p. 2 DINSDAG 21 MEI 1940
rtentiën
Uitgave van de „Vlissingsche Courant"
en de „Middelburgsche Courant"
le kennisgeving.
irleed mijn gelief-
)0t en onze Vader
'IETER ANKER,
derdom van 58
ouburg:
JKERDEKKER.
<ER en Verloofde.
mburg:
KER.
ouburg,
t 16.
n bezoek.
bestelling zal, zo
olaats hebben op
22 Mei a.s. te 2
Algemeene be
te O. enW. Sou-
kenden berichten dat
jren te Vlissingen
:ullen geopend zijn
ïur v.m.
4MSCHE BANK N.V,
JDSCHE
HANDEL MIJ N.V.
«IDSCHE
STANDS BANK N.V.
AMSCHE
5ANKVEREENIG1NG.
NOOD-COURANT
BUREAUX: WALSTRAAT 58-60, VLISSINGEN, TELEFOON 10
Advertenties voor Middelburg worden ook aangenomen aan het adres
Klein Vlaanderen ?AMiddelburg, Telefoon 575
jfruf an die Bevölkerung Hollands
vom 10. 5. 1940.
js von den deutschen Truppen besetzte
^rlandische Gebiet wird unter deutsche
j,;arverwaltung gestellt.
ie Militarbefehlshaber werden die zur
cürung" der Truppe und zur Aufrechter-
jT.jiig der Ruhe und Ordnung nötigen
^dnungen erlassen.
ie Truppen sind angewiesen, auf die
gélkerung, soweit sie sich friedlich ver-
jj( Rücksicht zu nehmen und ihr Eigen-
^zu schonen.
ii loyaler Mitarbeit werden die Landes-
Jrden in ihrer Tatigkeit belassen,
en der Klugheit und der Einsicht der
gélkerung erwarte ich, dasz sie alle un-
Ijjimenen Handlungen, jede Art von Sabo
ts passiven oder gar aktiven Wider-
s(;d gegen die Deutsche Wehrmacht
ji^rlaszr.
!len Anordnungen der deutschen Mili-
tgehörden ist unbedingt Folge zu leisten.
^Deutsche Wehrmacht würde es bedau-
ervvenn sie durch feindselige Handlungen
gjglner Zivilpersonen zu den scharfsten
C(?nmasznahmen gegen die Bevölkerung
ofïungen würde.
Kier einzelne bleibe an seiner Arbeit-
gpie und gehe seiner Arbeit nach. So
j$t er seinem Vaterlande, seinem Volke
ui sich selbst am meisten.
Der Oberbefehlsliaher des Heeres.
feordnung iiber Waffenbesitz im bésetzten
Gebiet vom 10. 5. 1940.
I, Samtliche Schuszwaffen und Munition,
Handgranaten, Sprengmittel und sonstiges
Kriegsgerat sind abzuliefern.
Die Ablieferung hat binnen 24 Stunden
bei der nachsten deutschen Feld- oder Orts-
iommandantur zu erfolgen, sofern örtlich
ncht Abweichendes bestimmt wird. Die
Biirgermeister (Gemeindevorsteher) wer
den für die genaue Durchführung voll ver-
antvvortlich gemacht. Die Truppenführer
sind befugt, Ausnahmen zu bewilligen.
Wer entgegen vorstehender Verord-
nung" Schuszwaffen, Munition, Handgrana
ten, Sprengmittel oder sonstiges Kriegsge-
rat im Besitz hat, wird mit dem Tode oder
mit Zuchthaus, in leichteren Fallen mit
Gefangnis bestraft.
3, Wer im besetzten Gebiet Gewalttaten
irgendwelcher Art gegen die deutsche
Wehrmacht oder ihre Angehörigen begeht,
wird mit dem Tode bestraft.
Oberkommando des Heeres.
Oproep aan de bevolking van Nederland
dd 10 Mei 1940.
Het door de Duitsche troepen bezette
Nederlandsche gebied wordt onder het
Duitsche Militair-Bestuur geplaatst.
De Legerbevelhebbers zullen de maatre
gelen noodig voor de veiligheid der troepen
en voor de bestendiging van rust en orde,
uitvaardigen.
De troepen zijn gehouden, de bevolking,
voorzooverre zij zich vreedzaam betoont
(onder alle opzichten), te ontzien en haar
eigendom te eerbiedigen.
In geval van loyale samenwerking met
de Duitsche overheden zullen de Openbare
Besturen op hun post gelaten worden.
