wfae doe£je coecLl TWEEDE BLAD Van Amstel en IJ. De vogeltrek, het ringen en nog wat. MARKTBERICHTEN VERGETEN. BINNENLAND da Ooimm iOOGWATER TE VLISSINGEN EN BRESKENS Kruisende p voegen dagblad voor Zeelandwaarin opgenomen de Breskensche Courant Zaterdaq 11 Mei 1940 - No, 111 Feesten en vieringen. Het Pink sterfeest. In zorgelijke tijden. Een ernstige oproep tot de Am- sterdamsche burgerij. Wanorde lijkheden. Er schuilt iets achter. Achteruitgang van het vreem- delingenbezoek. riezer dagen, ter gelegenheid van een plechtige canonisatie te Rome, heeft de paus gedenkwaardige woorden gesproken, die ook weerklank hebben gevonden in een deel der protestantsch-christelijke pers, omdat zij velen als uit het hart gegrepen zijn. Het hoofd der katholieke kerk wees er o.m. op dat heden ten dage maar al te zeer uitsluitend naar aardsche genoegens wordt gejaagd, zóó zelfs, dat in veler hart geen plaats meer is voor andere, hoogere dingen. Vandaar het verflauwen der liefde, zedelijk verval, beroeringen, oorlogen. Onwillekeurig kwamen ons deze ernstige woorden in herinnering, toen op den Prin- sessedag, terwijl de stad vroolijk vlagde en het fraaie lenteweer een wandeling in het gezellige centrum en de omgeving tot eén genot maakte, er toch nog honderden wa ren die haastig de stad ontvluchten om in Haarlem „kermis te gaan houden." Daar toonde men ten minste begrip te hebben van wat een feestdag wezen moet." In Amsterdam, Zaandam en Leiden had men in verband met de zorgelijke tijden de feestviering terecht beperktzoo wilde het ook het Prinselijk echtpaar. Hoewel er toch wel openbare muziekuitvoeringen, kinder optochten en muzikale avondrondgangen met fakkellicht plaats vonden. Maar neen, dat was ten slotte een „dooie boel", daar ging men niet mede accoord, en zoo zaten eenige spoor- en tramtreinen in de richting Haarlem 's middags en 's avonds dicht be zet met Amsterdamsche feestgangers. In de stad bemerkte men er weinig van, duizenden hebben hetgeen ditmaal in be scheiden vorm geboden werd, geapprecieerd, en zijn niet minder feestelijk gestemd naar huis gegaan dan anders. Eenzelfde verschijnsel neemt men hier de laatste jaren ook waar met betrekking tot de algemeen erkende christelijke feestda gen. Niemand zou ze gaarne willen missen, doch de geestelijke beteekenis ervan, ont gaat de massa. Het wordt op zulke dagen in de groote stad een uittocht naar alle plaatsen waar men overvloed van amuse ment vindt. Verleden jaar lokte het kunste naarscentrum Laren zelfs met een Pinkster- kermesse d'été. Moge het op de a.s. Pinksterdagen nu eens niet zoo zijn. Wij beleven ernstige tij den. De hu al voor de tweede maal getroffen regeermgsmaatregelen wijzen bij hernieu wing op het critieke van den internationa len toestand en de noodzakelijkheid van paraat te zijn. Onder het motto „matiging", „bezinning" is deze week ook een oproep tot de Amster damsche burgerij gericht, waarin door vooraanstaanden van verschillende geloof s- en politieke richting op een waardige vie ring van het Pinksterfeest wordt aange drongen. Met waardeering zullen velen hiervan kennis hebben genomen. Immers zelfs voor hen die niets ge voelen van wat op het Pinksterfeest essen tieel is en van hoogere wijding spreekt en tot hen richt de oproep zich valt er thans iets te beleven. De blijdschap over de verjonging der natuur, nu de lentebloemen zoo heerlijk prijken, de bloesem alle vrucht- boomen siert, is onveranderlijk verbonden gebleven