Breskensche Courant EERSTE BLAD Dagblad voor Zeeland, waarin opgenomen de Moreel verlies. Kunnen Vereenigde Staten huiten den oorlog blijven De Britsche troepenlandingen in Noorwegen. De regeering Quisling zou zijn afgetreden. Tal van Duitsche asrenten in Belgrado gearresteerd. Misdrijven tegen de veiligheid van den staat. De krijgsbedrijven in Noorwegen. Ylissingsche Courant 78ste JAARGANG NUMMER 90 DINSDAG 16 APRIL 1940 -"V Abonnementsprijs: 17 ct. per week of 2.20 pei kwartaal. Franco per post 2 50. Afzonderlijke nummers 5 ct. Voor het buitenland neme men eeD abonnement op het postkantoor zijner gemeente. Advertentieprijs: Van 1—5 regels ƒ125, iedere regel meer 25 cent. Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent (max. 10 regels). Derde plaatsing gratis. Vooruitbetaling. Uitgave: Firma F. VAN DE VELDE Jr., Bureaux Walstr. 58-60, Tel. 10 (2 lijnen), Giro No. 66287. Eigen kantoren t :Breskens, Dorpsstraat, Tel. 21; Oost- en West-Souburg, Kanaalstraat 45, TeL 35 AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR PUBLICITEITSWAARDE, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE N E D E R L A N D S C H E DAGBLADPERS' KORT COMMENTAAR. Het is uiterst moeilijk, de beteekenls der Internationale gebeurtenissen steeds op haar juiste waarde te schatten. Er gebeurt ver bijsterend veel en het is allemaal van groot gewicht, zoodat de situatie van dag tot dag, om niet te zeggen van uur tot uur, Ingrij pend wordt gewijzigd. Wij schreven dezer dagen over de motie ven die zoowel de geallieerden als Duitsch- land aanleiding hebben gegeven tot ingrij pen in Noord-West-Europa. Waar. dit alles, zuiver militair bezien, toe leiden zal, valt op het oogenblik nog niet te zeggen. Duitschland schijnt echter een belangrijk deel van zijn oorlogsvloot te hebben verlo ren. Dit maakt het opereeren in het nieuwe etrijd-tooneel o.i. tot een hachelijke onder neming. Ongetwijfeld beschikt Duitschland over enorme hoeveelheden levend en dood oorlogsmateriaal. Maar het Rijk neemt langzamerhand geweldige afmetingen aan en telt onder zijn onderdanen groote groe pen die er allesbehalve mee zijn ingenomen, dat hun land als protectoraat onder Duitsch bestuur is gekomen (de Tsjechen, de bewo ners van het vroegere Oostenrijk, de Polen; waaraan nu de „beschermde" Denen en No ren moeten worden toegevoegd). Onder zulke omstandigheden wordt het besturen van een in omvang steeds toene- menden staat, een schier bovenmenschelgke taak. Eén taak die niettemin door menschen moet worden verrichtzoodat het maken van fouten niet kan uitblijven. De resulta ten van de jongste dagen schijnen het in grijpen in Scandinavië niet in het voordeel der Duitschers te doen verloopen. Moge aan Duitsche zgde het verlies der oorlogsvloot van beteekenis moeten worden genoemd, de tegenpartij heeft moreel niet minder groot verlies geleden. Tot voor kort konden de geallieerden althans wat de gebeurtenissen in dezen oorlog betreft, zich op de borst slaan en er op wijzen, dat zjj binnen de perken bleven, voor zoover hiervan althans in een oorlog'kan worden gesproken. Het optreden in de neutrale Noorsche wateren is echter, hoe men de zaak ook wendt of keert, een zeer ernstige schending van de neutraliteit van het be trokken land. Wij weten wel, dat men in de kringen van vooraanstaande internationale politici hier tegenover stelt, dat men niet fatsoenlijk kan blijven handelen, wanneer de tegen- party zich van de bestaande regels niets aantrekt. Misschien kè,n het ook inderdaad niet anders. Maar dit alles neemt niet weg, dat de Europeesche volkeren straks ver armd uit dezen oorlog te voorschijn zullen komen ongeacht of zij tot de overwin naars, dan wel tot de overwonnenen zullen behooren. Want de leuze van het„macht is recht" is nimmer straffeloos toegepast kunnen worden. Het is een kwaad dat de vergel dingsgedachte in zich