Van het gezond verstand en het inzicht
der bevolking verwacht ik, dat zij alle on
bezonnen handelingen, eiken aard van sa
botage, van lijdzamen of daadwerkelijken
weerstand aan de Duitsche Weermacht zal
nalaten.
Alle verordeningen van het Duitsche Mi
litair-Bestuur zijn stipt en onvoorwaarde
lijk te volgen. Het zou de Duitsche Weer
macht spijten, moest zij zich, gedwongen
door vijandelijke handelingen van onver
antwoordelijke elementen der burgerbevol
king, tot scherpe maatregelen tegen de
gansche burgerbevolking genoodzaakt zien.
Dat ieder aan zijn arbeid en op zijn post
blijve, zoo dient hij niet alleen zijn eigen
belang maar de belangen van zijn volk en
van zijn vaderland.
De Opperbevelhebber van het
Duitsche Leger.
Verordening betreffende het bezit van
wapens in het bezette gebied dd 10 Mei 1940
1. Alle vuurwapens en munitie, handgra
naten, explosieve stoffen en ander oorlogs
tuig moeten worden afgeleverd.
De aflevering moet geschieden binnen
24 uur aan den veldcommandant, die het
dichtst bij zit of aan den commandant ter
plaatse, zooverre niet bijzondere afwijkin
gen voor de betreffende gemeente worden
bepaald. De burgemeesters (hoofden van de
gemeenten) zijn ten volle verantwoordelijk
voor de stipte uitvoering. De troepen-com
mandanten zijn gemachtigd, uitzonderingen
toe te staan.
2. Wie in strijd met deze verordening
vuurwapens, munitie, handgranaten, ex
plosieve stoffen of ander oorlogstuig in be
zit heeft, wordt met doodstraf of met
tuchthuisstraf, in lichter gevallen met ge
vangenisstraf gestraft.
3. Wie in het bezette gebied gewelddaden
van een of andere aard jegens de Duitsche
Weermacht of haar leden pleegt, wordt met
doodstraf gestraft.
Oppercommandant des Legers.
Bekanntmachung für das besetzte Gebiet
vom 10. 5. 1940.
Auf Grund der mir vom Oberbefehlshaber
des Heeres erteilten Ermachtigung mache
ich bekannt
I. Die Deutsche Wehrmacht gewahrleistet
den Einwohnern volle Sicherheit ihrer Per
son und ihres Eigentums. Wer sich ruhig
und friedlich verhal':, hat nichts zu be-
fürchten.
II. Gewalttaten und Sabotageakte sind
mit den schwersten Strafen bedroht. Als
Sabotage wird auch jede Beschadig"ung oder
Entziehung von Ernteerzeugnissen, kriegs-
wichtigen Vorraten und Anlagen aller Art
sowie das Abreiszen und Beschadigen an-
geschlagener Bekanntmachungen gewertet.
Unter dem besonderen Schutz der Deut
schen Wehrmacht stehen Gas-, Wasser-
und Elektrizitatswerke, Eisenbahnen und
Schleusenanlagen sowie Kunstschatze.
III. Die Abgabe von Schuszwaffen und
Kriegsgerat ist durch besondere Bekannt
machung angeordnet. Für Erinnerungswaf-
fen ohne Gebrauchswert gilt diese Anord-
nung nicht. Jagdschuszwaffen sind unter
Kenntlichmachung von Name, Beruf und
Wohnung des Eigentiïmers bei dem für die
Aufbewahrung verantwortlichen Bürger-
meister abzuliefern.
IV. Kriegsgerichtlich geahndet wird
1. jede Unterstützung nichtdeutscher Mi-
litarpersonen im besetzten Gebiet
2. jede Hilfe bei der Flucht von Zivilper
sonen in das nichtbesetzte Gebiet
3. jede Nachrichter.übermittlung an Per
sonen oder Behörden auszerhalb des be
setzten Gebietes zum Schaden der Deut
schen Wehrmacht und des Reiches
4. jeder Verkehr mit Kriegsgefangenen
5. jede Beleidigung der Deutschen Wehr
macht und ihrer Befehlshaber
6. das Zusammenrotten auf der Strasze,
das Verbreiten von Flugschriften, die Ver-
anstaltung von öffentlichen Versammlungen
und Aufzügen, die nicht vorher von einem
deutschen Befehlshaber genehmigt worden
sind, sowie jede andere deutschfeindliche
Kundgebung
7. Verleitung zur Arbeitseinstellung, bös-
willige Arbeitseinstellung, Streik und Aus-
sperrung.