aan dit vernieuwingsfeest. Zich te sieren met Pinksterbloemen is eeuwenoud. Naar buiten te gaan, te genieten van al dat frissche groen, zich te verlustigen in de malsche weiden, waar het vee nu in zoo rijken overvloed voedsel vindt dat alles was ons volk eigen en heeft zich gehand haafd tot op dezen dag. De mentaliteit der menschen veranderde, maar de behoefte aan wijding en de oude lust, zich te verheugen over het bruidskleed der Schepping, bleef bij de meesten en leidt ook heden nog tot innigen dank. Met een enkel woord wezen wij dezer dagen reeds op de ongeregeldheden die zich telkens in de stad voordoen, wanneer de militaire politie zich genoodzaakt ziet mili tairen aan te houden die óf hun meerderen niet behoorlijk salueeren óf zich op verbo den terrein begeven, in dit geval de be ruchte buurt in de omgeving van den .Ach terburgwal. Naar men weet heeft de burgemeester onlangs in een proclamatie tot de burgerij een beroep gedaan op aller medewerking om gemeente- en militaire politie bij de uitoefening van haar toch reeds zware taak te steunen door zich bij arrestaties van iedere inmenging te onthouden. Wie meent dat er onrecht geschiedt, kan zich daarover bij de bevoegde autoriteiten beklagen. Aanvankelijk heeft deze proclamatie een gunstige uitwerking gehad en vernam men weinig meer van verzet, totdat een dezer avonden opnieuw ongeregeldheden zijn voorgekomen en zelfs van ernstigen aard waarbij de belhamels echter gevoelige klappen hebben opgeloopen. Het was wel jammer dat zich op het mo ment van deze schermutseling wij pas seerden toevallig de Munt nog vele wan delaars in het centrum bevonden. Gewoon lijk is het daar tegen 10 uur al vrij stil, doch de vele honderden die juist de vijf bioscopen in de omgeving hadden verlaten, zagen zich nu onwillens midden in het tooneel van den strijd geplaatst. Een deel der kwaadwilligen maakte hiervan gebruik door zich onder het publiek te mengen en alzoo een arresta tie of klap met de sabel te ontgaan. Geluk kig liep geen der onschuldigen ernstig let sel op. Intusschen ishet niet onopgemerkt ge bleven dat aan deze relletjes, die zich nu al eenige malen in de stad hebben voorgedaan, steeds samenscholingen van jeugdige per sonen zijn voorafgegaan. Rembrandtplein en Munt waren in den regel de verzamelplaat sen en vandaar werden dan op verren af stand de patrouilles gevolgd om op een ge schikt moment te kunnen intimideeren. Nu-de autoriteiten hiervan door burgers op de hoogte zijn gesteld, mag men aanne men dat strènge maatregelen tegen de rust verstoorders zullen worden genomen. De militaire patrouilles verrichten hier een nuttig werk. In de eerste plaats in ze delijk opzicht, daar zij er voor waken dat militairen, meestal jong en onervaren, on bekend ook met de gevaren die hier dreigen, donker Amsterdam betreden. Men neemt zich voor, eens een vluchtig kijkje te nemen in deze lugubere buurt, doch een nadere kennismaking met de ongure elementen daar, blyft meestal niet uit en sleept, on danks de beste voornemens, steeds de ellen digste gevolgen na zich. Anderzijds heeft ook de goedgezinde bur gerij groot belang bij de militaire patrouil les, daar op de gedragingen der militairen, zoowel langs den weg als in lokalen, nauw keurig wordt toegezien. Ongetwijfeld weet Amstels burgerij dat in meerderheid ook wel te waardeeren. Het tegengaan van groepvorming en „volgen" in de binnenstadde taak der politie zal er verder toe kunnen bedragen, voortaan