wfae doe£je coecLl
TWEEDE BLAD
Van Amstel en IJ.
De vogeltrek,
het ringen en nog wat.
MARKTBERICHTEN
VERGETEN.
BINNENLAND
da Ooimm
iOOGWATER TE VLISSINGEN
EN BRESKENS
Kruisende
p voegen
dagblad voor Zeelandwaarin opgenomen de
Breskensche Courant
Zaterdaq 11 Mei 1940 - No, 111
Feesten en vieringen. Het Pink
sterfeest. In zorgelijke tijden.
Een ernstige oproep tot de Am-
sterdamsche burgerij. Wanorde
lijkheden. Er schuilt iets achter.
Achteruitgang van het vreem-
delingenbezoek.
riezer dagen, ter gelegenheid van een
plechtige canonisatie te Rome, heeft de
paus gedenkwaardige woorden gesproken,
die ook weerklank hebben gevonden in een
deel der protestantsch-christelijke pers,
omdat zij velen als uit het hart gegrepen
zijn.
Het hoofd der katholieke kerk wees er
o.m. op dat heden ten dage maar al te zeer
uitsluitend naar aardsche genoegens wordt
gejaagd, zóó zelfs, dat in veler hart geen
plaats meer is voor andere, hoogere dingen.
Vandaar het verflauwen der liefde, zedelijk
verval, beroeringen, oorlogen.
Onwillekeurig kwamen ons deze ernstige
woorden in herinnering, toen op den Prin-
sessedag, terwijl de stad vroolijk vlagde en
het fraaie lenteweer een wandeling in het
gezellige centrum en de omgeving tot eén
genot maakte, er toch nog honderden wa
ren die haastig de stad ontvluchten om in
Haarlem „kermis te gaan houden." Daar
toonde men ten minste begrip te hebben
van wat een feestdag wezen moet."
In Amsterdam, Zaandam en Leiden had
men in verband met de zorgelijke tijden de
feestviering terecht beperktzoo wilde het
ook het Prinselijk echtpaar. Hoewel er toch
wel openbare muziekuitvoeringen, kinder
optochten en muzikale avondrondgangen
met fakkellicht plaats vonden. Maar neen,
dat was ten slotte een „dooie boel", daar
ging men niet mede accoord, en zoo zaten
eenige spoor- en tramtreinen in de richting
Haarlem 's middags en 's avonds dicht be
zet met Amsterdamsche feestgangers.
In de stad bemerkte men er weinig van,
duizenden hebben hetgeen ditmaal in be
scheiden vorm geboden werd, geapprecieerd,
en zijn niet minder feestelijk gestemd naar
huis gegaan dan anders.
Eenzelfde verschijnsel neemt men hier de
laatste jaren ook waar met betrekking tot
de algemeen erkende christelijke feestda
gen. Niemand zou ze gaarne willen missen,
doch de geestelijke beteekenis ervan, ont
gaat de massa. Het wordt op zulke dagen
in de groote stad een uittocht naar alle
plaatsen waar men overvloed van amuse
ment vindt. Verleden jaar lokte het kunste
naarscentrum Laren zelfs met een Pinkster-
kermesse d'été.
Moge het op de a.s. Pinksterdagen nu
eens niet zoo zijn. Wij beleven ernstige tij
den. De hu al voor de tweede maal getroffen
regeermgsmaatregelen wijzen bij hernieu
wing op het critieke van den internationa
len toestand en de noodzakelijkheid van
paraat te zijn.
Onder het motto „matiging", „bezinning"
is deze week ook een oproep tot de Amster
damsche burgerij gericht, waarin door
vooraanstaanden van verschillende geloof s-
en politieke richting op een waardige vie
ring van het Pinksterfeest wordt aange
drongen. Met waardeering zullen velen
hiervan kennis hebben genomen.
Immers zelfs voor hen die niets ge
voelen van wat op het Pinksterfeest essen
tieel is en van hoogere wijding spreekt
en tot hen richt de oproep zich valt er
thans iets te beleven. De blijdschap over de
verjonging der natuur, nu de lentebloemen
zoo heerlijk prijken, de bloesem alle vrucht-
boomen siert, is onveranderlijk verbonden
gebleven aan dit vernieuwingsfeest. Zich te
sieren met Pinksterbloemen is eeuwenoud.
