarop hij met zijn vak bezig is. Hij gedraagt zich altijd uiterst correct, tegenover iedereen. Daar gaat een grote publicitaire waarde van uit". Voor Dennis Boudens staan op het Holland Surf Cup-program ma voor deze zomer nog de volgende 7 wedstrijden. BIN NENWATER 13/14 juli Roer mond, 19/21 juli Hoogezand- Sappemeer, 27/28 juli Oost- voorne en 24/25 Zeewolde (fi nale). BRANDINGSURFEN. 17/18 augustus. Zandvoort, 30 aug./1-sept. Texel en 6/8 sept. Bergen (finale). Het is deze maand 15 jaar geleden, dat zich op het eilandje De Haringvreter in het Veerse Meer een vliegramp afspeelde, die 3 mensen het leven kostte. Een Britten Norman BN-2A Islander van Dutch Continental Airlines stortte 3 minuten na het opstijgen van Vliegveld Midden-Zeeland neer. De piloot werd door mist verrast, hij verloor hoogte en raakte enkele boomtoppen. Van de 10 inzittenden overleefden 3 personen de ramp niet. Die slachtoffers waren de 25-jarige Noorse piloot Thor Dydal, M.W. Gunst (toen 32) uit Goes en A. Maquelin (toen 59) uit Middelburg. Dit vliegtuigongeluk in de buurt van het toen pas geopende vliegveld Midden-Zeeland staat vermeld in het Internationaal Rampenboek van de Burgerluchtvaart, dat tot stand kwam na 2,5 jaar speurwerk door de Goese scholier Harro Ranter (12). Het rampenboek geeft een chronologisch overzicht van alle ongelukken, die zich in het verleden over de hele wereld hebben voorgedaan met burgervliegtuigen. Harro heeft het boek met ijzingwekkende nauwkeurigheid samengesteld. Hij heeft alle 166 pagina's ook zelf uitgetikt: een monnikenwerk! De oplage van het boek is overigens beperkt: slechts 10 exemplaren (Van een onzer redacteuren) GOES - "Ik wilde wel eens wat schrijven over de luchtvaart. Maar over de meeste onderwerpen zijn in het verleden wel eens boeken verschenen. Alleen over de rampen in de burgerluchtvaart zijn nooit boeken verschenen. Daarom heb ik die maar als onderwerp gekozen". Zo verklaart Harro Ranter (12 jaar), waarom hij tweeëneen half jaar geleden is begonnen met het verzamelen van gege vens over alle ruim 1000 vlieg tuigongelukken, die zich in de historie van de burgerlucht vaart hebben voorgedaan, sinds in 1908 luitenant Thomas Selfridge een fatale smak maakte met een zelfgemaakt vliegtuigje van luchtvaartpio nier Orville Wright. Bij een "ramp" moeten we overigens niet altijd denken aan neerstortende vliegtuigen en vele doden. Harro Ranter heeft als maatstaf voor een "ramp" aangenomen, dat het vliegtuig onherstelbaar beschadigd moet zijn. Als er een vliegtuig verloren gaat, is dat voor Harro een ramp. Het toont zijn liefde voor vliegtuigen.... Als kapers dus een vliegtuig opblazen, valt dit dus ook in de categorie rampen. Ongelukken met helicopters en militaire vliegtuigen komen niet in het boek voor. Ten tijde van het gesprek met Harro was de zoektocht naar de "zwarte doos" van het boven de Atlantische Oceaan ontplof te vliegtuig van Air India (hon derden doden) nog in volle gang. Volgens de kranten was die dag juist een deel van de "zwarte doos" gevonden. "Overigens is die zwarte doos helemaal niet zwart, maar oranje-rood. Het is een vier kante doos voor het vastleggen van alle vluchtgegevens en van de gesprekken, die in de cokpit worden gevoerd. Meestal zit de doos ergens achter in het vliegtuig, doorgaans in het staartstuk", vertelt