een rustig verloop der militaire patrouillee ring te verzekeren. De vooruitzichten van het Amsterdam sche hotel- en restaurantbedrijf zijn voor den a.s. zomer weinig gunstig te noemen. Het voorjaar is al begonnen met een be langrijken schadeposthet uitblijven van Engelsche toeristen, die anders in April en begin Mei onze musea bezoeken, doch thans in meerderheid wegbleven, omdat de be langrijkste collecties van het Rijksmuseum opgeborgen zijn. Werden anders door vreem delingen van verschillende nationaliteit onze bollenvelden bezocht, waarvoor dan Am sterdam als uitgangspunt werd gekozen, in de afgeloopen weken bleken in slechts en kele hotels kamers door vreemde toeristen besproken, zoodat ook de bloemenweken te leurstelden. Eenige antiquaires hebben in verband met dit geringe bezoek hun zaken gesloten. De gidsen, bekende typen van het Museumplein, kwamen in den steun. Voor den a.s. zomer bestaan er hier in het geheel geen verwachtingen, tenzij de weers gesteldheid, bijv. langdurige regen, het lan delijk bezoek aan Amsterdam mocht bevor deren. Voor de duizenden logeerenden aan zee of in de bosschen is dit zeker niet te wenschen, men voorspelt trouwens dat de zomer van 1940 warm en droog zal zijn. Economisch staat Amsterdam er niet slecht voor. In alle fabrieken en werkplaat sen neemt men groote bedrijvigheid waar, hetgeen ook blijkt uit de vele aanvragen om personeel. De Zaansche nijverheid werkt nog op volle kracht, zooals voor de mobili satie. Een gelukkig verschijnsel. Ook de koopkracht blijft naar hét oordeel van den middenstand bevredigend. Zoo zijn er na Januari in de Kalverstraat weer drie nieu we winkelpanden met groot personeel ge opend, w.o. twee op het gebied van dames mode en een van schoenwerk. Een vierde is in aanbouw. Van opheffing van winkels verneemt men nergens in de stad. Dat tot heden de resultaten in zaken en bedrijfsleven nog vrij gunstig zijn, schrijft men vooral toe aan de maatregelen tegen ongeoorloofde prijsopdrijving en hamsteren, waardoor een normale toestand werd be houden. Corres Pondent. Zoo heeft b.v. dr. L. opgemerkt, dat een troep postduiven, opgelaten bij een in werking zijnd Radiostation, haar weg huiswaarts niet kon vinden, maar da£ zulks wel gelukte, zoodra het station de uit zending stop zette. In een laboratorium kwam op een mor gen eeii vrouwelijk exemplaar van de Pauwoog-vlinder uit haar cocon. Kort daarna verschenen mannelijke exemplaren van deze soort tegen de ramen van de zaal, waarin het jeugdige vrouwtje ver toefde. Deze vlinder was zeer zeldzaam daar in de omgeving, terwijl van reuk geen sprake kon zijn; ook was de wind mee. Met pas uitgekomen vlinders van de eikenspan-rups was dit ook het geval. Hij vraagt zich dan ook af, of het gehooror gaan van duiven en andere dieren nu wel licht zoo geconstrueerd is, dat zij ont vankelijk zijn voor trillingen, die over eenkomst hebben met radiogolven? «Vie zal Let zeggen? In ieder geval lijkt mij de oplossing dèArvan, als zooiets kon gevonden worden, belangrijk, meer wetenswaardig, dan het voldoen aan de nieuwsgierige vraag, waar gaan die dieren toch heen? Maar wanneer vogels zoo ingesteld zijn op andere wezens of hun nestplaatsen van het vorig jaar, zouden dan ook andere dieren, b.v. zoogdieren ook niet zoo ver bonden kunnen zijn Laat mij U eenige voorbeelden geven: Het was in 1830, dat een naamgenoot als officier der infanterie een cantonnement moest betrekken in Brabant en daartoe