Naar buiten te gaan, te genieten van al dat
frissche groen, zich te verlustigen in de
malsche weiden, waar het vee nu in zoo
rijken overvloed voedsel vindt dat alles
was ons volk eigen en heeft zich gehand
haafd tot op dezen dag.
De mentaliteit der menschen veranderde,
maar de behoefte aan wijding en de oude
lust, zich te verheugen over het bruidskleed
der Schepping, bleef bij de meesten en leidt
ook heden nog tot innigen dank.
Met een enkel woord wezen wij dezer
dagen reeds op de ongeregeldheden die zich
telkens in de stad voordoen, wanneer de
militaire politie zich genoodzaakt ziet mili
tairen aan te houden die óf hun meerderen
niet behoorlijk salueeren óf zich op verbo
den terrein begeven, in dit geval de be
ruchte buurt in de omgeving van den .Ach
terburgwal.
Naar men weet heeft de burgemeester
onlangs in een proclamatie tot de burgerij
een beroep gedaan op aller medewerking
om gemeente- en militaire politie bij de
uitoefening van haar toch reeds zware taak
te steunen door zich bij arrestaties van
iedere inmenging te onthouden. Wie meent
dat er onrecht geschiedt, kan zich daarover
bij de bevoegde autoriteiten beklagen.
Aanvankelijk heeft deze proclamatie een
gunstige uitwerking gehad en vernam men
weinig meer van verzet, totdat een dezer
avonden opnieuw ongeregeldheden zijn
voorgekomen en zelfs van ernstigen aard
waarbij de belhamels echter gevoelige
klappen hebben opgeloopen.
Het was wel jammer dat zich op het mo
ment van deze schermutseling wij pas
seerden toevallig de Munt nog vele wan
delaars in het centrum bevonden. Gewoon
lijk is het daar tegen 10 uur al vrij stil, doch
de vele honderden die juist de vijf bioscopen
in de omgeving hadden verlaten, zagen zich
nu onwillens midden in het tooneel van den
strijd geplaatst. Een deel der kwaadwilligen
maakte hiervan gebruik door zich onder
het publiek te mengen en alzoo een arresta
tie of klap met de sabel te ontgaan. Geluk
kig liep geen der onschuldigen ernstig let
sel op.
Intusschen ishet niet onopgemerkt ge
bleven dat aan deze relletjes, die zich nu al
eenige malen in de stad hebben voorgedaan,
steeds samenscholingen van jeugdige per
sonen zijn voorafgegaan. Rembrandtplein en
Munt waren in den regel de verzamelplaat
sen en vandaar werden dan op verren af
stand de patrouilles gevolgd om op een ge
schikt moment te kunnen intimideeren.
Nu-de autoriteiten hiervan door burgers
op de hoogte zijn gesteld, mag men aanne
men dat strènge maatregelen tegen de rust
verstoorders zullen worden genomen.
De militaire patrouilles verrichten hier
een nuttig werk. In de eerste plaats in ze
delijk opzicht, daar zij er voor waken dat
militairen, meestal jong en onervaren, on
bekend ook met de gevaren die hier dreigen,
donker Amsterdam betreden. Men neemt
zich voor, eens een vluchtig kijkje te nemen
in deze lugubere buurt, doch een nadere
kennismaking met de ongure elementen
daar, blyft meestal niet uit en sleept, on
danks de beste voornemens, steeds de ellen
digste gevolgen na zich.
Anderzijds heeft ook de goedgezinde bur
gerij groot belang bij de militaire patrouil
les, daar op de gedragingen der militairen,
zoowel langs den weg als in lokalen, nauw
keurig wordt toegezien.
Ongetwijfeld weet Amstels burgerij dat
in meerderheid ook wel te waardeeren. Het
tegengaan van groepvorming en „volgen" in
de binnenstadde taak der politie zal
er verder toe kunnen bedragen, voortaan
een rustig verloop der militaire patrouillee
ring te verzekeren.
De vooruitzichten van het Amsterdam
sche hotel- en restaurantbedrijf zijn voor
den a.s. zomer weinig gunstig te noemen.