draagt en de vrees doet rijzen, dat de vrede die eens ko men zal, een tweede Versailles zal worden. Dat wil dus zeggen een vrede dien men beter een wapenstilstand kan noemen, aan gezien het geweld en niet de rede en de liefde zijn bepalingen hebben gedicteerd. Vele oude normen en maatstaven die toch eigenlijk de basis onzer beschaving vormen, worden momenteel met voeten getreden. En wij vreezen zeer, dat zij die plegen te zeg gen, dat het doel de middelen heiligt, spoe dig tot de ontdekking zullen moeten komen, dat verschillende middelen het doel onthei ligen. Ongeacht welke der strijdende partijen zich straks overwinnaar zal kunnen noe men geheel Europa komt armer uit den oorlog en waarlijk niet alleen, of ook maar in de eerste plaats, op stoffelijk gebied. En wat zullen de gekleurde volken hun eerbied voor de veel geprezen Europeesche „beschaving" voelen toenemen, nu zij gade slaan hoe de beschaafde blanken elkaar trachten te vernietigen en naar de keel vlie gen. Hebt U zich al eens afgevraagd, welke gevolgen dit misschien zal kunnen hebben? Als Europa niet spoedig een eenheid wordt met een werkelijke en hecht gefun deerde beschaving, zal ons werelddeel zich nog eens voor het feit zien gesteld, dat onze in zich zelf verdeelde schijn-beschaving on der den voet wordt geloopen door de ge kleurde volkeren die in aantal zoo oneindig veel grooter zijn. Neen, met dezen nieuwen oorlog, nauwelijks 20 jaar na den wereld brand die toch noodig was om een echten vrede te kunnen verkrijgen (herinnert U het zich nog?) bewijst Europa zich zeker geen dienst. De wrange vruchten zullen wij ongetwijfeld te plukken krijgen op velerlei gebied. Amerikaansche militaire deskundigen ge- looven, aldus schrijft de correspondent van de New York Post te Washington, dat de Vereenigde Staten, welke politieke partij by de verkiezingen ook zal zegevieren, binnen anderhalf jaar in den oorlog be trokken zullen zyn. Na zeven maanden oorlog, schrgft hy, zgn de deskundigen meer dan ooit ervan overtuigd, dat deel neming der Vereenigde Staten onvermij de- ïyk is. Dit is het gevolg van de reactie, veroorzaakt door den Duitschen inval in Noorwegen en Denemarken. Meedoogenloos werken de Bloo pers met hun snij branders en zware hamers aan boord van het stoom schip „Rotterdam" eens de glorie van de Hollandsche koopvaardijvloot, èn steeds meer wordt het eens zoo fraaie schip ont takeld. Ben overzicht: in het midden bevond zich de comman dobrug. Onderaan het woord „Hol land", dat het schip tegen de vliegers moest be veiligen. OFFICDSELE BERICHTEN BLIJVEN trrr, DUTTSCHE TEGENSPRAAK. Hoewel officieele kringen te Londen blij ven weigeren inlichtingen te verstrekken, is het volgens Havas toch zeker, dat de haven en de stad Narvik thans in Engel- sche handen zijn. Volgens de laatste te Londen ontvangen berichten uit Zweden hebben Britsche ma rine-detachementen onder dekking van zwaar geschut een gedeelte van Narvik bezet In berichten van Zweedsche zijde wordt gezegd, dat de Duitschers zich uit Narvik teruggetrokken hebben langs den spoorweg, welke naar Kiruna in Zweden leidt. De Noren zouden trachten, hen te omsingelen. Het Fransche blad „Le Temps" meldt dat de Lofoten een der punten vormen, waar het Britsche expeditieleger aan land is gegaan. Nu Narvik in Engelsche handen is, be schermd door vlooteenheden, is deze plaats gereed om te dienen als punt van vertrek voor eventueele operaties in het binnen land en ter zee, aldus Reuter. De nabijheid van Narvik bij de ijzermijnen vormt voor de geallieerden een waarborg tegen iedere Duitsche interventie in Zweden, aangezien de af te leggen afstand in geval de Duitschers troepen op Zweedsch gebied aan land zouden zetten veel geringer is voor de in het Noorden geïnstalleerde strgd- krachten dan voor den vijand. Hoewel het communiqué van admiraliteit en departe ment van oorlog alleen