als gezelschap zijn hond medenam. Het reizen door Nederland was in die dagen geen pretje en zoo'n tocht duurde dan ook, zooals zooveel verhalen ons daarvan ver tellen, verscheidene dagen. Dit weerhield Juno dit was den naam van den hond niet, om na eenigen tijd de beenen te nemen en naar huis te wandelen waar hij veilig aankwam. Dit baarde toen groot opzien en is zoo tot nu toe in de herinne ring bewaard gebleven. Dat een hond, die in Amerika van East St. Louis, Illinois, verhuisd was naar Owen in Wisconsin, een afstand van ongeveer 900 kilometer, de terugtocht aanvaardde en in derdaad zijn oude tehuis terug vond, na een tijdsverloop van ongeveer 35 dagen, zult U zeker wel niet kunnen gelooven, maar toch heeft „Sheps" afkorting van Shep- hard schaapherder dit volbracht. On- noodig te zeggen, dat het trouwe dier toen meer dood dan levend was en zijn voet zolen tot bloed beloopen waren: een huil- partij van de gansche familie met den hond samen bleef niet uit. Dat men hem herkende, was te danken aan een knob beltje in de staart, ontstaan door een breuk, terwijl natuurlijk een zorgzame ve terinaire verzorging volgde. Maar niet alleen van honden zijn zulke sterke staaltjes te vertellen, alhoewel de af te leggen weg niet in vergelijking kan komen. Het is ongeveer een jaar of twee gele den, dat op ons bureau, Prinses Maria- straat 40, de telefoon rinkelde en een stem mededeelde „Wij zijn verhuisd uit Wassenaar naar hier Den Haag. Wij lieten onze poes achter, want wij wilden dat beest niet langer' houden en nu heeft het dier ons hier gevonden. Wat moeten wij nu doen?" „U schamen over uw gedrag! Wij zullen het trouwe diertje aanstonds bij U laten halen". Zoo geschiedde en toen het veilig op „40" was aangeland, ging de telefoon naar den anderen kant en daar klonk: „U zult zeker wel willen weten, waar om wij zoo vlug die poes hebben laten halen. Ik wil U zeggen, dat wij dat diertje geen oogenblik langer aan U toevertrouw den. Dag meneer!" Nu vraagt U zich zeker af, wat deze verhalen met den vogeltrek te maken heb ben. Dat is ook niet zoo zeer het geval, maar U zult toegeven, dat er 4ets geheim zinnigs is in het afleggen van die onbe kende wegen. Die hond van Brabant naar Amersfoort over al die rivieren en in tegenovergestel de richting yan de heenreis, mogelijk in een huifkar of diligence afgelegd. Die hond üit Amerika per trein van de eene naar de andere plaats gebracht. En die kat, die in het geheel niet wist waar de familie heen gegaan was. Zouden deze dieren ook niet radio-actief met hun families verbonden zijn geweest? In ieder geval is het weer iets heerlyks en fijns uit Gods prachtige schepping. Wij lezen in het maandblad Dierenbe scherming: Eenigen tijd geleden sprak ik in dit blad mijn afkeuring uit over het ringen van vo gels. Naar mijn bescheiden oordeel kan men zulks niet genoeg doen, want het is wreed. Luister maar: Men begint met duizenden nesten te ver storen, om de nestjongen te ringen. Hoe veel daarvan blijven er in leven? Dan moet men ze ergens in het Zuiden opvangen ofdoodschieten om te weten te komen met welken vogel men te doen heeft. Dan moet men dit hier te lande of waar men deze proeven nog meer neemt en dat is op tallooze plaatsen van dit werelddeelook doen voor zoover ze te. ïgkomen. Dit is dus ten minste drie maal. En waarom? Uit louter nieuwsgie righeid. Nut heeft het geenszins te weten, dat ooievaars veelal naar Egypte gaan; nachtegalen zelfs naar het hartje