Het voorjaar is al begonnen met een be
langrijken schadeposthet uitblijven van
Engelsche toeristen, die anders in April en
begin Mei onze musea bezoeken, doch thans
in meerderheid wegbleven, omdat de be
langrijkste collecties van het Rijksmuseum
opgeborgen zijn. Werden anders door vreem
delingen van verschillende nationaliteit onze
bollenvelden bezocht, waarvoor dan Am
sterdam als uitgangspunt werd gekozen, in
de afgeloopen weken bleken in slechts en
kele hotels kamers door vreemde toeristen
besproken, zoodat ook de bloemenweken te
leurstelden. Eenige antiquaires hebben in
verband met dit geringe bezoek hun zaken
gesloten. De gidsen, bekende typen van het
Museumplein, kwamen in den steun.
Voor den a.s. zomer bestaan er hier in het
geheel geen verwachtingen, tenzij de weers
gesteldheid, bijv. langdurige regen, het lan
delijk bezoek aan Amsterdam mocht bevor
deren. Voor de duizenden logeerenden aan
zee of in de bosschen is dit zeker niet te
wenschen, men voorspelt trouwens dat
de zomer van 1940 warm en droog zal zijn.
Economisch staat Amsterdam er niet
slecht voor. In alle fabrieken en werkplaat
sen neemt men groote bedrijvigheid waar,
hetgeen ook blijkt uit de vele aanvragen om
personeel. De Zaansche nijverheid werkt
nog op volle kracht, zooals voor de mobili
satie. Een gelukkig verschijnsel. Ook de
koopkracht blijft naar hét oordeel van den
middenstand bevredigend. Zoo zijn er na
Januari in de Kalverstraat weer drie nieu
we winkelpanden met groot personeel ge
opend, w.o. twee op het gebied van dames
mode en een van schoenwerk. Een vierde is
in aanbouw. Van opheffing van winkels
verneemt men nergens in de stad.
Dat tot heden de resultaten in zaken en
bedrijfsleven nog vrij gunstig zijn, schrijft
men vooral toe aan de maatregelen tegen
ongeoorloofde prijsopdrijving en hamsteren,
waardoor een normale toestand werd be
houden.
Corres Pondent.
Zoo heeft b.v. dr. L. opgemerkt, dat een
troep postduiven, opgelaten bij een
in werking zijnd Radiostation, haar weg
huiswaarts niet kon vinden, maar da£ zulks
wel gelukte, zoodra het station de uit
zending stop zette.
In een laboratorium kwam op een mor
gen eeii vrouwelijk exemplaar van de
Pauwoog-vlinder uit haar cocon. Kort
daarna verschenen mannelijke exemplaren
van deze soort tegen de ramen van de
zaal, waarin het jeugdige vrouwtje ver
toefde. Deze vlinder was zeer zeldzaam
daar in de omgeving, terwijl van reuk geen
sprake kon zijn; ook was de wind mee.
Met pas uitgekomen vlinders van de
eikenspan-rups was dit ook het geval. Hij
vraagt zich dan ook af, of het gehooror
gaan van duiven en andere dieren nu wel
licht zoo geconstrueerd is, dat zij ont
vankelijk zijn voor trillingen, die over
eenkomst hebben met radiogolven? «Vie
zal Let zeggen?
In ieder geval lijkt mij de oplossing
dèArvan, als zooiets kon gevonden worden,
belangrijk, meer wetenswaardig, dan het
voldoen aan de nieuwsgierige vraag, waar
gaan die dieren toch heen?
Maar wanneer vogels zoo ingesteld zijn
op andere wezens of hun nestplaatsen van
het vorig jaar, zouden dan ook andere
dieren, b.v. zoogdieren ook niet zoo ver
bonden kunnen zijn
Laat mij U eenige voorbeelden geven:
Het was in 1830, dat een naamgenoot als
officier der infanterie een cantonnement
moest betrekken in Brabant en daartoe
als gezelschap zijn hond medenam. Het
reizen door Nederland was in die dagen
geen pretje en zoo'n tocht duurde dan ook,
zooals zooveel verhalen ons daarvan ver
tellen, verscheidene dagen. Dit weerhield
Juno dit was den naam van den hond
niet, om na eenigen tijd de beenen te
nemen en naar huis te wandelen waar hij
veilig aankwam. Dit baarde toen groot
opzien en is zoo tot nu toe in de herinne
ring bewaard gebleven.