Harro. "De vluchtrecorder heeft de naam "zwarte doos" gekregen van wege de macabere gegevens, die erin zijn opgeslagen. Met behulp van die gegevens kan de oorzaak van een vliegramp vaak worden herleid". Het bijeensprokkelen van alle beschikbare gegevens van alle burgerluchtvaartrampen tus sen 1909 en 1984 is een hels karwei geweest. Uit alle hoeken en gaten heeft Harro de infor matie weggesleept. Meestal stukje bij beetje, zodat later het mozaïk in elkaar kon worden gepast. Soms was de legpuzzel niet compleet, omdat hij niet al le benodigde gegevens kon vinden. Die moeilijkheid deed zich af en toe voor bij ongeluk ken van vóór 1940. Wie het boek nu doorneemt, kan alleen maar versteld staan van de nauwgezetheid, waar mee een 12-jarige (die op 10- jarige leeftijd met zijn naspeu ringen begon) zijn "levens werk" heeft samengesteld. Tweeëneenhalf jaar lang was geen enkel boek tijdschrift of krant veilig voor de gulzigheid, waarmee Harro zich op de bur- gerluchtvaartongelukken stort te. Hij ploos bibliotheken uit, oude kranten, archieven (ge meente Goes en provinciale bi bliotheek), een serie Time-Life boeken over de luchtvaart, re gisters van luchtvaartmaat schappijen, jaaroverzichten, luchtvaarttijdschriften. Enfin, hij verslond alles om maar niks te hoeven missen. Was het niet veel gemakke lijker geweest, de luchtvaart maatschappijen aan te schrij ven met het verzoek om gege vens? Barro: "Ik denk het niet. Ik ben er bij voorbaat van uitgegaan, dat luchtvaartmaatschappijen niet erg scheutig zullen zijn met gegevens over vliegrampen. Bovendien waren veel veron gelukte vliegtuigen eigendom »t*At vah m m DlU.MTVAMt 'Het omslag van het Internatio naal Rampenboek van de Burger luchtvaart. van maatschappijen, die inmid dels weer al lang verdwenen zijn". Wat was het "leukste" onge luk, dat je bij het samenstellen van het Rampenboek bent tegengekomen Harro slaat pagina 107 van zijn boek op. Daar staat: "15 No vember 1977. Type: Douglas DC-3. Eigenaar: Ethiopian Airli nes. Bijzonderheden: Bij de start botste de DC-3 tegen een ezel op. Bij de daargp volgende crash raakte de DC-3 total loss. Wat er met de ezel is gebeurd vermeldt de geschiedenis niet...". Trouwens, Ethiopië heeft vaker last van "onge rechtigheden", die de start van een vliegtuig bemoeilijkt. Op pagina 83 van Harro's boek staat nog vermeld, dat in 1972 een Vickers VC-10 verongeluk te in Addis Abeba, omdat er rommel op de startbaan lag. Ook toen een ezel? Hebben veel ongelukken een gemeenschappelijke oorzaak? "Nee, dat kan ik nergens uit opmaken. De meeste ongeluk ken doen zich voor bij het star ten en het landen. Dat zijn de kritieke momenten van een vlucht. Ik vermoed, dat veel on gelukken zijn terug te voeren op menselijke fouten: van de cockpitbemanning of van de luchtverkeersleiding. De laatste jaren zijn bovendien nogal wat vliegtuigen verloren gegaan door terrorisme, omdat ze op een luchthaven werden opge blazen door kapers". Het Internationaal Rampen boek van de Burgerluchtvaart is vrij statisch van opzet, maar de bijvermelde bijzonderheden maken een ongeluk "menselijk herkenbaar". Zo wordt van een bij Miami neergestorte TrisStar verteld: "De nog bruikbare onderdelen van de TriStar werden gebruikt voor het bijbouwen van enkele andere TriStars. Bij deze TriS- tars kwam het wel