van Afrika; nog eens duizenden naar Italië, om aan de Zuidzijde van de Alpen opge vangen en daarna voor de tafel gebruikt te worden. Welk nut heeft dat; wat wil men er mede bereiken Men kan er toch nooit iets aan veranderen en waartoe zou het ook dienen! Maar er is een ander vraagstuk, waar men nooit achter zal komen, n.l. de eigen schap van een vogel noem het in stinct om den weg te vinden, dien hij nooit gegaan is, naar een plaats, waar hij nooit geweest is en waar hy zijn moet. Wij noemen dat de volgeltrek, heen en terug. Hier is nog nooit iemand achter gekomen en niemand zal dit ook wel ooit doen. Nu kan men wel tegenwerpen, dat men zonder onderzoek of waarneming niets be reikt; maar als men eenmaal weet, dat b.v. ooievaars naar Egypte trekken, waarom dan nog jaarlijks doorgegaan met zoovele dieren te mishandelen of te verderven, en kel en alleen om tot hetzelfde resultaat te komen. Dit is alles nutteloos en wreed gedoe. Van het naar huis terugvliegen van dui ven over een afstand van honderden kilo meters heeft men nog nooit een oplossing kunnen geven. Het merkwaardige van het geval is nog. dat bij zoogdieren iets dergelijks kan wor den opgemerkt, waarvan ik aan het eind van dit opstel U eenige typische voorbeel den wil geven. Eenigen tijd geleden las ik in „Uit komst", orgaan van de Vereeniging voor natuurgeneeswijze, een artikel van dr. Hettema, dat mij zeer belangrijk voor komt. Hij verhaalt hierin, dat dr. Lakhovs- ky getracht heeft wat meer te weten te komen over het instinct bij de dieren, iets waarvan men nog zoo weinig of niets af weet. GROENTENVEILING MIDDELBURG. Nieuwe aardappelen Mitlothiams 22 46 ct., poters 1842 ct., Snijsla 58 ct., spinazie 311 ct., postelein 1726 ct., zu ring 25 ct., witlof 57 ct., andijvie 210 ct., uien 2Yz ct., prei 3%7 ct., alles per K.G. peeën 6 Yt17 ct.„ rapen 1 ct., raap stelen Yz1 ct., selderie 25 ct., peterselie 3 ct., rabarber 12 Yz ct., radijs 12 ct., rammenas 24 Yz ct, alles per bos bloem kool 534 ct., kropsla 27 ct., aardbeien 13 ct., alles per stuk bloemen Narcis sen 37 ct., tulpen 214 ct., seringen 5 ct., alles per bos cineraria's 5—8 ct., veroni- cum 17 ct., violen 79 ct., alles per stuk. Als men veertien dagen dienst doet aan de grenzen van ons land en men mag dan niet naar huis toe, nou, dan komt dat in de krant Want alleen bij hooge noodzaak trekt men de verloven in. De soldaat is immers ook vaak Vader van een huisgezin? Als een Mokummer twee weken in de werkverschaffing staat en hij kan dan niet naar huis toe, gaan er vragen naar den Raad Want een mensch heeft recht op leven daar steekt heusch geen schande in en zoo reizen ook die werkers 's Zaterdags aar hun gezin. Als een tram-man 's Zondags dienst heeft toont het publiek steeds medelij door met hartelijkheid te zeggen „Wat een sof-baantje heb jij Want als ieder naar Blauw-Wit wil, of ze gaan de duinen in, staat die stakker maar te rijden, losgerukt van zijn gezin. Maar als Jan de Zeeman monstert voor een reis van zeven week en het worden achttien maanden, och, dan raakt geen mensch van streek. Want geen mensch denkt zich de hardheid van het zeemansleven in. Men vergeet dat ook de zeeman Recht heeft op zijn huisgezin 1 EEN OUD-VLISSINGER. m.s. „Columbia". New-York, 22—1—1940. DE NEDERLANDSCHE RADIO- OMROEP, lederen dag zendt 1 vereeniging uit. De vier Nederlandsche omroepvereeni- gingen zijn in overleg met de regeering overeengekomen, eiken dag slechts één vereeniging te