Dat een hond, die in Amerika van East
St. Louis, Illinois, verhuisd was naar Owen
in Wisconsin, een afstand van ongeveer 900
kilometer, de terugtocht aanvaardde en in
derdaad zijn oude tehuis terug vond, na een
tijdsverloop van ongeveer 35 dagen, zult
U zeker wel niet kunnen gelooven, maar
toch heeft „Sheps" afkorting van Shep-
hard schaapherder dit volbracht. On-
noodig te zeggen, dat het trouwe dier toen
meer dood dan levend was en zijn voet
zolen tot bloed beloopen waren: een huil-
partij van de gansche familie met den
hond samen bleef niet uit. Dat men hem
herkende, was te danken aan een knob
beltje in de staart, ontstaan door een
breuk, terwijl natuurlijk een zorgzame ve
terinaire verzorging volgde.
Maar niet alleen van honden zijn zulke
sterke staaltjes te vertellen, alhoewel de
af te leggen weg niet in vergelijking kan
komen.
Het is ongeveer een jaar of twee gele
den, dat op ons bureau, Prinses Maria-
straat 40, de telefoon rinkelde en een stem
mededeelde
„Wij zijn verhuisd uit Wassenaar
naar hier Den Haag. Wij lieten onze
poes achter, want wij wilden dat beest niet
langer' houden en nu heeft het dier ons
hier gevonden. Wat moeten wij nu doen?"
„U schamen over uw gedrag! Wij
zullen het trouwe diertje aanstonds bij U
laten halen".
Zoo geschiedde en toen het veilig op „40"
was aangeland, ging de telefoon naar den
anderen kant en daar klonk:
„U zult zeker wel willen weten, waar
om wij zoo vlug die poes hebben laten
halen. Ik wil U zeggen, dat wij dat diertje
geen oogenblik langer aan U toevertrouw
den. Dag meneer!"
Nu vraagt U zich zeker af, wat deze
verhalen met den vogeltrek te maken heb
ben. Dat is ook niet zoo zeer het geval,
maar U zult toegeven, dat er 4ets geheim
zinnigs is in het afleggen van die onbe
kende wegen.
Die hond van Brabant naar Amersfoort
over al die rivieren en in tegenovergestel
de richting yan de heenreis, mogelijk in
een huifkar of diligence afgelegd.
Die hond üit Amerika per trein van de
eene naar de andere plaats gebracht.
En die kat, die in het geheel niet wist
waar de familie heen gegaan was.
Zouden deze dieren ook niet radio-actief
met hun families verbonden zijn geweest?
In ieder geval is het weer iets heerlyks
en fijns uit Gods prachtige schepping.
Wij lezen in het maandblad Dierenbe
scherming:
Eenigen tijd geleden sprak ik in dit blad
mijn afkeuring uit over het ringen van vo
gels. Naar mijn bescheiden oordeel kan
men zulks niet genoeg doen, want het is
wreed. Luister maar:
Men begint met duizenden nesten te ver
storen, om de nestjongen te ringen. Hoe
veel daarvan blijven er in leven?
Dan moet men ze ergens in het Zuiden
opvangen ofdoodschieten om te weten
te komen met welken vogel men te doen
heeft. Dan moet men dit hier te lande of
waar men deze proeven nog meer neemt
en dat is op tallooze plaatsen van dit
werelddeelook doen voor zoover ze
te. ïgkomen. Dit is dus ten minste drie
maal. En waarom? Uit louter nieuwsgie
righeid. Nut heeft het geenszins te weten,
dat ooievaars veelal naar Egypte gaan;
nachtegalen zelfs naar het hartje van
Afrika; nog eens duizenden naar Italië,
om aan de Zuidzijde van de Alpen opge
vangen en daarna voor de tafel gebruikt
te worden.
Welk nut heeft dat; wat wil men er
mede bereiken Men kan er toch nooit
iets aan veranderen en waartoe zou het
ook dienen!