verwijst naar „pun ten op de Noorsche kust" en de laconieke wijze van zeggen zelf verklaarbaar is door het feit, dat de operaties voortgezet worden, kan men zoo vervolgt Reuter toch reeds nu van meening zijn, dat behal ve Narvik zelf, de steüfhgen die de geal lieerden verworven hebben, reeds goed ge steund zgn en hun niet zullen ontsnappen. Een Duitsche tegenspraak. Betreffende de Engelsche berichten, vol gens welke Engelschen op enkele punten van de Noorsche kust zijn geland, wordt te Oslo bekend, zoo meldt het D.N.B., dat in de door Duitsche troepen bezette plaatsen en streken geen Engelschman Noorschen bodem heeft betreden. Naar uit Narvik bekend wordt, bevindt zich deze plaats nog steeds in Duitsche handen. Een landing in de onherbergzame fjorden is natuurlijk op een of andere plaats moge lijk, doch militair zinloos. Een dergelijke landing zou geen enkel militair belang hebben. Tusschen Drontheim en Narvik strekt zich een meer dan 600 KM. lang woest Noorsch hooggebergte uit. Tusschen Nar vik en Drontheim bestaat geen spoorweg verbinding. Een operatiemogelijkheid in deze buurt van eventueel gelande Engelsche troepen- deelen tegen de basis der Duitsche oorlog voering in het Noorsche gebied, dus tegen midden- en zuid-Noorwegen, dat vast in Duitsche handen is, zou daardoor niet zgn ontstaan. Als resultaat van het systematische op treden der Duitsche weermacht in het ge bied van Oslo kan verder vastgesteld wor den, dat dit gebied in hooge mate van Noorsche troepen is gezuiverd. Naar wordt vernomen zgn de meeste Noorsche solda ten uit dit gebied over de Zweedsche grens getrokken en geïnterneerd. De onder Duitsche controle staande ra diozender van Oslo heeft gisteravond mee gedeeld, dat de Noorsche tegenregeering van majoor Quisling is afgetreden. Het beheer over de door de Duitschers bezette streken van Noorwegen is over genomen door een „bestuurscomissie" on der leiding van Christensen, het hoofd van den gemeenteraad van Oslo, aldus deelde de omroeper verder mede. Quisling heeft volgens Havas waarschgn- lijk ontslag genomen als ministerpresident, omdat de Duitschers inzagen, dat zijn po sitie wankel en zijn onpopulariteit groot was. Gisteren is, volgens Reuter, te Belgrado een aantal sensationeele arrestaties ver richt, toen de politie bezoeken bracht aan huizen van personen, die er van verdacht worden Duitsche agenten te zgn. Men gelooft, dat deze arrestaties het be gin vormen van een krachtige campagne de activiteit van agenten der Gestapo in Zuid- Slavië te beteugelen. VIJFTIEN JAAR ALS MAXIMUM STRAF. De minister van justitie heeft bg de Twee de Kamer een wetsontwerp ingediend be vattende nadere voorzieningen tegen het bekend worden van staatsgeheimen, ver hooging" van den maximum-straf op een aantal misdrijven tegen de veiligheid van den staat. Aan de memorie van toelichting tot dit wetsontwerp is het volgende ontleend: De spionnagezaken van de laatste maan den hebben aangetoond, dat onder bepaal de omstandigheden de maximum-straf, in artikel 98 van het wetboek van strafrecht gesteld op openbaarmaking of aan buiten- landsche mogendheden bekend maken van zaken, waarvan de geheimhouding door het belang van den staat wordt geboden te laag is te achten. In overeenstemming met een voornemen, Kenbaar gemaakt ter gelegenheid van de behandeling van hoofd stuk 4 van de rijksbegrooting voor het dienstjaar 1940 in de Eerste Kamer der Staten-Generaal is de minister te rade ge gaan in hoeverre verhooging binnen het kader van de maxima van den eersten titeJ van het tweede boek van het wetboek van strafrecht aanvaardbaar zou zijn. Hg is tot de conclusie gekomen, dat een verhooging van vgftien jaar, gezien de andere artikelen van dien titel, in het bg- zonder de artikelen met hooge straf-maxi- ma verdedigbaar is, mits gelijktydig de andere lagere straf-maxima in dezen titel worden