belasten met de /erzorging van het programma, behalve op Zondag, Dan zal een deel van den zendtijd aan N.C.R.V., K.R.O. en de V.P.R.O. worden afgestaan ter verzorging van de Gods dienstuitzendingen. De nieuwe regeling gaat vandaag in. De A.V.R.O. zorgt van daag voor de uitzending, morgen de K.R.O., Maandag de N.C.R.V., Dinsdag de V.A.R.A. Deze volgorde wordt tot nader order ge handhaafd. P P ..U/IJ 0£ KIND£RW/3G£N i Waar „Ons Kleintje" ook belandt, 't Valt in 't oog van eiken klant, g Tot 5 regels 50 cent iedere regel meer 10 cent. Derde plaatsing gratis. L1CH1 OP VOOR AU I O'S, FIETSEN EN VOERTUIGEN Zaterdag Mei 11 8.11 Zaterdag Mei 11 3.36 15.56 FEUILLETON Daar had zij Lisaweta van haar laatste ongelukkige liefde verteld daar hadden zij samen haar toekomstplannen gesmeed, plannen, waarin rijkdom, liefde en geluk en natuurlijk ook een ongelooflijk mooie auto een belangrijke rol speelden. Maar nu, op dit oogenblik, werd de kleine Ninette het zich plotseling eerst bewust: Lisaweta had eigenlijk alleen maar ge luisterd zelfs in haar glimlach had altijd iets geheimzinnigs, iets smartelijks gelegen. „Kunnen wij mischien nog iets voor je doen?" vroeg Lucilla. „Als je een taxi wilt laten komen en wat geld voor me zou kunnen wisselen ik moet madame Bonier nog een paar klei nigheden betalen." De beide meisjes verlieten het vertrek. Toen zij de trap afgingen, kwam haar iemand 'tegemoet, een zéér charmante jongedame in een zwart-wit gestreept mantelcostuum. „Pardon kom ik hier bij mademoiselle Von Bemekamp?" vroeg zij in hetFransch. „Ja zeker, madame, een trap hooger, links. Er zit een kaartje op de deur." Lucilla had vriendelijk de verlangde in lichtingen gegeven, maar Ninette staarde de vreemdelinge na tot zij om een bocht van de trap was verdwenen. „Lucilla, die ken ik! Die was vanmorgen bij madame Trubetzkoy. Er moet iets bij zonders aan de hand zijn geweest, anders zou Helena niet midden in een belangrijke bespreking met monsieur Ferrand naar haar toe zijn gegaan en later ik her inner het me nu heel goed was Helena volkomen uit haar gewone doen. Zij moet zich verschrikkelijk hebben geërgerd het moet met da- bezoek en met Lisaweta verband houden." „Ach jij altijd met je dwaze gevolg trekkingen!" Lucilla kende Ninette's le vende fantasie. Zy had nu geen zin zich daarmee bezig te houden; haar zorg om Lisaweta nam haar geheel in beslag. In haar haast om weg te komen, had den de beide meisjes de deur van Lisawe- ta's kamer op een kier laten staan. Er zou nu immers toch Wél niemand meer komen. Lisaweta zelf lag voor haar koffer ge knield. Met een klikkend geluid viel het deksel in het slot. Zij voelde zich plotseling zoo moe. Waar zou zij heengaan? Wat moest er van haar worden? Zij wist het niet Het leven had voor haar niets aan trekkelijks meer. Maar zij moest flink zijn; zij had immers wel moeilijker dagen ge kend, daarginds in Rusland. Of was dat misschien toch niet moeilijker te dragen geweest? Het leek haar nu, of de mate- rieele zorgen, die ze in Moskou gekend had, niet opwogen tegen den psychischen nood, waaraan zij zich nu ten prooi voelde. Zij vocht met haar tranen. Daar hoorde zij buiten voetstappen. Dat moesten Lucil la en Ninette zijn nu niet zwak worden! Zij wischte haar oogen af. „Alles bezorgd?" riep ze, tevergeefs trachtend haar stem eenige vastheid te geven. Maar toen zij omkeek, trad zij on willekeurig een stap achteruit. In plaats van haar beide vriendinnen stond daar