eens voor. dat als de stewardess alleen in de boordkeuken was, het net leek alsof er ook iemand anders bij was...". Over deze verdachte ramp is ook een boek geschre ven: "The ghost of flight 401". Bij sommige ongelukken wor den de laatste gesprekken uit de cockpit toegevoegd. Die "laatste woorden" ontleende Harro aan het boek The Black Box. "Er zijn ook macabere gege vens: op 5 mei 1972 veronge lukte een Alitalia vliegtuig (115 "Harro Ranter in zijn luchtvaart museumpje, dat hij heeft ingericht op de vlieringverdieping van de ouderlijke woning. Daar is van al les te zien over vliegtuigen en over het leven aan boord. doden) op de dag dat Alitalia 25 jaar bestond... "De dagen 4 en 5 maart 1966 waren "zwarte dagen" voor de luchthaven van Tokio. De eer ste dag kostte een vliegtuigex plosie 84 mensen het leven, de volgende dag verongelukte een Boeing kort na de start (124 doden). "Als gevolg van een ongeluk met een TWA-vliegtuig boven Brooklyn (USA) waaiden' 120.000 brieven door de straten van de stad. Dat was op 16 de cember 1960. "Verder komen in de beschrij vingen van de vliegtuigrampen bekende namen voor van men sen, die bij luchtvaartongeluk ken omkwamen: het voetbalelf tal van Manchester United (6-2- '58), de musici Buddy Holly en Ritchie Valens (3-2-'59), zanger Jim Reeves (aug. '84), VN-se- cretaris Dag Hammarskjöld (18-9-'61en KLM-direkteur mr. H. Albarda (17-5-'65). Ook de zwaarste luchtvaartramp uit de historie (Tenerife 27-3- 77) wordt uitvoerig besproken). Ook staan alle ongelukken, die ooit in Zeeland gebeurden (6 stuks in totaal) vermeld in Har ro's boek. Op 29 aug. '53 viel bij Krabbendijke een Belgische Saab 91 Safir uit de lucht. Er waren geen doden. Op 12 juli 1984 verongelukte bij Wilhelmi- nadorp. een Piper PA-25 Paw nee van Van Beek's luchtvaart bedrijf. Het sproeivliegtuigje sloeg over de kop, toen het boven een tarweveld vloog en de tarwehalmen raakte. Vol gens Harro's beschrijving was de oorzaak, dat de piloot (P.S.) werd gehinderd door de zon en daardoor te laag vloog. De overige "Zeeuwse" onge lukken deden zich voor in de Westerschelde (1961) strand Vlissingen (1939), Haamstede (1936) en Haringvreter (1970). Harro is de afgelopen weken met zijn ouders op vakantie geweest op het Engelse Ka naal-eiland Guernsey. De tocht erheen was een feest voor hem: de reis ging door de lucht. Het was zijn zestiende luchtreis. Overigens is de keus van een beroep voor hem niet zo moei1 lijk. "Ik wil piloot worden, of verkeersleider, of in elk geval iets bij de burgerluchtvaart", zegt hij. En dan te bedenken, dat Harro het als kleuter "Spaans-benauwd" kreeg als er een vliegtuig laag over kwam". Hij durfde in die tijd zelfs niet naar een stilstaand vliegtuig te kijken. "We snap pen niet, hoe die plotselinge ommekeer tot stand is geko men", zeggen zijn ouders. Harro Ranter, zoon van een onderwijzer, wilde zijn boek voor de grote vakantie klaar hebben. Na de vakantie gaat hij naar de brugklas havo/vwo en dan is er weinig tijd meer voor tijdrovende hobby's. Op de la gere school hebben in elk geval de studieresultaten niet gele den onder het rampenonder- zoek. Zijn hoofdonderwijzer schreef achter op zijn laatste rapport: "Je rapporten waren nooit een rampenboek. Hopelijk blijft dat zo"....

Krantenbank Zeeland

de Vlissinger | 1985 | | pagina 11