verhoogd. Deze verhoogingen zgn trouwens ook op zich zelf, gezien het karakter der hier in aanmerking komende feiten, wenschelijk. Het ontwerp stelt dienvolgens voor om het maximum van artikel 98 te brengen op vgftien jaar, dat van de artikelen 95, tweede lid, 96, 97a, 100, 103 en 104 te ver dubbelen. Aldus blijft de onderlinge ver houding tusschen de misdrijven van dezén titel zooveel mogelijk bewaard. Gelijktijdig worden andere wijzigingen en aanvullingen voorgesteld, van belang voor een doeltreffende bestrgding van spion- nage. In de eerste plaats brengt artikel 1 eenige redactiewijzigingen aan in het thans bestaande eenig lid van artikel 98, welke wijzigingen onder omstandigheden het be wijs van het misdrgf zullen kunnen ver- gemakkelgken. Men zie met name de in voeging „of redelijkerwgs moet vermoe den", welke zich bg bestaande artikelen van het wetboek aansluit, en de redactie „of aan zoodanige personen, dat gevaar ontstaat dat de inhoud aan een buiten- landsche mogendheid bekend wordt". Daarnaast wordt toevoeging van een tweede lid voorgesteld, hetwelk voorberei dingshandelingen zelfstandig strafbaar stelt met een maximum-straf, overeenko mend met het nieuwe maximum, voorge steld voor de misdrijven van de artikelen 96, 97a en 103. Ten slotte bevat het ontwerp een een voudige aanvulling van artikel 4 van het wetboek, welke zal bewerken, dat de mis drgven van artikel 98 ook onder de wer king van onze strafwet zullen vallen, in dien zij ten nadeele van ons land in het buitenland worden gepleegd. Dit nummer bestaat uit 2 bladen §el)iturle«»»«se« nan «lew tluq Misdrgven tegen de veiligheid van den Staat15 jaar als maximum-straf. (Pag. 1, eerste blad) De Noorsche „regeerïng"-Quisling zon zgn afgetreden. (Pag. 1, eerste blad) De vulkaan Merapi dreigt met lava- uitstortingen. (Gemengd nieuws) ZIE VERDEK KV ENT» KEL LAATSTE BKKK'HTKN PLAATSELIJKE SUCCESSEN VAN DE DUITSCHERS. De laatste berichten uit Stockholm ge» ven aan, dat de Duitschers in Noorwegen aan het zuidoostelgk front aanzienlgke successen boeken. Zij probeeren de Noor sche troepen, die met een flank dicht te gen de Zweedsche grens worden gedrukt, op te rollen. Het einddoel schijnt daarbg te zgn noordwaarts op te rukken en de Noren terug te dringen in de bergachtige streken. Te Stockholm is bericht ontvangen, dat de Noren zich gisteren uit Kongsvinger hebben teruggetrokken op bevel van hoo- gerhand. Vandaag trekken de Duitschers er binnen. 16.000 man. Militaire kringen verklaren evenwel, dat deze snlle successen weinig tellen, tenzg voortdurend versterkingen worden gezonden. Voorts wordt uiteengezet, dat de Duit schers zware artillerie en andere voorraden moeten hebben, welke niet door de lucht kunnen worden vervoerd. Gezegd wordt, dat de Duitschers reeds met een benzine tekort beginnen te kampen en dat Zon dag twee vliegtuigen in Zweden wegens benzinegebrek noodlandingen hebben moe ten maken. Een ander bericht meldt, dat bij Elve- rum de strijd wordt voortgezet. Verklaard wordt, dat de Duitsche troepen Kornsjoe, een grensstation in het uiterste zuidoosten van Noorwegen, dat zij Zondag hadden bezet, hebben ontruimd. De Duitschers zijn op Halden bg de kust teruggetrokken. Zij vreezen een verrassing van de zgde der Noorsche troepen. Duitsche parachutisten bij Dombaas gedaald. De zender van Stockholm heeft een be richt van den radiozender der Noorsche regeering bekend gemaakt, waarin wordt Zondag is boven het zuideiyke ge deelte van Zand- voort een aantal 4,7 cm. granaten ontploft. Vooral het huis in de Brederodestraat 39 bleek ernstig ge troffen te zgn. Groote verwoestin gen richtten de gloeiende granaat scherven aan in de slaapkamer van den heer J. Smit De heer Smit was juist 5 minuten voor het gebeuren opgestaan. De verwoestingen in de slaapkamer.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1940 | | pagina 1