Maar er is een ander vraagstuk, waar
men nooit achter zal komen, n.l. de eigen
schap van een vogel noem het in
stinct om den weg te vinden, dien hij
nooit gegaan is, naar een plaats, waar hij
nooit geweest is en waar hy zijn moet.
Wij noemen dat de volgeltrek, heen en
terug. Hier is nog nooit iemand achter
gekomen en niemand zal dit ook wel ooit
doen.
Nu kan men wel tegenwerpen, dat men
zonder onderzoek of waarneming niets be
reikt; maar als men eenmaal weet, dat
b.v. ooievaars naar Egypte trekken, waarom
dan nog jaarlijks doorgegaan met zoovele
dieren te mishandelen of te verderven, en
kel en alleen om tot hetzelfde resultaat
te komen.
Dit is alles nutteloos en wreed gedoe.
Van het naar huis terugvliegen van dui
ven over een afstand van honderden kilo
meters heeft men nog nooit een oplossing
kunnen geven.
Het merkwaardige van het geval is nog.
dat bij zoogdieren iets dergelijks kan wor
den opgemerkt, waarvan ik aan het eind
van dit opstel U eenige typische voorbeel
den wil geven.
Eenigen tijd geleden las ik in „Uit
komst", orgaan van de Vereeniging voor
natuurgeneeswijze, een artikel van dr.
Hettema, dat mij zeer belangrijk voor
komt. Hij verhaalt hierin, dat dr. Lakhovs-
ky getracht heeft wat meer te weten te
komen over het instinct bij de dieren, iets
waarvan men nog zoo weinig of niets af
weet.
GROENTENVEILING MIDDELBURG.
Nieuwe aardappelen Mitlothiams 22
46 ct., poters 1842 ct., Snijsla 58 ct.,
spinazie 311 ct., postelein 1726 ct., zu
ring 25 ct., witlof 57 ct., andijvie 210
ct., uien 2Yz ct., prei 3%7 ct., alles per
K.G. peeën 6 Yt17 ct.„ rapen 1 ct., raap
stelen Yz1 ct., selderie 25 ct., peterselie
3 ct., rabarber 12 Yz ct., radijs 12 ct.,
rammenas 24 Yz ct, alles per bos bloem
kool 534 ct., kropsla 27 ct., aardbeien
13 ct., alles per stuk bloemen Narcis
sen 37 ct., tulpen 214 ct., seringen 5 ct.,
alles per bos cineraria's 5—8 ct., veroni-
cum 17 ct., violen 79 ct., alles per stuk.
Als men veertien dagen dienst doet
aan de grenzen van ons land
en men mag dan niet naar huis toe,
nou, dan komt dat in de krant
Want alleen bij hooge noodzaak
trekt men de verloven in.
De soldaat is immers ook vaak
Vader van een huisgezin?
Als een Mokummer twee weken
in de werkverschaffing staat
en hij kan dan niet naar huis toe,
gaan er vragen naar den Raad
Want een mensch heeft recht op leven
daar steekt heusch geen schande in
en zoo reizen ook die werkers
's Zaterdags aar hun gezin.
Als een tram-man 's Zondags dienst heeft
toont het publiek steeds medelij
door met hartelijkheid te zeggen
„Wat een sof-baantje heb jij
Want als ieder naar Blauw-Wit wil,
of ze gaan de duinen in,
staat die stakker maar te rijden,
losgerukt van zijn gezin.
Maar als Jan de Zeeman monstert
voor een reis van zeven week
en het worden achttien maanden,
och, dan raakt geen mensch van streek.
Want geen mensch denkt zich de hardheid
van het zeemansleven in.
Men vergeet dat ook de zeeman
Recht heeft op zijn huisgezin 1
EEN OUD-VLISSINGER.
m.s. „Columbia".
New-York, 22—1—1940.
DE NEDERLANDSCHE RADIO-
OMROEP,
lederen dag zendt 1 vereeniging uit.
De vier Nederlandsche omroepvereeni-
gingen zijn in overleg met de regeering
overeengekomen, eiken dag slechts één
vereeniging te belasten met de /erzorging
van het programma, behalve op Zondag,
Dan zal een deel van den zendtijd aan
N.C.R.V., K.R.O. en de V.P.R.O. worden
afgestaan ter verzorging van de Gods
dienstuitzendingen. De nieuwe regeling
gaat vandaag in. De A.V.R.O. zorgt van
daag voor de uitzending, morgen de
K.R.O., Maandag de N.C.R.V., Dinsdag
de V.A.R.A.