een vreemde. „Wat wenscht u?" stamelde Lisaweta. In het knappe poppengezicht van haar be zoekster was iets, dat haar vrees aanjoeg. Deze antwoordde met een wedervraag: „Bent u Lisaweta Finschow?" Neen, wilde Lisaweta zeggen. De naam Finschow lag al zoover achter haar. Maar op het laatste oogenblik bedacht zij zich. „Ja". „U geeft het dus toe!" constateerde de onverwachte bezoekster spottend. „Met den naam Bernekamp wil het zeker niet al te goed meer? De politie is u zeker op het spoor?" Lisaweta vermocht geen woord over haar lippen te brengen. Was die vrouw krankzinnig? Wie was ze eigenlijk? Lisa weta had haar nooit eerder gezien. „Het ib volkomen nutteloos om mij wat voor te liegen", nam de bezoekster weer het woord. „Als u misschien niet mocht weten, wie ik ben mijn naam is Daisy iJohr, ik ben de verloofde van Robert Eschberg!" Lisaweta tastte naar het tafeltje achter haar. Zrj moest iets hebben, waaraan zij zich kon vast houden. De verloofde van Robert Eschberg? Plotseling stond alles haar weer zoo helder voor den geest, alsof zy het pas dezen dag had beleefd: die vreeselijke oogenblikken, waarin Robert haar achter het gordijn in de kamer van zyn hotel had ontdekt, haar angst om Alexei, haar ont wakende liefde voor Robert, him over haaste vlucht uit Moskou, dc kwellende gedachte te moeten liegen, die paar ge lukkige uren in Londen, de eenige kus, haar vlucht naar Parijs Angstig staarde zij Daisy aan. „Ik behoef u zeker wel geen tekst en uitleg te geven over hetgeen u zelf al wel bekend zal zijn, juffrouw Finschow", be gon Daisy, uiterlijk volkomen kalm. maar innerlijk trillend van nauw bedwongen woede. „Ik wil u maar één ding zeggen: Wanneer u het waagt hier nog langer onder een valschen naam op te treden, of wanneer u nog eenmaal zoudt probeeren met mijn verloofde in relatie te treden, dan weet u, wat u te wachten staat. De politie zal zich stellig voor u interesseeren. Een dievegge, die 's nachts hotelkamers binnen dringt, wordt ook bier niet als een politieke vluchtelinge behandeld en geniet derhalve niet het gebruikelijke asylrecht. Ik heb my zeer nauwkeurig van een en ander op de hoogte gesteld!" Haar stem was allengs luider geworden. Tijdens het spreken scheen zij zich meei en meer op te winden. In haar oogen lag een felle haat, die Lisaweta het laatste restje zelf vertrouwen ontnam. De geheele kamer scheen met haar rond te draaien; het was, of de vloer onder haar voeten wegzonk. Zij klemde zich kramp achtig aan het tafeltje vast, maar ook dat bood geen steunpunt meer. Haar voeten weigerden hun dienst, zij wankelde, greep met haar steun zoekende handen in de ruimteHet tafeltje trok zij mee in haa* val. In het allerlaatste oogenblik zag Lisa weta, hoe het kleine Koerganbeeldje haar kostbaarste bezit, dubbel kostbaar, omdat zy het van Robert ad terug gekregen, omlaag viel. Het geraakte tusschen den koffer en het omgevallen tafeltje beklemd en brak met Lol gekraak doormidden. In twee vrijwel gelijke helften lag het beeldje op den grond; een handvol fonkelende steenen rolde eruit. Daisy scheen even verbaasd, maar on middellijk overzag zij reeds weer op haar wijze de volle beteekenis van het incident. „Ach!" riep ze, cynisch lachend, „dat is buitengewoon interessant! Heb je nog meer van die geheime schuilplaatsen voor bril- lianten? Waar heb je die nu weer ge stolen? Maar nu is het genoeg; ik ga dc politie waarschuwen!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 5