V. Die Staats- und Kommunalbehörden,
Polizei und Schulen haben weiterzuarbeiten.
Sie dienen damit der eigenen Bevölkerung.
Ihre Leiter sind für loyales Verhalten ge-
genüber der Besatzungsmacht verantwort-
lich. Die im öffentlichen Dienst arbeitenden
Personen erhalten ihre bisherigen Bezüge
weiter.
VI. Alle gewerblichen Betriebe, Handels-
geschafte und Banken sind im Interesse
der Bevölkerung' offenzuhalten. Grundloses
Schlieszen wird geahndet.
VII. Im Interesse einer geordneten und
gleichmaszigen Versorgung der Bevölke
rung hat jedes Hamstern von Waren des
taglichen Bedarfs (jede übermaszige Be-
vorratung) zu unterbleiben. Hamstern wird
als Sabotage gewertet. Der für den tagli
chen Lebensbedarf der Zivilbevölkerung
nötige Verkehr, insbesondere auch der
Marktverkehr, wird, soweit es die miïitari-
schen Verhaltnisse zulassen, nicht unter-
bunden werden. Produzenten und Handier
mit Waren des taglichen Bedarfs haben ihre
Tatigkeit fortzusetzen und die Waren dem
Verbrauch zuzuführen.
VIII. Die Erhöhung von Preisen und Ent-
gelten jeder Art sowie von Löhnen über den
Stand vom Tage der Besetzung hinaus ist
verboten, soweit nicht Ausnahmen aus-
drücklich zugelassen sind.
IX. Das Umrechnungsverhaltnis betragt
für die Niederlande 1 niederlandischer
Gulden 1,50 RM.
für Belgien 1 Belga 0,50 RM.
Die Anwendung eines anderen Umrech-
nungskurses ist strafbar. Für deutsche und
landeseigene Wahrung besteht Annahme-
zwang.
X. Die Truppe und ihre Angehörigen wer
den ihre Kaufe und ihre Arbeitsauftrage
usw. bar bezahlen. Nur bei Betragen über
500 RM. werden an Stelle der Barzahlung
Leistungsbescheinigungen ausgestellt und
von der deutschen Militarverwaltung ein-
gelöst werden.
Der Oberbefehlshaber des Heeresgruppe.
Bekendmaking voor het bezette gebied
dd 10 Mei 1940.
Bij machtiging van den Opperbevelheb
ber van het Duitsche Leger maak ik be
kend
I. De Duitsche Weermacht waarborgt de
inwoners volledige veiligheid van persoon
en eigendom. Wie zich rustig en vreed
zaam gedraagt, heeft niets te vreezen.
II. Gewelddaden en sabotageakten wor
den met de zwaarste straffen bedreigd. Als
sabotage wordt ook beschouwd: .elke be
schadiging' of het achterhouden van oogst-
produkten, voorraden en installaties aller
aard, die voor het bezettende leger van be
lang zijn, evenals het afscheuren of be
schadigen van plakbrieven of bekendma
kingen. Onder bijzondere bescherming van
de Duitsche Weermacht staan gas-, wa
ter- en electiiciteitswerken, spooiwegen en
sluizen evenals kunstwerken.
III. De inlevering van wapens en oor
logstuig is door bijzondere bekendmaking
bevolen. Voor herinneringswapens, buiten
gebruik, is deze verordening niet van
kracht. Jachtgeweren zijn onder opgave
van naam, beroep en woonplaats van den
eigenaar bij den burgemeester in te leve
ren, die voor de bewaring verantwoorde
lijk is.
IV. Door het krijgsgerecht wordt ge
straft
1. Elke ondersteuning van nietduitsche
militairen in het bezette gebied.
2. Iedere hulp verleend aan burgers,
welke het bezette gebied willen ontvluch
ten.
3. Elke inlichtingf verschaft aan perso
nen of instellingen 'buiten het bezette ge
bied, welke de Duitsche Weermacht of het
Rijk zou kunnen schaden.
4. Elk verkeer met krijgsgevangenen.
5. Elke beleediging van de Duitsche
Weermacht en van haar bevelhebbers.
6. Samenscholingen op de straat, het
verspreiden van vlugschriften, het beleg
gen van openbare vergaderingen en op
tochten, welke niet van tevoren door een
Duitsche bevelhebber toegelaten zijn, even-