Deze volgorde wordt tot nader order ge
handhaafd.
P
P
..U/IJ 0£ KIND£RW/3G£N
i
Waar „Ons Kleintje" ook belandt,
't Valt in 't oog van eiken klant, g
Tot 5 regels 50 cent
iedere regel meer 10 cent.
Derde plaatsing gratis.
L1CH1 OP VOOR AU I O'S,
FIETSEN EN VOERTUIGEN
Zaterdag
Mei
11
8.11
Zaterdag
Mei
11
3.36
15.56
FEUILLETON
Daar had zij Lisaweta van haar laatste
ongelukkige liefde verteld daar hadden
zij samen haar toekomstplannen gesmeed,
plannen, waarin rijkdom, liefde en geluk en
natuurlijk ook een ongelooflijk mooie
auto een belangrijke rol speelden. Maar
nu, op dit oogenblik, werd de kleine
Ninette het zich plotseling eerst bewust:
Lisaweta had eigenlijk alleen maar ge
luisterd zelfs in haar glimlach had
altijd iets geheimzinnigs, iets smartelijks
gelegen.
„Kunnen wij mischien nog iets voor je
doen?" vroeg Lucilla.
„Als je een taxi wilt laten komen en wat
geld voor me zou kunnen wisselen ik
moet madame Bonier nog een paar klei
nigheden betalen."
De beide meisjes verlieten het vertrek.
Toen zij de trap afgingen, kwam haar
iemand 'tegemoet, een zéér charmante
jongedame in een zwart-wit gestreept
mantelcostuum.
„Pardon kom ik hier bij mademoiselle
Von Bemekamp?" vroeg zij in hetFransch.
„Ja zeker, madame, een trap hooger,
links. Er zit een kaartje op de deur."
Lucilla had vriendelijk de verlangde in
lichtingen gegeven, maar Ninette staarde
de vreemdelinge na tot zij om een bocht
van de trap was verdwenen.
„Lucilla, die ken ik! Die was vanmorgen
bij madame Trubetzkoy. Er moet iets bij
zonders aan de hand zijn geweest, anders
zou Helena niet midden in een belangrijke
bespreking met monsieur Ferrand naar
haar toe zijn gegaan en later ik her
inner het me nu heel goed was Helena
volkomen uit haar gewone doen. Zij moet
zich verschrikkelijk hebben geërgerd
het moet met da- bezoek en met Lisaweta
verband houden."
„Ach jij altijd met je dwaze gevolg
trekkingen!" Lucilla kende Ninette's le
vende fantasie. Zy had nu geen zin zich
daarmee bezig te houden; haar zorg om
Lisaweta nam haar geheel in beslag.
In haar haast om weg te komen, had
den de beide meisjes de deur van Lisawe-
ta's kamer op een kier laten staan. Er
zou nu immers toch Wél niemand meer
komen.
Lisaweta zelf lag voor haar koffer ge
knield. Met een klikkend geluid viel het
deksel in het slot. Zij voelde zich plotseling
zoo moe. Waar zou zij heengaan? Wat
moest er van haar worden? Zij wist het
niet Het leven had voor haar niets aan
trekkelijks meer. Maar zij moest flink zijn;
zij had immers wel moeilijker dagen ge
kend, daarginds in Rusland. Of was dat
misschien toch niet moeilijker te dragen
geweest? Het leek haar nu, of de mate-
rieele zorgen, die ze in Moskou gekend
had, niet opwogen tegen den psychischen
nood, waaraan zij zich nu ten prooi voelde.
Zij vocht met haar tranen. Daar hoorde
zij buiten voetstappen. Dat moesten Lucil
la en Ninette zijn nu niet zwak worden!
Zij wischte haar oogen af.
„Alles bezorgd?" riep ze, tevergeefs
trachtend haar stem eenige vastheid te
geven. Maar toen zij omkeek, trad zij on
willekeurig een stap achteruit. In plaats
van haar beide vriendinnen stond daar een
vreemde.
„Wat wenscht u?" stamelde Lisaweta.
In het knappe poppengezicht van haar be
zoekster was iets, dat haar vrees aanjoeg.
Deze antwoordde met een wedervraag:
„Bent u Lisaweta Finschow?"
Neen, wilde Lisaweta zeggen. De naam
Finschow lag al zoover achter haar. Maar
op het laatste oogenblik bedacht zij zich.
„Ja".
„U geeft het dus toe!" constateerde de
onverwachte bezoekster spottend. „Met den
naam Bernekamp wil het zeker niet al te
goed meer? De politie is u zeker op het
spoor?"
Lisaweta vermocht geen woord over
haar lippen te brengen. Was die vrouw
krankzinnig? Wie was ze eigenlijk? Lisa
weta had haar nooit eerder gezien.
„Het ib volkomen nutteloos om mij wat
voor te liegen", nam de bezoekster weer
het woord. „Als u misschien niet mocht
weten, wie ik ben mijn naam is Daisy
iJohr, ik ben de verloofde van Robert
Eschberg!"
Lisaweta tastte naar het tafeltje achter
haar. Zrj moest iets hebben, waaraan zij
zich kon vast houden. De verloofde van
Robert Eschberg?
Plotseling stond alles haar weer zoo
helder voor den geest, alsof zy het pas
dezen dag had beleefd: die vreeselijke
oogenblikken, waarin Robert haar achter
het gordijn in de kamer van zyn hotel had
ontdekt, haar angst om Alexei, haar ont
wakende liefde voor Robert, him over
haaste vlucht uit Moskou, dc kwellende
gedachte te moeten liegen, die paar ge
lukkige uren in Londen, de eenige kus,
haar vlucht naar Parijs Angstig
staarde zij Daisy aan.
„Ik behoef u zeker wel geen tekst en
uitleg te geven over hetgeen u zelf al wel
bekend zal zijn, juffrouw Finschow", be
gon Daisy, uiterlijk volkomen kalm. maar
innerlijk trillend van nauw bedwongen
woede. „Ik wil u maar één ding zeggen:
Wanneer u het waagt hier nog langer
onder een valschen naam op te treden, of
wanneer u nog eenmaal zoudt probeeren
met mijn verloofde in relatie te treden,
dan weet u, wat u te wachten staat. De
politie zal zich stellig voor u interesseeren.
Een dievegge, die 's nachts hotelkamers
binnen dringt, wordt ook bier niet als een
politieke vluchtelinge behandeld en geniet
derhalve niet het gebruikelijke asylrecht.
Ik heb my zeer nauwkeurig van een en
ander op de hoogte gesteld!" Haar stem
was allengs luider geworden. Tijdens het
spreken scheen zij zich meei en meer op
te winden. In haar oogen lag een felle
haat, die Lisaweta het laatste restje zelf
vertrouwen ontnam.
De geheele kamer scheen met haar rond
te draaien; het was, of de vloer onder haar
voeten wegzonk. Zij klemde zich kramp
achtig aan het tafeltje vast, maar ook dat
bood geen steunpunt meer. Haar voeten
weigerden hun dienst, zij wankelde, greep
met haar steun zoekende handen in de
ruimteHet tafeltje trok zij mee in
haa* val.
In het allerlaatste oogenblik zag Lisa
weta, hoe het kleine Koerganbeeldje haar
kostbaarste bezit, dubbel kostbaar, omdat
zy het van Robert ad terug gekregen,
omlaag viel. Het geraakte tusschen den
koffer en het omgevallen tafeltje beklemd
en brak met Lol gekraak doormidden. In
twee vrijwel gelijke helften lag het beeldje
op den grond; een handvol fonkelende
steenen rolde eruit.
Daisy scheen even verbaasd, maar on
middellijk overzag zij reeds weer op haar
wijze de volle beteekenis van het incident.
„Ach!" riep ze, cynisch lachend, „dat is
buitengewoon interessant! Heb je nog meer
van die geheime schuilplaatsen voor bril-
lianten? Waar heb je die nu weer ge
stolen? Maar nu is het genoeg; ik ga dc
politie waarschuwen!"
(Wordt vervolgd.)